
. I
i d
70
Uoogle in
voeten.
Meuglajaiig en Boekit djai'ian (in het poslhuis aan het
zuidwestelijlce einde van het dorp Tandjoeng sari). . 2690
127. Pasanggraiian-Negara wangi 3770
128. Hoogsle punt van den weg, die van Negara wangi naar
Lerabang voert, gelegen tusschen de bergen Poelasari
en Boekit toenggoel 4675
129. Lembang,D 3885
130. Goenoeng-Tangkoeban praoe , bodem van den oostelijken
krater Kawab-Ratoe, in 1837 ö230
131. Goenoeng-Tangkoeban praoe, boogste punt van den
zuidelijken kraterrand, in 1837 6030
132. Poentjak-Orat, boogste punt van den weg, die van
Lembang naar Boeka negara voert, gelegen tusseben den
Tangkoeban praoe en Boekit toenggoel (grens tusschen
Bandong en Krawang) 43ö6
Krawancj. Noordzijde der vroeger gemeinde bergiceten.
N». 133 tot 137.
If
133. Boeka negara, aan de noordhelling van den Boekit toenggoel;
buis van den administrateur : . 3650
134. Tjisalak, D., aan den voet van d" 1220
135. Téngger agoeng, D., aan den noordvoet van den
Tangkoeban praoe ; buis van den landeigenaar . . . 1890
136. Wanajasa, D., aan de noordhelling van den Boerangrang. 2075
137. Poerwokerta, ARs., vlakte voor bet A. Residentie-buis. 270
Goenoeng-Parang. [Onder Tjandjoer.)
N». 138 tot 142.
158. Peleret, D 850
139. Goenoeng-Tjoepoe 1270
140. Goenoeng-Bongkok 3050
141. Pasanggrahan-Goenoeng parang in het dorp Tjikantang,
gelegen aan den zuid-zuidoostelijken voet des
Parang 1750
71
Iioo;;te in
voclcri.
142. Westvoet van den Goenoeng-Parang, aan den ingang
van de voormalige goudmijn 1604
Soemedang.
N». 143 tot 144.
145. Soemedang, Rg 1560
144. Goenoeng-Tampomas,hoogste kruinvan den slakkenkegel. 5100
Tji-Manoek-dal.
N". 145 tot 159.
(a) Noordwestelijke grenskelen : 145 tot 148.
(b) Bodem van het dal, in het buitenwaarls gelegene,
läge gedeelte van zijnen loop : 149 tot 150.
(c) Bodem van het binnenwaarts gelegene dal: 151 tot 156.
(d) Zuidoostelijke grensketen: 157 tot 159.
145. Hoogstc punt van den weg, welke van Pengalengan
naar Pasir kiarais voert, over de grensketen tusschen
de distrikten Bladjalaja en Leles; de wegpas wordt
Goenoeng-Malang geheeten en ligt omtrent 700 voet
lager dan het boogste punt der keten Poentjak tjai. . 5715
Het paspunt van den weg, welke van Pengalengan
naar Tjiparai voert, gelegen op den zadel tusschen de
bergen Wajang en Malawar, heeft eene gelijke hoogte.
146. Goenoeng-Goentoer, noordwestelijke, hoogst gelegene
rand des kraters, in 1857 6100
147. Goenoeng-Mesigit, bergtop achter den Goentoer, in 1857. 6650
148. Goenoeng-Pepandajan, kraterbodem in het hoogst gelegene,
zuidoostelijke gedeelte des kraters; het boogste
punt van den geheelen berg; de zuidelljke kratermuur
verlieft zieh daarboven, naar schatting, 7 d 800 voet. 6600
149. Veer (overhaal) over de Tji-Manoek, gelegen beneden de
monding der Tji-Loetoeng, in de nabljheid van Karang
samboeng, op den grooten weg, die uit de Preanger
Regentscbappen naar Tjeribon door de vlakte loopt. . 70