
oratrek, zijne liorizontale uitgestrektheid, maar insgelijks wat
aangaat de hoogte, — de ontwikkeling van massa (voliimen),
welke het heeft verkregen; wij zullen het beproeven deze ligchamelijke
gestalte vm hat eiland an van zijne verschillende deelen aanschouwelijk
le maken in tvs^aalf hoogte-kaarten, waarbij ik slechts
körte ophelderingen heb gevoegd, te zeer beseffende, dat alle
wijdloopige topographische beschrijvingan droog an vermoeijend
voor den lezer zijn.
Uithoofde het voor de bahandeling van ons onderwerp niet anders
dan nuttig kan zijn cm de beide eilanden, walke zoo nabij alkander
zijn gelegen an echter zoo gehaal verschillende vorman aanbieden,
namelijk , Java an Soematra, inat elkandar te vergelijken, zoo zullen
wij ook ean blik warpen op het laatstganoamda eiland. Dit zal
worden voorafgagaan door eene opgaaf dar gemetana hoogtan,
benevens door een kort berigt, waarin rekenschap wordt afgelegd
dar mathode bij de hoogte-metingan gevolgd, dewijl deze de
grondslagen zijn, waarop de later medagedeelde beschouwingen
steunen.
In het tweede gadeelte der eerste afdeeling zullen wij onze
opmerkzaamheid vastigen op da PHYSIOGNOMIK DER NATUDR, op het
uitwendige kleed, dat da verschillende daelen daslands, de dalen
an bergen bedakt, mat wiar bloote gedaante an uitgestrektheid
op zieh zalvan beschouwd, — hun zuiver geometrischen vorm, —
wij ons in het eerste gedaelte hebben bekend gemaakt. Wij zullen
derhalve hetplantenrijk, de gewassen, — welke dit weelderige klimaat
raeerendeels de gedaante van boomen, veelal kolossaal van grootta,
doet verkrijgen, — wat zijne hoofdtrekkan aangaat, laaren kennen!
in zoo verre vele boomsoorten, hatzij doordian dazelven menigvuldig
worden aangetroffen, of door bare schoonheid of eigenaardigen
vorm, anderen weder ten gavolga harar groapering uit verschillende
soorten, het uiterlijka kenmerk eener Streek daarstellan;
want bahalve door de gedaante der bergen, wordt hoofdzakelijk
door hetplantenrijk, door de Flora van ean land, den Stempel gadrukt
op de Physiognomie eener Streek, op het karakter van het landschap.
Wij zullen het eiland derhalve niet slechts in zijne horizontale
uitgestrektheid doorkruisen en verre van elkander verwijderda
Corden bezoekan, waar het bekleadsel das bodams, ten gevolge
van den invloed van geheel plaatsalijk werkende oorzaken, een
eigendomnialijk karakter bezit, maar het insgelijks in eene verticale
rigting doortrakken; wij zullen opstijgen naar de steads koeler
wordende zonen, van hat verzangend heete Strand der zee tot aan
de 9 a 10000 voet hooge bargtoppen, waar hagelbuijen den raiziger
somtijds eensklaps overvallan. Menige boonisoox't zal door
ons worden aangetroffen, die slechts in bepaalde streken, of op
enkele bargen ta huis behoort; algemeen genomen, zullen wij op
alle bergen van Java in dezelfde hoogte-zonen, alwaar ovaral eene
gelijke teraperatuur haerscht, dezelfde boomsoorten wedervinden,
die geheel verdwijnen, voor andere soorten plaats maken, zoodra ,
wij hoogar opstijgen in dan koaleren dampkring. Hierdoor zullen
wij ons in Staat gesteld zien, de wetten te leeren kennen, waarnaar
die veranderingen geschieden, an tevens aan overzigt te
kunnan gaven der geographische verdeeling van planten en
gewassen.
In de tweede afdeeling van het werk zullen wij de VULKAKEN
EN DE VULKANISCHE VERSCHIJNSELEN bchandelen, zoovvel de geologische
natuur als de werkzaamheid en de geschiadenis der majestueuze
kegelbargan, dat kenmerk van Java an zijnar omliggande
eilanden, wier kratertoppen met zoo vaal verbazing worden beschouwd
door iader, die voor het eerst het eiland nadert, wanneer
hij rookzuilen daaruit ziet opstijgen , die als een vederbos
hunna kruinen siaren. Hat eerste gedaalta dezer afdaaling is gawijd
aan de beschouwing der vulkanen van West-en Midden-Java;
de tweede aan het onderzoek der vulkanen van Oost-Java. In het
derde gedeelte zullen wij de vulkanen der overige eilanden van
Neerlandsch Indie , behalve Java, ten onderwerp onzer beschouwing
namen, benevens die verschijnselen en gebeurtanissen in de natuur
, welke in een genetisch vei-band staan met de vulkanen, zoo
als de gasbronnen (mofaten, natuurlijk vuur , moddervulkanen),—
brennen van mineraalwater en van aardolie, — aardbevingen , —
verzakkingen baneden — en ophaifingan des bodems, opdrijving
van denzelven boven zijn vroeger niveau , — ophooging deslands,
verbreeding der kusten door lava-stroomen, enz. Op onzen togt
di>
Hl
t L ä