
•.•s.«;.':-
i
.'I» UI
' f.i- lar
Il
¡P
iri 1i
C4
Uoogtc III
voeten.
36. Pasir-Sampora, het hoogste punt van den Goenoeng-
Boeroet, viur gaans ten noordoosten van Sawarna,
op den weg naar de Wijnkoopsbaai 943
Gemiddelde hoogte der verschillende gcdeelten van het land in de
Oosietijke helfl van Centraal-Bantam.
a) Hoogte der kruinvlakten boven den spiegel der zee :
tusschen Waroeng-goenoeng en Lëbak 350
« Lëbak en Bòdjong manik SOO
« Bòdjong manik en de Goenoeng-Dadap . . . 700
b) Diepte der dalbodems beneden bel naasibij gelegene
boogland, van bet:
Tji-Oedjoeng-dal bij Bòdjong manik 370
Tji-Gëmblong-dal S525
Tji-Siki-dal SOO
Dal beneden den Goenoeng-Dadap 3615
Het Salak- en Gedé-gehergte,
N". 37 lot 47.
57. Goenoeng-Salak, hoogste znidelijke top Gadjah . . . 6760
58. Goenoeng-Panggerango, boogste punt van den noordelijken
riig 8150
59 Goenoeng-Mandala wangi, het laagst gelegene middenpunt
van den top des kegelbergs
40. Goenoeng-Mandala wangi, de noordwestelijke rand . . 9195
41. Goenoeng-Mandala wangi, de zuidoostelijke rand. . . . 9526
42. Pasir-Alang, verbindingsrug tusschen den Mandala wangi
en den Gëdé 7870
45. Goenoeng-Gëdé, het hoogste znidelijke punt van den
kratermuur 9250
44. Aloen-aloen, vlakte tusschen den Gëdé en Sedaratoe,
op haar midden 8540
1
Cl)
lÎoogle in
votiteii.
45. Goenoeng-Sedaratoe, voormalige, zuidelijke kralermuur,
bet westelijke uiteinde : G.-Gëmoeroe gebeeten . . . 8900
46. Goenoeng-Sedaratoe, het middengedeelte 9028
47. Goenoeng-Megaraëndoeng : het boogste punt van den
grooten weg, die over dit gebergte voert, tusschen den
eigenlijken Megamëndoeng en den Gëgër benlang (het
noordoostelijke voorgebergte van den Pknggerango). . 4620
Plaatsen op den voet en aan de helling der bergen Salak en Gedc.
N". 48 tôt 72.
48. Weltevreden (het Waterloo-plein). Rs 20
49. Buitenzorg (Bogor), middengedeelte, waar het paleis
staat. ARs 833
50. Pondok gëdé, buitenplaats 1700
51. Tjibogo, buitenplaats 1750
52. Tjiseroea, buitenplaats ^560
53. Bôdjong këton, op de noordwestelijke helling des Panggerango
(de vorige vier plaatsen liggen op den voet van
dien berg) 3^14
54. Benedenste grens der wouden boven Bôdjong këlon . . 4590
De volgende plaatsen en Pasanggrahan's tôt en met n". 67 liggen
aan de helling of op den voet van den Gedé.
55. Padjët, op de noordoosthelling, in 1842 3528
56. Tjibërëm, oost-noordoosthelling 3280
57. Bajabang, oosthelling 5324
58. Tjandjoer, Rs., oostelijke voet • l'iSO
59. Kali astana, oost-zuidoosthelling 3037
60. Padakati, zuidoosthelling 3208
61. Pèser, zuid-zuidoosthelling 3130
62. Soeka boerai, D., zuidvoet 18^0
63. Kapoegëran, zuidhelling 5130
5