
' s;
vU. -i.
1- . . •
Aaiiliangsel. 646 Nota's.
Maar aangezicn het vallen van liagel in de anderste, heeie zone
der keerkringslanden niet dan zeer zelden voorkomt, zoo mag
het niet ondoelmalig worden geacht, hier al de feiten aan le
halen, welke tiewijzen dat een dergelijk verschijnsel op Javaheeft
plaats gehad; het teeken ' geeft te kennen dal het onderhavige
geval door mij zelven werd waargenomen.
1824, op den ßc^en Febrmrij, des naniiddags ten 4 ure,
woedde ter hoogte van 1200 voet boven den Spiegel der zee een
hevige storm, gepaard raet onweSrregen en hagel, waardoor te
Magelang (residentie Kadoe) een groot getal boomen werd vernield.
(Javasche Courant van den 2P"' Febrnarij , 1824.)
1841, op den löd«" Oclober, des middags van 1 tot 3 ure,
werd eene hevige hagelbui waargenomen le Martapoera in Bandjcr
masin (zuidoostkust van Borneo), derhalve in eene vlakle, die
naauwelijks eenige voetea boven den spiegel der zee verheven is.
(Javasche Courant.)
1842, in de maand September, viel slerke hagel le Builenzorg,
gelegen ter hoogte van 830 voet. (Jav. Cour.)
1843*, op den 21steii Oclober, des avonds van lol ure,
deed zieh een hevig hagelweder gevoelen le Tjandjoer. Dezepiaals
ligt ter hoogte van 1450 voet boven zee, op eene hellende vlakte
ten zuidoosten van den G.-Ged6, welke laatslgenoemde berg de
eenige hoog rijzende in deze landslreek is. Zijn top bereikl eene
grootere hoogte dan 9000 voet. De weersgesleldheid had zieh dien
geheelen dag gekenmerkl door een hoogen graad van helderheid
en wärmte, en men mögt derhalve veronderstellen dal de loodregle
luchtstroomen, die met eene groote hoeveelheid waterdamp bezwangerd
zijn (courant ascendent) , zeer hoog in hei luchlruim
waren gestegen. De slormwind, die mel de hagelbui kwam aanzellen,
woei uil de rigüng van den G.-Ged(5 betrekkelijk Tjandjoer,
namelijk, uil het noordweslen en bereikte eene genoegzame
kracht om een aantal Kokospalmen omver le werpen en een paar
siecht gebouwde huizen (b. v. wagenremisen) te doen instorlen.
Vöör dal hei vallen van hagel plaats greep en terwijl zulks geschiedde,
deden hevige electrische verschijnseien — donder en
hliksem — den dampkring Irillen. Gezweepl door den stormwind
Aanhangsel. 647 Nota's.
vlogen de hagelkorrels in eene schuine rigting tot in de voorgallerijen
der huizen en vielen bijna onafgebroken een geheel uur
lang, zonder dal de hevigheid van het onweér verminderde. Zij
hadden allen nagenoeg een kogelronden vorm, eene middellijn
van ö Parijsche lijnen (dus van bijna een halve duim) en hestonden
uit concentrieke, zuivere en doorschijnende lagen ijs
die, als de schellen eener uij, geplaatst waren rondom een niet
doorschijnend middenpunt (Graupel, grésil), dat eene melkwilte
kleur had. Enkelen van deze hagelkorrels waren grooler of kleiner
dan 5 lijnen en slechts weinigen hadden een onregelmatigen,
hoekigen vorm. Zij vielen zoo plolseling en in zoo groote hoeveelheid
dat de koude, daardoor ontstaan, zieh zeer onaangenaam
deed gevoelen , ja, dat alle wegen en Straten er geheel en al
w i t , als hesneeuwd, uitzagen en men menige plaats vondt,
waar de hagel ter dikte van voet lag opgehoopt, — voorwaar
een ongewoon gezigt voor den Javaan. Te midden van de hevige
donderslagen, van het kletteren der hagelkorrels en het loeijen van
den wind werd de fanatieke stem van eenige dweepers vernomen
die zieh, als koning Lear, met het naakte hovenlijf aan al
de woede van het onweér Moot stelden, cm met hun pleglig,
luid gezang bei oproer der dementen te bezweeren. Wal mlj bet
r e f t , ZOO verschafle mij deze hagel, waarraede ik spoedig eenige
groote scholels aanvulde, een uitmuntend middel om mij ne thermometers
ten opzigte van bel vriespunt onderling te vergelijken.
In de Javasche Courant (') wordt het gelai hutten, door den wind
omvergewaaid, op 23 begroot en de hagelkon-els zoo groot als
duiveneijeren beschreven. Zij hieven op verscheidene plaatsen langer
dan I uur liggen, vóór dat ze geheel gesmolten waren.
1843*, op den November, des namiddags tusschen 4 en 5
u r e , vielen te Builenzorg, ter hoogte van 830 voet boven den
Spiegel der zee, hagelkorrels die eenigzins grooler waren dan
erwten ; dil had gedurende een hevigen onweérsregen plaats, die
met storm uit de rigting van bel oosten kwam.
i f E
(*) Van den 28sten October, n°. 86. — Vergol. insgelijks Lüdde's Zeiteohrift furvergl.
Erdkunde. 1844. Pag. 430.