
íllfai
. 1
Eerstc zone. 286 Vijfdo gebied.
kosmopoliet, overal een vaderland vindt en den Europeschen reiziger
het beeld voor den geest brengt der moerassen van zijn kouder,
raeer noordelijk liggend geboorteland.
A a n den oever «lez;ei' w a t e r e n , im d e n iM0«l«aei-ÍJ0»lcm,
wortelen vele grassoorten en Cyperaceen, ais R o emb o e t malel a :
Panicum sarmentosum Roxb. en auritura presi., benevens Fimbristylis
railiacea Vahi., Cyperus vulgaris sieb. en anderen, waaronder
eenige kruidachtige of halfslruikachtige planljes worden aangetroffen,
wier gele, rood- of blaauwachtige bloemen een nieuw sieraad
aan het grastapijt bljzetten. Het zijn K i gaboesan: Jussiaea
repens l. en Ludwigia lythroides bi., maar vooral Djampang
s a w a h : Xyris indica l. , waarvan de naam reeds aanduidt, dat
zij niet slecbts op den wilden moerasbodem, maar bovenal in
onder water gezette rijstvelden groeit; ginds verheffen zieh haré
schachten, wier spitsen met schoone, geelkleurige bloemhoofdjes
zijn gesierd, groepsgewijs, ja, bij duizenden opwaarts. GewoonlLjk
worden in haré nabijheid gevonden E t j eng : Sagittaria hirundinacea
bi , Monochoria vaginalis en hastaefolia Presi. (Pontederia l.,
benevens Hydrolea zeylanica Vahi. (javanica auct. ) , welke laatstgenoeníde
vooral veelvuldig groeit in rijstvelden, waarvan het water
reeds afgeloopen is. De vorm en hemelsblaauwe kleur harer bloemen ,
waarmede zij in eene groote hoeveelheid is bedekt, herinneren
den beschouwer aan Veronica Beccabunga, die in Europa op dergelijke
vochtige plaatsen groeit. Hier of daar aan den oever eener
sloot groeit eene Aroidea Sampi gèdé: Lasia Merkusii Hassk.,
terwijl Ludwigia fruticulosa bi., Jussiaea suffruticosa l . en Lysimachia
javanica bi. bij voorkeur aan den oever van stroomende
wateren, van beken opgroeijen, ter plaatse waar de Javasche vischotter
Andjing ajèr: Lutra leptonyx, zijn verblijf houdt. Zeer
zeldzaam, ja, slechts op weinige plaatsen wordt, in het
hinnenland van Java, W awa l i n g i a n s. : Typha angustifolia l.,
aangetroflfen, niettegenstaande zij tot de meest algemeen verspreide
soorten behoort, ja, een wäre kosmopoliet onder de planten mag
geheeten worden.
Hoewel het meerendeel der soorten, zoo als insgelijks eenige geslach-
Eerste zono.
ten der planten, die de Javasche Rawa-flora uitmaken, raetuitzondering
der Lemma minor, verschillend zijn van de Europesche moerasplanten,
zoo heeft bare algemeene physiognomie weinig eigendommelijks;
er bestaat integendeel ten dezen opzigte eene groote
overeenkomst met de üora der stilstaande wateren in Holland,
waarop Nymphaea alba, en lutea drijven of aan wier oevers Epilobium
hirsutum , wast en Iris pseudacorus bloeit. Hiervan moet
echter Pistia stratiotes worden uitgezonderd. Deze plant groeit in
zulk eene menigte en zoo digt nevens elkander, dat uitgestrekle
Waterspiegels, ja, de oppervlakte van gansche vijvers, gelijkmatig
zijn bedekt met haar fraai, fluweelachtig groen bekleedsel, als met
een tapijt, waardoor slechts hier en daar een blinkend plekjevan
den waterspiegel zigtbaar wordt, wanneer een goudvisch,
I k a n mas: Cyprinus floripinna iLet. v. h . , een Ikan tambra:
' Barbus tambra k. et. v. ii., of een Ik a n g o e r am i: Osphronemus olfax
Gommerson, al plassend er doorspringt. Dit zijn de visschen, welke
in vijvers en in groote bekkens van brennen zijn gezet, van welke
Ikan goerami, zoo wel door Europeers als inboorlingen, als de sraakelijkste
wordt beschouwd.
Honderden van andere vischsoorten worden in de meren en
groote Rawa's gevonden; onder deze komt Ikan gaboes: Ophicephalus
striatus e.V., het menigvuldigst voor en wordt door de
inboorlingen bijna even hoog geschat als de zeevischlkan kakap:
Lates nobilis c. v . , door de Europeers. Terwijl Leguanen: Monitor
hivittatus Gray, van tijd tot tijd boven den Spiegel van het water
zigtbaar worden, of even als kleine krokodillen, hier en daar aan
den oever uitgestrekt liggen, zoo waden eiders troepen reigers en
op ooijevaars gelijkende vogels: Ardea speciosa Horsf., Tantalus
lacteus , Ciconia leucocephala en capillata xemm., benevens anderen
hetzij längs den oever der Rawa's of door den raodder der rijstvelden,
waar kikvorschen, Kodok, in menigte worden aangetroffen,
die hun tot voedsel dienen. Aan bloedzuigers, Lintah:
Hirudo vittata en javanica K. etv.H., e. a. is in dergelijke stilstaande
wateren geen gebrek. — De Spiegel der meren en van
de grootere Rawa's wordt verlevendigd door de kleine, fraai gem