
ititti
. Sl
f:
i-
G6
IlvyoogelteeJ Jin.
64. Sala binlaiia, ziiid-zuidwesthelling 2950
63. Tjiboenar, zuidwesüielling. . 2746
66. Tasir datar, zuidwesthelling 2900
67. Nagrok , west-ziiidwestvoet Iö20
68. Tjitjoeroek, D., tusschen den Ged6 en den Salak. . .1620
69. Tjitjadas, op de zuidhelling van den Salak 2484
70. Tjikorajoet, op de oost-zuidoosllielling van den Salak. 2530
71. Tanggil, op de west-noordwestlielling van den Panggerango
72. Tapoes, insgelijks 2660
Dislrikten Djampang koelon en wetan.
N». 75 tot 83.
73. Hoogte van den zuidoostelijken oeverwand der Wijnkoopsbaai,
de steile helling van het hoogland, bewesten
het dorp Tjitjapoen 1862
74. Hoogte van den Linggoeng-muur, ten noordoosten van
Tjikande 112S
75. Doegoe, op den bodem van het Tji-Boeni-dal, aan den
voet van den Brengbi^eng 580
76. Tandjoeng, gelegen op een voorsprong aan den voet van
den Brengbreng 970
77. Goenoeng-Brengbreng, hoogsterandbovenTandjoeng(grens
tusschen Djampang koelon enTjidamar) 1910
78. Bödjong peter, op den bodem van het Tji-Djampang-dal. 1020
79. Pasir-Goöng, ten zuiden van Bödjong peter 2220
80. Soekanegara, D., aan den oever der Tji-Lalaboelan . . 2564
81. Bergrug bezniden Soekanegara 2890
82. Tjampaka 3050
83. Noordrand van het Djampang-gebergte, zuidwaarts van
Tjandjoer op den weg naar Tjampaka 2260
67
Diepie der kloven in Tjidamar en in Soekapoera, d. i., hoogle van
den rand der kloof boven den dalbodern.
N". 84 tot 90.
Hoogte in
voetcn.
84. Tji-Lajoe, Westrand 700
85. Tji-Laki, Westrand 840
86. Tji-Sad6a, Westrand, boven het dorp Piawa kondang . 1125
87. Tji-Sangiri, oostrand: Goenoeng-Lanljang 1345
88. Tji-Sangiri, Westrand, uabLJ het doi'p Garoeng . . . 1625
89. Tji-Patoedja, Westrand, nabij het dorp Nagrok . . . 470
90. Tji-Longan, Westrand : Pasir-Batoek, nabij hetdorp Dedel. 1670
Groote weg van Tjandjoer naar Bandong.
N». 91 tot 95.
91. Tji-Sokan, bodem der kloof 716
92. Tji-Sokan, regterrand der kloof, in het posthuis . . 866
93. Tji-Taroem, bodem der kloof 675
94. Tji-Taroem, linkerrand der kloof 926
95. Hoogste punt van den grooten weg tusschen Tjandjoer
en Bandong, aan den noordelijken voet van de kalkrots
Goenoeng-Awoe of Babi asem 2567
Grensbergen ten zuiden van het plateau Bandong.
N». 96 tot III.
96. Goenoeng-Malawar, hoogste, oostelijk gelegene top. . . 7090
97. Malawar tjiparai, aan de oostelijke helling van dien berg . 3312
98. Pengalengan, Pasanggrahan in het zuidwestelijke gedeelte
van het plateau, ten zuiden van den G.-Malawar. . . 4400
99. Bedding der kloof, waarin de Tji-Sangkoei stroomt,ten
Westen van den Pasanggrahan 4120
100. Vljver ten noorden van den Pasanggrahan . . . . 4280
101. Punt van vereeniging der beken Tji-Berem en Tji-
Sangkoei 4150
- ij '
% .
"W
tu I -i
I I S S —