
liMiil
ICersle ione.
Kultuiir.
t- ~
i -
Si r
-•ì t Ir
npzigle worden de opgenoemde lioornsoorlen verre overtroffen door
Renar i, «.Kitoewak: Canarium commune l., welks pillen eene
voortreflelijke olie opleveren, en als amandelen worden genuUigd ;
wijdersdoordenfijngebladerdentamarinde-boomAsam, s. j- Asëm:
Tamarindus indica L,; waar deze boomen 1er zijde van den weg
zijn geplant, kan men zieh gewoonlljk verzekerd houden, dat men
in de nabijheld van een hoofddorp is aangekomen. Geene andere
boomsoort vormt zulke fraaije, lommerrijke lanen als de laatslgenoemde.
Slechts de W e r i n gin-boom (Ficus benjaminea) overtreft
ben in omvang en in digtbeid van loofgewelf; doch deze boomsoort
wordt alléén in de vorslenlanden tot het beplanten van wegen gebruikt
en wordt meer algemeen op de Aloen-plaatsen der dorpen
gevonden. — Hier en daar ontwaart men van tijd tot tijd een Poön
d a n d o e r of Randoe alas : Salmalia malabarica scwt, Endi.,
maar des te zekerder trekt bij het oog des reizigers tot zieh door
zijne reusachtige groolte en het bladerlooze zijner takken, die alsdan,
in zijn bloeitijd, allerwege bedekt zijn met groote bloemen ,
waarvan het binnenste met eene scharlakenroode kleur is overtogen.
Ook de vrucht van dezen boom, die steeds de nabijheid van
een dorp aanduidt, levert katoen op.
GBWASSEN, DIB TOT HET VORMBN VAN HBGGBN WOrdOU gCbCzigd.
Niet altljd strekt het rijstveld — de Savvah — zieh uit tot aan
den zoom der hoschjes, die hier en daar er in verstrooid liggen ; akkers
van geringe uitgestrektheid omringen menigwerf de dorpjes,
gelijk in Europa tuinen in de omstreken er van worden aangetroffen,
en daarin is het,, dat verscheidene der vroeger genoemde
gewassen worden aangekweekt, die minder algemeen in de Javasche
buishouding worden gebezigd dan de rijst; dergelijke velden
worden voornamelijk op een heuvelachtigen bodem aangetroffen.
Deze kleinere stukken gronds worden in vele streken omtuind
met Pan d a n rampé : Pandanus latifolius Rumph. en Pan dan
t i k a r , s. s ama k : Pandanus Samak Hassk., die men veelvuldig
aanplant, uithoofde hunne bladeren worden gebruikt tot het
vlechten van matten; elders ontwaart men Djarak kosta (of
Dj. d joetoen) : Curcas purgans Mdk., S o e s o e r a h : Euphorbia antiquorum
L., of Tikël baloeng : Euphorbia Tirucalli i.., die, bem
iMim êM,
licrstc zone Kultuur.
nevens de volgende, voornamelijk tot dat einde worden gebezigd,
uithoofde zij zeer spoedig opwassen, of een digt gehladerle hebben ,
of eene tamelijke hoogte bereiken. Daarenboven moet onder deze
soorten eene voorname plaats worden ingeruimd aan destruikenKed
0n g d 0 n g : Panax fruticosum L. en obtusum Bi., An d 0 e 10 em b 0 da s
en b e r em : Praptophyllum hortense Nees , die nu eens witte dan roode
bladeren draagt, benevens Set jang : Caesalpinia sappan l . , terwijl
hier en daar eene Caesalpinia pulcherrima Sw. voorkomt, welker schoon
gekleurde bloesems een nieuw sieraad aan het gebladerte bijzetten.
Zijn wij het boscbje, welks binnenste wij van naderbij wenscbten
te leeren kennen , intusschen genaderd, dan ontwaren wij in
de menigvuldige schakeringen , die zieh in het groene loofgewelf
der afzonderlijke kroonen van het geboomte laten bespeuren, —
hier vertoont het zieh lichtgroen , of blaauwachtig donker, elders
geelachtig of bruinachtig groen aan het oog, — dan ontwaren wi j ,
zeg ik, daarin een bewijs van de groote verscbeidenheid der boomsoorten,
welke wij zullen aantreffen. Boven het vereenigde bladerendak
dier hoomgroepen verheffen zieh de blinkende, geelachtiggroene
toppen der Palmen. Maar te vergeefs hadden wij gehoopt
onze schreden naar het binnenste van het boschje te rigten , want wij
bevinden ons vöör eene ondoordringbare haag, bestaande uit pijpvormige,
met geledingen voorziene stammen , die het gansche
bosch omsluit. Wij staan hier voor de Bamboeshegge van het
woud. Het zijn de geelachtige halmen van den Bamboe, Awi:
Bambusa sp. div., die, bij duizenden digt nevens elkander
geplant, eene hoogte van 40 ä 70 voet bereiken; hunne toppen
, met een zacht loof versierd, dat door den ligtsten adem des
Winds wordt in heweging gebragt, hellen boogsgewijs over, waardoor
de schoonste zuilengangen worden gevormd. Het zijn voornamelijk
Bamboe tal i , s. Awi apoes: Bambusa Apus Schit. , Awi
b i t o e n g : Bambusa Bitung schit., Awi tamiang: Bambusaverticillata
wiiid, , die hier staan. De jonge spruilen der Bamboes-soorten worden
als groenten genuLtigd en de halmen dienen tot het bouwen van
huizen; de eerstgenoemde Bamboes wordt in dünne repen gespleten en
voornamelijk gebezigd tot het vervaardigen van touw- en vlechtwerk.
SIechls hier en daar wordt eene opening hespeurd in den kring,
i
- . •
i L