
f
ì
Viercio zone. 502 K l i m a a t .
Januarij — nog somlijds het geval. Dan steeg de noordwestewind
opwaarls längs de Iiellingen des kegelbergs , welke naar die
zijde zljn gekeerd en blies over den berglop, lerwijl hij alies in
dikke nevelen hulde. Dil had nimmer des ñachis plaals, maar
geschiedde slechts sorawijlen des daags, wanneer de zon liare
slralen nederschoot op de oppervlakte der zuidooslwaarls slroomende
luchtlaag, welke vol dampen was; deze werd daardoor
verwarmd , zij zeUe zieh uit, hetgeen hel opslijgen dier luchtlaag
längs hellingen, welke zieh in die rigling verheífen, — die naar
het Westen en noordwesten zijn gekeerd,-— zeer bevorderlijkis.
Zoodra deze heilende kracht hare werking staakt, zoodra de zon
onder den horizon is verdwenen, houdt de beweging van den luchtstroom
op; er volgt een heldere nacht, met volkomenewindstille,
of een nacht gediirende welken slechls een zachte oostewind waait.
Niet lang echler hehoudt de weslewind op deze hooge bergtoppea
de overhand boven den oostpassaat; hij heerscht gewoonlijk slechls
een halven, hoogstens gedurende éénen dag; dan herneemt deze
weder zijne vroegere heerschappij en weken, j a , maanden gaan vroobij
alvorens het den weslewind andermaal gelukl zieh zoo hoog te verheífen
en de darapwolken, die uit de kraters der vulkanen opslijgen,
gedurende 6, hoogstens 12 uren lang naar het oosten of zuidooslen
voort te stuwen; deze vermengen zieh dan raet de dikke
nevelen van den vochtigen, noordweslelijken luchtslroom.
Weken lang heb ik mij gedurende de maanden Januarij, April,
Julij en November op den top des vroeger genoemden G.-Mandala
wangi opgehouden en zachte ooslelijke winden aldaar steeds heerschend
gevonden. Slechts eens, — in April, 1859, —verhiefde
oosle- en nnordoostewinä. zieh gedurende een halven dag tot een
hevigen slorm, vergezeld van nevel en nevelregen, die in den loop
van een nur herhaaldelijk al de streken van hel compás doorliep;
zelfs na het ondergaan der zon blies hij raet rukken over den
berglop, totdat er plotseling na middernacht eene gelijkedoodsche
stille op volgde als was voorafgegaan.
6". De veranderlijkheid, welke wordt opgemerkt in den
toestand van de wärmte en de vochtigheid der lucht, is in deze
zone grooter dan in eene der vroeger behandelde zonen; ditisniet
"^fríiinifili
• t..
Vierde zone. 565 Klimoat,
slechts het geval in de verschillende getijden des jaars, op verschillende
onmiddelijk op elkander volgende dagen, maar zelfs
gedurende den loop van een en denzelfden dag. De wolkennevelen
liggen niel meer slil en onhewegelijk op het gebergle, gelijk in de
vorige zone, maar worden slechts van tijd tot lijd over den bergtop
heengestuwd, ten gevolge waarvan de thermometer op het
middengedeelle van den dag, tusschen 10 en 5 ure, lien malen
rijst en daall; nu eens is de lucht volkoraen met waterdamp ververzadigd,
dan weder bedraagt het psychrometer-verschil 3 à 4
graden, zoodra de wolkenstrook, die alles in nevelen hulde, is
voorbij getrokken. Eene snelle afwisseling in de dagelijksche
atmospherische verschijnselen mag derhalve als een bijzonder kenteeken
van deze zone worden beschouwd, — naraelijk, gedurende
den loop des dags — want na zonsondergang heerscht gewoonlijk
eene doodsche stille in den dampkring. Stljgt nu de westewind,
staande den regenmoesson tot boven den hergtop, nadat een drooge
dag, gedurende welken tijd een zuidoostewind waaide, was voorafgegaan,
dan volgen de uitersten van vochtigheid en droogte snel op
elkander; een helder blaauwe, wolkenlooze hemel en dikke nevelen
wisselen raet elkander af. — Maar op dezen lijd, in den westmoesson,
wanneer de nevel, die op de bergtoppen lag, zieh heeft
verdeeld en de wölken, die hel laagland bedekten, zieh hehben ontlast,
dan is de lacht het doorzigtigst; dan kan men zeer ver
verwijderde voorwerpen raet het bloote oog onlvvaren; van den top
des G.-Mandala wangi, hij voorbeeld, kan men alsdan zeer duidelijk
de mästen der schepen zien, die op de reede van Balavia
liggen, nietlegenstaande de lijnregte afstand 44 minuten bedraagt. —
Ten opzigte van de groote veranderlijkheid, die waargenomen wordt
in den toestand der vochtigheid van de lucht in deze zone, zie de
lezer de vroeger medegedeelde label; men vergelijke, bij voorbeeld,de
waarnemingen, welke op den top des G.-Mandala wangi gedurende verscheidene
achtereenvolgende dagen, op hetzelfde uur werden gedaan.
»0. Dagelijksche gang der bewegingen enverschijnselen
in den dampkring. Treedt men des morgens vroeg voor zijne
hut, die men aan den rand van den top eens 9 à 10 duizend voet
t. •
ñ