
Ulb.
1: ii
a
Ä 1 •
I ;
fi
iSrä
168
Indien de landmassa's, welke wij thans op den aardbol waarnemen,
liim ontstaan verschuldigd zijn aan eene langzame opdrijving
boven den Spiegel der zee, of, misscliien gedeeltelijk, aan
eene plolselinge opheffing boven het niveaii des oceaans, ten gevolge
van de werking van krachten, die zieh hier meer, eiders
minder deden gevoelen, dan zullen in andere oorden der wereld
eilanden moelen bestaan, wier uiterlijke gedaante de treffendste
overeenkomst aanbiedt met die zonderling gevorrade eilanden, door
ons hier onder n». 5 , 7 en 13 opgeteld. En inderdaad, wij zien,
dat vele der Philippijnsche eilanden , zoo mede Celebes , Djilolo van
nabij overeenkomen met onzen en S^i™ vorm, waar, namelijk,
de oratrekken der kust smalle, ver landwaartsin reikende zeearmen
vertoonen, welke ook Java zou bezitten , indien het door
de zee ter hoogte van 1000 ä 1500 voet wäre bedekt. Steunt deze
overeenkomst, gelijk wij veronderstellen dat werkelijk het geval
i s , op eene natuiirwet, dan moet de hoogte der straks vermelde
land-en bergvormen op Djilolo, Celebes, enz.,van zeernabij overeenkomen
met die van Java, indien 1400 ä löOO voet wordt
afgetrokken van die, welke op het laatstgenoemde eiland worden
waargenomen.
Ik meen met grond te mögen veronderstellen, dat zulks werkelijk
plaats vindt, want alle kegelbergen op Ternate, Djilolo en Menado
rijzen slechts ter höogte van 6 ä 7000 voet (1) en geen enkele
bereikt de zone der meeste Javasche bergtoppen, namelijk, van 9
en 10000 voet; wijders moet de bodem dezer eilanden, voor het
grootste gedeelte, van vulkanischen aard ziin, terwijl het neptunische,
droog liggende terrein er eene veel geringere uitgestrektheid
moet bezitten , dan op het hooger uit de baren opgerezene Java,—
en dit is, naar ik meen, insgelijks hei geval.
(I) Velgens Dr. Forsten.
169
6.
Zesde toestand. Naar gelang Java nu wordt verondersteld lager
te dalen, beneden de 2000 voet, naar die mate zien wij de eene
vlakte na de andere verdwLjnen, terwijl wij daarentegen de vulkanische
kegels, benevens de centrale hoofdketenen en hareverbindingsruggen,
derhalve het eigenlijke geraamte des eilands, —de
bergnokken, — wier hellingen in de glooijende vlakten afdalen,
steeds duidelijker zien uitkomen.
Nu de zee ter hoogte van 2000 voet boven haar werkelijk niveau
verondersteld wordt te zijn gestegen, ontwaren wij, behalve de
drie centraalplateaux tusschen de vulkanische kegels — de Raon-,
Ardjoeno- en Dieng-groep, waartoe insgelijks hethoogland van Tjikatjang
en Pengalengan behoort te worden gebragt, — ophetgansche
eiland geene andere fto/clanden dan de vlakte van Garoel en van
Bandong; (1) nemen wij nua an, dat de zee nog slechts 2 ä 300
voet hooger rijst (of dat het eiland een gelijk aantal voeten daalt),
dan verdwijnen ook deze, het geraamte der bergen vertoont zieh
steeds in duidelijkere omtrekken , de landstrooken worden steeds
smaller en de hoeken schei'per, waaronder zij elkander snijden.
De meeste lijnen, welke hooger dan 3000 voet zijn gelegen, (2)
hestaan niet uit onafgebrokene verheffingsranden der neptunische
formatie, maar in tegendeel uit eene menigte op elkander volgende
trachietische kegelbergen — piramiden,— waarvan sommigen stomp,
klok- of koepelvormig eindigen, anderen door eenkring-ofspleetvormigen
krater, zijn doorboord en die op des te grootere hoogte met
elkander zijn verbonden, naar gelang zij digter nevens elkander
oprijzen,terwijIhettegenovergestelde het geval is, naar mate zij verder
van elkander verwijderd liggen. Het middel, waardoor deze verbinding
plaats grijpt, doet die merkwaardige bergruggen, •— bergzadels
ontstaan, waarvan wij reeds in een vorig hoofdstuk melding
hebben gemaakt. Zoodanige bergrijen zijn voornamelijk die, welke
(1) De vulkanische Goenoeng-Ajang wordt in deze besehouwing tot de kegelbergen gerekend
, niettegeustaande hij ter hoogte van 6 ä SSOO voet uitgestrekte vlakten bezit, de
eenigen in hare scort op Java.
(2j Uitgezouderd de streken rondom den G.-Patoea, de Noord-Djampang-keten eu de
bcrgketen in de zuidwestelijke streken van Bandong.
» PM'iti '' fli
kr . !'
r: