
f è
Twcede zone. 594
'
I $«
Kiiiiiaiit.
fi
lijdig er mede waaijenden ziiidooslewiiid, welke gedurende liet
gansclie jaar in de zone der hooge bertoppen de overhaiid heeft.
De opgenoeinde winden, welke in het binnenste des lands
waaijen, gaan allen, zonder iiilzondering, des nachts in volkomen
wiiidslilte Over, of zij doen sich althans met minder hevigheid gevoclen;
zelfs de zuidoost-passaat, welks onlstaan aan algenieen
werkende oorzaken moet worden loegeschreven, die zieh over znlk
eene groote uitgestreklheid des aardbols doet gevoelen, waait des
nachts zelden met gelijke hevigheid als des daags, ja, hij gaat
des nachts gewoonlijk in volkomen windstille over. Dil is insgelijks
het geval met den westewind, — den regenwolkenstroom,—
cok deze waait niet gedurende de meesle nachten. Geen wolkje
Mijft des nachts in den dampkring zigthaar. Slechts de zeewind
neemt van middernacht lot aan den morgen in kracht toe. Onistreeks
dezen tijd is het, ja, raenigwerf reeds van 6 of 7 uredes
avonds, dat längs de hellingen van alle hooge bergen, die aan den
noorder kant vrLj afdalen in de viitgestrekte alluviaal-vlakten, voortdurend
een zachte wind van de toppen bergafivaarts waait. Hieruit blijkt,
dat de koudere luchtlagen des nachts, gedurende welken tijd geene
verticale luchtstroomen meer opwaarts stijgen, van hoven naar
beneden afdalen. Ilet mag daarenboven waarschijnlijk worden
gcacht, dat dit afdalen van koudere luchtstroomen längs steile
berghellingen zeer veel toebrengt om den warmtegraad te verminderen
en de nevelen te doen ontstaan, welke den bodem bedekken
van dergelijke vlakke streken als Bandong, Dieng, enz., die aan
alle zijden door hooge bergen zijn omgeven.
Ook hier laat zieh duidelijk ontwaren, dat de oorsprong der
luchtstroomen moet worden gezocht in de verwarming der aarde
door de zon en in de verschillende mate van vatbaarheid ten dezen
opzigte van zee en land, zoo mede van de verschillende deelen
des lands, die ongelijk van hoogte en verschillend van hoedanigheid
zijn. In alle zonen van Java volgen op de meesle dagen
windstille en heldere nachten.
«o. Een ander gevolg van den geringen afstand waarop de
slreken, tot deze zone behoorende, van de grens der wölken zijn
gelegen, is de groote verandcrlijkheid waaraan de lucht
i L
mm
Twecdo zone. 39Í5 Klimaul.
If 1
onderhevig is, wat betreff de mate van wärmte of vochtigheid
er in aanwezig; herhaaldelijk worden ten dezen opzigte
gedurende den loop van eenen enkelen dag afwisselingen waargenomen,
helgeen in de derde en vierde zone in eene nog hoogere
mate het geval is. Reeds vroeger hebhen wij melding gemaakt
van het snelle dalen der temperatuur na het plaats grijpen van
onweerregens en van de grootere nachtelijke koude; maar zelfs
d a n , wanneer geene onweörsbuijen zieh onUaslen, stijgt en daalt
de thermometer op eenen en denzelfden dag herhaaldelijk, hetzij
wanneer wölken hare schaduwen op dat gedeelte der aarde werpen,
of de zon weder door het vroeger zaamgepakte wolkendak breekt,
hetzij dat een sterke windvlaag zieh verheft of hierop later eene
volkomene windstille volgt. •— Somtijds gebeurt het, dat een uiterste
toestand der weersgesteldheid in de zone van o ä SOOO voet dagen, ja,
weken lang blijft aanhouden, wanneer een der beide over elkander
heenglijdende luchtstroomen den anderen heeft verdrongen. Heeft de
benedenste, vochtige, westelijke luchtstroom de overhand, dan
begint het, bij voorbeeld, te Lembang, welke plaats hoven Bandong
en ter hoogte van 5880 voet ligt, reeds ten 11 ure te
regenen; deze regen houdt den ganschen dag aan tot omstreeks
den avond, waarbi j vooral gedurende de maanden Maart en April, —
dat tijdperk van overgang tusschen twee verschillende jaargetijden,
— des middags en des namiddags de hevigste donderbuijen
zieh ontlasten. Het knallen der donderslagen verdooft den waarnemer,
die zieh in het midden van electrieke wölken ])evindt.
Deze onweders ontlasten zieh op het 1720 voet lager gelegene
plateau van Bandong eerst ten 1 ure, derhalve 2 uren later. —
Verkrijgt eindelijk de bovenste, drooge, oostelijke luchtstroom de
overhand, nadat deze onweerregens gedurende 5 tot 8 dagen
hebben aangehouden, dan volgt er gedurende dagen en nachten
het helderste, droogste weder, gedurende welke bijna geen regen
valt, niettegenstaande te gelijker tijd, in het diepland te Batavia,
de sombersle regenwolken door den weslewind over de vlakte
worden heengestuwd. Gedurende dit tijdperk, in den regenmoesson,
is de lucht in alle zonen het doorzigligst, het helderst, namelijk,
in de openingeu tusschen de wölken, waardoor men een