
1 i ii
s '
il
gaat, (lan zal men van den Goenoeng-MalSmbong tot aan den Goenoeng
Slaraat zljn togt dagreizen kunnen voortzetten, zonder zijn
voeL te zien Lesproeijen, of genoodzaakt te zijn liet geringste beekje
te ovcrsclirijden. Men zou sleclits den eigenlijken centraalkara volgen,
die bij afwisseling nn in deze,dan in gene rij is gelegen, en
tevens alle dalen, benevens alle door dwarskloven afgebrokene
kctencn ler zijde, hetzij ten noorden of ten zniden, laten liggen.
De centraalkam zal zieh gemiddeld ä 4 800 voetboven den Spiegel
der zee verbelTen en eerst aan den westelijken Yoet des G.-Slamat,
nabij Petoegeran (zie boogte-kaart n". I), onder water verdwijnen.
Deze zijn de knsten van dat m}'/cie, groote, zonderling gevormde
eiland : / . 7. jFi^imr 2, betwelk beboort tot de centrale streken der
Preanger Ilegentscbappen; bet is_vooral in de nabijbeid van den
rand van dit eiland, dat zicb rijen van digt bijeenliggendevnlkanen
verbelTen, waar tusscben nogslecbts de volgende dalvlakten boven den
Spiegel der zee reiken : a. de vlakte van Bandong , waarvan bet laagste
middengedeelte niet booger dan 100 voet boven den Spiegel der
omliggende zee rijst; deze stnwt bare golven eenige palen ver
landwaartsin door bet nitloozingskanaal der zoo even genoemde
vlakte, door de kloof der Tji-Taroem, betwelk zij in eenfjordberscbept.
Bij Sangjang eloet ligt de bodem dezer kloof 2000 voet
lager dandenokder dwars doorbrokene bergketen, welke de voortzetting
is van den noordelijken verbelTingsrand der Djampanggebergten,
en die zicb in eenenoordoostelijkerigtinguitstrekt tot in
de nabijbeid van den G.-Boerangrang. Op dit punt en in de omstreken
van den Patoea bereikt de neptunische formatie van Java bare
grootste hoogte boven den tegenwoordigen Spiegel der zee. —
b. De dal vlakte van Garoet; deze is van de vroeger genoemde gescheiden
door middel van eene keten, welke uit een aantal afzonderlijke
kegels is zamengesteld, waaronder insgelijks de beruchte
G.-Goentoer wordt geteld. Is hetbenedenste, noordoostelijke gedeelte
van dit "dal reeds door de baren bedekt, het hooger liggende is
nog droog en rijst van lieverlede opwaarts tot 1700 voet boven
den omringenden oceaan; als «plateau van Tjikatjang» slrekthet
zicb verscheidene palen ver zuidwaarts uit tusscben de kegelbergen
G.-Pepandajan en Tjikorai. Hier is het, dat de Tji-Manoek
lY^dx. jßÄ.
/ / , /y. i
-Bladx. idy. J / , f i f f . 4 .
IfH'S
. I !
i
. Ir:j ; t ^