
i»
.
' i i
I
Tu-oede zone. 376 Kiiniaat.
grammen, cieze slechls 15,70 grammen waterdamp oplioudeii,—
ZOO Voigt hiei-uil, dat de absolute hoeveellieid waterdamp, welke
de hiebt kan bevalten, afneemt naar gelang men booger in den
darapkring opklimt. de droogte derbalve,in absoluten zin genomen,
vermeerdert. Gewoonlijk wordt insgelijks de betrekkelijke mate
van vocbtigbeid des dampkrings, waarbij men bet verscbil van
lemperatuur in aanmerking neemt, op grootere boogte geringer
gevonden dan aan de kuslen, al is zulks niet immer, bij voorbeeld,
niet bet geval in de wolkennevelen, in de vocbtige oorspronkelijke
wouden van de derde zone, alwaar de lucbt in tegendeel
menigwerf ten volle met waterdamp is verzadigd. Uitboofde de
absokite boeveelheid waterdamp, aanwezig in den dampkring,
steeds geringer wordt, naar gelang zijne temperatuur daalt, de
lucbt der zonen, welke men bij bet beklimmen der bergen bereikt,
koeler wordt, uitboofde de ongezondheid van bet tropische
klimaat aan de kuslen des eilands voornamelijk moet worden toegescbreven
aan de groole boeveelbeid waterdamp, welke de lucbt
aldaar bevat, die, vereenigd met de groote hüte, dien verzwakkenden
invloed uitoefent op bet ligcbaamsgestel der Europeers,
waardoor leverziekten , diarrboeen en koortsen ontstaan, zoo mag
het als eene uitgemaakte waarbeid worden bescbouwd, dat,algeineen
genomen, bet klimaat op Java voor Europeers gezonder
wordt, naar mate men booger in bet gebergte opklimt. Ten
einde het albier vermelde nader toe te liebten, zal ik een aantal
waarnemingen mededeelen; om ecbter bet vergelijkende overzigt
gemakkelijker te maken, beb ik bet doelmatig geacbt deze waarnemingen
te vereenigen met die, welke betrekking bebben op de
volgende zone, waarbeen ik den lezer verwijs.
BlGENDOraMBLUKHEBBSr VAU HET KLIMAAT DEZBa ZOJTE. In
den aanvang van de bescbrijving der vorige zone beb ik de opmerking
gemaakt, dat de noordwestewind van den regenmoesson
zijne volle kracbt niet booger doet gevoelen dan uiterlijk ter
boogte van 15000 voet, en dat de land- en zeewind slecbts ongeveer
de helft dier boogte bereikl. (1) Gewoonlijk zelfs oefent de
(1) Op bladz. 221, resel 9 van onjeren en op bladz. 22Ö , re!<el 10 van boven is eene
clrulifout ingeslopen ; men leze 2500 en bOOO in plaats van 1500 en 3000.
Twecde zone. 0 / / Klimaat.
west-moesson zijne volle kracbt niet uit ter boogte van 5000 voet,
waait bij aldaar slecbts van tijd tot tijd, terwijl menigwerf gedurende
verscheidene dagen of weken de zuidoost-passaat de overhand
verkrijgt. Uitboofde de laatstgenoemde wind in de boogere luchtlagen
niet slecbts van Java, maar van dezen aardgordel in bet
algemeen bet gansche jaar door bestendig waai t , zoo volgt daaruit,
dat de passaat-wind reeds in de bovenste helft dezer zone de overhand
begint le verkrijgen en dat tevens bet onderscheid tusschen
de jaargetijden — tusschen den zoogenaamden droogen- en den
regenmoesson — steeds geringer wordt, naar mate men booger
stijgt. De dagelijksche afwisselingen, die plaats grijpen in den
dampkring dezer zone, de veranderingen, welke zieh elken dag
en elken nacht op nieuw herbalen, worden daarentegen des te
grooter, ja, dit is zelfs in de volgende zone in nog ruiniere male
het geval. Zij bebooren tot de eigendommelijkbeden van bet klimaat
dezer zone, welks voornaamste verscbijnselen wij hier nader
in oogenscbouw zullen nemen. — De opmerking zoo even door
mij medegedeeld, dat, namelijk, de west- (of noordwest-) moessonwind
zijn invloed niet hooger doet gevoelen dan tot op eene hoogte
van 5000 voet, steunt op de uitkomslen, verkregen door middel
van talrijke waarnemingen en mag, als gemiddeld resultaat bescbouwd,
volkomen juist worden geacbt. Op dezen algemeenen
regel komen echter uitzonderingen voor. Wanneer in het diepland
een zeer hevige westewind waait, dan deelt zieh de invloed
van de oostwaarts stroomende beweging der lucbt menigwerf
mede aan lagen des dampkrings, die zieh hooger dan 5000 voet
boven den spiegel der zee bevinden, ja, aan de we^iwaarts of
noordwestwaarts gekeerde hellingen der kegelbergen stijgt de
vocbtige luchtstroom in eene schuine rigting somtijds zoo hoog,
dat bij de overhand verkrijgt boven den zuidoost-passaat en zelfs
nog over de kruin van 9 a 9i duizend voet hooge bergen Haast.
Nadat bij de toppen dezer bergen gedurende een halven, hoogstens
gedurende een ganseben dag in een dikken nevel beeft gehuld,
maakt hij weder plaats voor den oostewind met helderen
hemel, welken wind hij op deze hoogte slecbts zelden en dan
slechls gedurende een körten tijd kan verdringen. Deze kortston-
) i