
p'mf ' •
: r. i -
i ! '
Twcedc zone. 418 Kiiltuiir.
andere kevers, waai'onder eenigzins hooger bergopwaarts ler
hoogte van 4 a 4i duizend voet eene voorname plaats moet worden
ingeruimd aan de zwart en geel gevlekte, lange klanderkever,
EiUrachcles Teinminckii ßeinw , zoo wel om zijne fraaije kleur
als ora het groote aantal, waarin hij wordt aangelroffen.
De plaat Goenoeng-Soembing stell voor een gezigt op eene bebouwcle
laiidslreek, gelegen in het binnenste des eilands, in Midden-Java, en wel in de
residentie Kadoe. De beschouwer bevindt zieh te Magelang, aan de oostzijde van
het Progo-dal, in den tuin des Residents, die een aantal standbeeldeu heeft verzameld
en aldaar heeft doen plaatsen, welke herkomslig zijn uit dentijd.toen
onder de Ilindoe-kolonisten op Java algemeen de Brahraa-godsdienst werd beleden.
Dergelijke slandbeelden, gehouwen uit poreuse, trachietische lava van
blaauwachtig grijze kleur, voorstellende Genesa, Doerga, den stier, den leeuw,
enz., worden in de nabijlieid der tempelru'iaen en in vele andere oorden dezer
residentie verstrooid in het rond gevonden. De vlakke Streek, waarin deze tuin
op eene hoogte van 1180 voet boven den Spiegel der zee is gelegen, daalt
terrasvormig en tamelijk steil in het dal der Kali-Progo en zet zieh aan de
overzijde der rivier, aan de westelijke zijde van dit dal, wederom op gelijke
hoogte voort.
De diepte van het dal, lietwelk ongetwijfeld door uitspoeling is gevormd,
bedraagt in deze Streek 150 voet. Het geelachtige, troebele water der Kali-Progo,
welke hare monding heeft aan de zuider kust en waarvan de oorsprong wordt
gevonden op den G.-Sendoro, bruist in den dalbodem over vulkanische rolsteenen
van eene grijze kleur; hier en daar vormen zij banken, ja, gansche
eilanden in het bed der beek, waardoor de slroom menigwerf in twee armen
wordt verdeeld; slechts bij gelegenheid van zeer hoogen waterstand, wanneer
Bandjer's nederstorten , staan zij geheel en al onder water. De beek strooml van
de regter naar de linkerzijde van het hier geschelste landschap uaar het zuiden,
doch zet hären loop niet in eene lijnregte, maar in eene bogtige rigting voort
door den breeden dalbodem, zoodat zij nu eens aan deze, dan aan gene zijde
halfkringvormige gedeelten des dalbodems, die met rijst in Sawah's zijn beplant,
omspoelt, en nu naar dezen , den oostelijken, dan naar genen, den regterof
westelijken wand van het dal heenstroomt, welke ten gevolge daarvan afwisselend
nu aan deze, dan aan gene zijde steiler oprijst. Vormen de
Sawah's in den dalbodem nog vlakke velden van aanmerkelijke uitgestrektheid ,
welke sleclits door läge trappen van elkander zijn gescheiden en naar gelang
van de oneffenheid des bodems hier in eene regte, elders in eene gebogene
rigting voorlloopen , — aan de steile helhng van den westelijken dalwand, waartegen
de beschouwer het oog rigt, zijn het niet dan smalle strooken, die
volkomen gelijk trappen de een boven den anderen oprijzen en zieh verlielfen
aslsasassäs».
Tvvoecle zone. 419 liultuur.
tot aan den bovensten rand van den dalwand, alwaar de bodem eene gelijke
hoogte verkrijgt als hij hier aan deze zijde bezit en zieh van daar als een
plateauvorraig terras verder uitbreidt. Aan de heliing, zoo raede op den bodem
van het dal zijn eenige Sawah's eerst voor körten tijd geploegd en de bodem,
uit een verweerd vulkanisch gesteente ontstaan, doet zieh in zijne bruinachtig
roode kleur aan het oog voor, — anderen zijn onlangs onder water gczet,
en eiders worden er gevonden, die reeds met groene rijstplanten zijn bedekt,
zoodat de waterspiegel er niet meer zigtbaar is. Slaan wij daarentegen de blikken
op het vlakke en wärmere terras, dan ontwaren wij reeds de goudgele aren
van het aanrijpende graan; de Sawah's vormen sleclits een enkel veld , dat zieh
vele palen ver uitstrekt en tot in de nabijheid reikt van den voet des Goenoeng-
Soembing! Met majesteit verheft deze hooge herg zijne kruin op den achtergrond ;
zijn top rijst 9000 voet boven het terras — 10348 voet boven den Spiegel der zee.
Uit den tuin van het residentshuis ontwaartmen hera in noorden 54° ten westen.
Het is 7| ure des voormiddags (op den llden April, 1840); de hemel is
volkomen helder, de morgenzon werpt zulke heldere stralen op den reusachligen
berg, de dampkring is zoo doorzigtig, dat alle oneifenheden, kloven en
ribben des vulkaans buitengewoon duidelijk in het oog vallen; men onderscheidt
zelfs de roodachtig gekleurde wegen , die al kronkelend tegen de ribben opwaarts
loopen, zoodat men zieh zeer ligtelijk vergist in het beoordeelen van
de grootte des bergs en van den afsland, waarop hij van den beschouwer gelegen
is, die beide veel geringer worden geschat dan werkelijk het geval is.
Zelfs de afzonderlijk staande boompjes, die in de onmiddellijke nabijheid van
de kruin des bergs groeijen — welke 9000 voet hoog rijst en zoo ver van den
beschouwer verwijderd is — ja, de schaduwen, die zij op den berg werpen,
laten zieh met het bloole oog onderscheiden. Dit optisch bedrog wordt nog
vergroot door de kaalheid van den berg, welke van zijn voet tot aan zijn top
bijna geheel en al van wouden is beroofd geworden, terwijl Alang alang en,
hooger bergopwaarts, körte grassoorten de plaats der voormalige wouden hebben
ingenomen, die zieh, gelijk zij thans door de morgenzon worden besehenen
, iu eene heldergroene, in het bruinachtig bleeke overgaande kleur aan
het oog voordoen. Met uitzondering van de kleine alpenboschjes, waarmede de
schedel des bergs hier en daar is bestippeld, benevens eenige geringe overblijfselen
der voormalige wouden, welke gevonden worden aan de stedste zijwanden
der kloven, bespeurt men in de gansche landstreek, die wij hier
voor ons zien, en welke reeds vöör eeuwen sterk bevolkt en bebouwd was,
geen ander geboomte dan de vruchtboomboschjes der dorpen. Omzoomd met
Bamboes, die men reeds op een grooten afsland herkent aan zijne gele halmen,
waarboven zieh de wuivende toppen verhelfen van Areng- en Pinang-palmen,
rijzen deze dorpsboschjes uit het Progo-dal opwaarts naar den rand van het
terras en van daar nog hooger aan de hellingen des G.-Soembing en van zijn
<fi
\'<
' b
i ' l
[ -.¡I: '
I i
I
I !
I i >