
J
./'•ti
••JÍ
í \f
Twccde zono. 5 8 G Klimaat,
I d ' J
I ; íf
gí
. ¿I
-
1 S
i . |1
PLAíVTS, WAAH
DE WAAÍl.
NEMING
IS GESCIIIED.
Modini, 1er hoogle
van 3400 voel. De
benedengrons
der woiulcn aan de
noord-noordwestcHjke
lioiling van
den G.-Oengaran.
ea
Plateau Pengalongan,
ter hoogle van
4400 voet.
Eene opene plek
lussclien
oorspronkelijko
woudcn.
Platean Diëng,
ter hoogte
van 6300 voet.
Boomlooze
grasvlakte.
G.-Mandala wangi,
ter hoogte van
9300 voel.
Tussclien gevelde
wouden op den
lop des kegelijergs.
G.-Slaraat, 1er
hoogte van 10530
voet, op de kale
zandvlakte nevens
den krater.
1845.
Q
April
BUii.-
Jlinij.
1847.
1840.
1838.
1845.
1843.
1838.
1842.
1839.
1847.
Januarij.
Maart.
Julij.
September,
Januarij.
April.
Julil
Jultj.
Junij.
•armte
Grootste \v<
op het
micldaguur
19.3
19,7
20.0
19,8
14,8
13,7
16,0
12,2
12,4
13.3
10,2
10,4
18,0
18,9
18,9
17,2
13.5
12.6
14,1
12,3
11,6
9,9
8,9
Ijflagste tompcraLuiir
kort voor
zonsopgang
11.3
10.8
10,2
7,1
4,4
- 0 , 5
4,0
5,2
5.7
2.8
-1,3
0,4
iS'-^ ±r1e Til s ÖD
S
13,5
12,8
13,1
11,2
7,3
1,3
7,6
6,7
4,2
—0,6
4,2
I
Vei'schil Vau
Icmperatiiur
van dag en
nacht op dcnzelfdeìiùà^.
7,0
8,2
8,4
11,8
10,2
13,8
10,2
7,2
6,7
8,5
11,5
5,8
WS
.T3 - -
4.7
6,1
5.8
5,0
6,2
11,3
6,5
5,6
7.4
10,6
4 7
temperatuur zijn gedaan in graden en tiendedeelen van graden , voi gens de schaal van
Réaumur. De waarnemingen, gedaan op den G.-Mandala wangi en den G.-Slamai, zijn
niel gedurende eene volle maand voortgezet, maar omvatten van iedere maand slechts
den tijd van 5 à 8 dagen, en van de maand Januarij slechts een enkelen dag. Alle
getallen , voor welke het teeken — niel staat, beteekenen de graden hoven het nulpunt.
i â h i i í M a f i t i i i
Tvvoede zone. 5 8 7 Kliinant,
üit diL vergelLjkend overzigt blijkt, lo. dal liet verschil tiisschen
de lemperatuur van dag en nacht liel grootst is in zandige,
niet raet wouden bedekte streken van het heete diepland en binnen
het verloop van ¿¿n etmaal kan klimmen tot 13,4° 1\. — 2o. dat
het verschil in de tweede en derde zone op opene, niet met
wouden bedekte plekken minstens even groot is als in de niet
zandige alluviaal-vlakte van Batavia en , op de horizontale hoogvlakten
dezer zone , zelfs grooler is en wel voornamelijk gedurende
de heldere, drooge maanden des jaars na stille nachten, ja, het
verschil klinit alsdan hooger dan ooit wordt waargenomen in de
vlakke dieplanden; in het Dieng-gebergte bedroeg het eenmaal
13,8° R. — o». Op grootere hoogte boven 6000 voet schijnt het
verschil tusschen de lemperatuur van dag en nacht weder af te
nemen, hetgeen ongetwijfeld moet worden loegeschreven aan den
geringen omvang der bergloppen, aan het steeds kleiner worden
der raassa van den vasten bodem en het afwezen van wärmte
uitstralende vlakten. De gedane waarnemingen in deze hoog gelegene
zone op Java zijn echter te gering in getal om, op grond
van het daaruit verkregen resullaat, nilspraak omtrent dit pimt
le kunnen doen. (1)
Ten gevolge van cleze grootere, nachtelijke verkoeling des
bodems en der luchtlagen, welke er het naastbij zijn gelegen,
ontslaat de nevel, die alle vlakke, horizontaal uilgebreide en niet
met geboomte beschaduwde streken dezer zone gedurende de
tweede helft van den nacht tot aan- of körten tijd na zonsopgang
bedekt. Naar gelang deze grasvlakten, deze ten deele met
Sawah's en andere bebouwde velden bedekte plateaux, gedurende
den loop des dags veel sterker door de zonnestralen worden
verwarmd dan de steile hellingen van bergen — waar de luchtlagen
in eene voortdurende beweging worden gehouden , uithoofde
steeds koelere luchlmassa's längs de hellingen afdalen en de plaats
(1) Hei jaarlijksehe verschil tn.sschen de hoogste en de laagsle lemperatuur, welke te
Batavia door een genomen (doch niet op denzelfden dag) werd hespeurd, bedraagt, volgens
P. J. Maier, gedurende den loop van drie jaron gemiddeld 8,6° R. — De door mij opgegevene
golallcn hebben bclrekking op het verschil op een en dmzelßen dag.
»»fi
i li,
* I