
I 4(1
¡agiiteatiìi
80 81
Ifoo^Le ill
1
1
l i
' S ! I
•¡Iil
t p '
27!). Tglaga-Ngebel, nicer, op hei westelijke gedeelte van
den Wilis, Goeiioeng-Ngebel geheelen 2260
276. Madioen , Rs . , gelegen in de vlalcte Lusschen denLawoe
en den Wilis
Afzonderlijk gelegene groep bergen, zamengesteld uit den Goenoeng-
Keloel, Kawi en Ardjoeno, benevens omstreken.
N». 277 tot 292.
IIuegLi; ill
voeleìi.
277. Kediri, Rs. , gelegen in de vlalile tiissclien denWilis
en den Keloet
278. Rlitar, D. , gelegen in de vlakte tusschen den Keloet
en liet Zuider-gebergte
279. Goenoeng-Keloet, hoogste spits van den westelljken
kralermiuir. (De lioogste, oostelijk gelegene bergtop
i s , naar schatting, nog 550 voet hooger ) . . .
280. Bedding der kloof ten westen van den krater, ter
plaatse waar de Laär-Gedög entspringt
281. Verbindingsrug, aangeduid door het teeken * op de
kaart van den G.-Keloet
282. Welingin, D., gelegen in de vlakte tusscben den Kawi
en het Znider-gebergte
283. Goenoeng-Kawi, het zuidwestelijk gelegene, hoogsle
gedeelte van den kraterrauur, Goenoeng-Boedak geheeten
284. Goenoeng-Kawi, kraterbodem, Oro-oro genaamd . .
285. Ngantang, D., gelegen op de binnenvlakte, omsloten
door de bergen Keloet, Kawi , Loesonggo, Andjesmoro.
286. Bakoel, aan het paspunt van den weg, die van Ngantang
naar Kediri loopt
287. Goenoeng-Radjeg wesi, paspunt van den weg, die van
Nganlang naar Sisir voert
288. Sisir, D., gelegen tusschen den Kawi en den Ardjoeno
(1)
197
503
46Ö7
3460
4045
917
8820
8280
1850
2000
3650
2700
(l) De opgogevane hoogte der vier plaalsen, aangeduid met ecn ander cijfer dan d
vorige getanen, mag niot als vollioman juist beschouvvd worden, uitlioofde mij
7,al;boei;je door den regen nat was geworden en de waarnemingen, waarop de borekcnin
dozer Iioogtcn is gegrond, niet meer duidelijlf te lezen waren.
289. Pasanggrahan-BranLes, aan den oever der Kali-Branles,
boven Malang, Rg., (op den oost-zuidooslelijkcn voet
van den Kawi
290. Lawang, gelegen op den zadel tusschen den G.-Ardjoeno
en den Téngger, in de nabijheid der tempelru'inen
van Singosari. 1665
291. Toenggoel roño, rustplaats, aan dezuidwestelijkehelling
des G.-Widodarèn S345
292. De hoogste noordoostelijke spits van den Goenoeng-
Widodarèn (zoo wordt de hoogste, zuidoostelijketop
van den Goenoeng-Ardjoeno genoemd) 10350
Goenoeng-Semeroe en omstreken.
N». 293 tot 296.
293. Manijan tèngah , op den zuidwestelijken voet van den
Semeroe ^^OO
294. Widodarèn: bivouak,op de zuidwestelijke helling des
Semeroe ^
295. Bovenste grens der bosschen aan de zuidv/estelijke helling
van dien kegelberg 8740
296. Goenoeng-Semeroe, de hoogste berg van het eiland
Java (noordweslelljke top) 11480
Goenoeng-Tengger, kralerbodem, de sandzee Basar.
297 tot 299.
297. Dasar, zuidoostelijke hoek, aan den voet van den
G.-Boedolémboe 6460
298. Dasar, noordoostelijke hoek, aan den voet van den
Goenoeng-Gedalo 6632
299. Roedjak (het zuidelLjk gelegene gedeelte van de zandzee),
hoogere, westelijke streck 6490
Goenoeng-Tengger, eruptie-kegels gelegen in de zandzee.
N». 299 tot 300,
300. Goenoeng-Bromo , noordwestelijke rand der kolk. . 7080
0
III
Iii it il
i •