
«r-rtif*^
Eoi'slc zone. 258 Hcvstc göbie.ü.
gcdurcnde den regentijd bijna ieder jaav ondcr waler, namelijk,
onder zoct waler slaan. Nipali,j. Bajoe: Nipa fruticans \v«rmb.,
ecu dwcrgachtigc palmboom, die geen slam hceft, als het ware een
top van een Kokos-palm zonder slam, yerdient in de eersle plaals
le worden geiioemd, dewijl deze boomen groepsgewijs digt nevens
clkander opwassen, zonder dat er andere gewassen tnssclien voorkomen,
bedekken zij menigwerf alléén groole moerasacblige streken,
waar het zoute water der zee, dat in kleine bogten en kanalen
binnenwaarts stroomt, zieh vermengt met bel troebele water van
buiten bare oevers getredene rivieren. Ter naanwernood dürft men
het wagen om den voet te zelten op den lossen modderbodem,
waarop vochligheid en bitte met elkander om den prijs kampen,
en waaruit een eigenaardige, onaangename renk opstijgt. (1)
Waar de bodem van het moeras eenige meerdere vastbeid bezit,
daar is bij menigwerf over eene groote uitgeslrektheid bedekt met
Gali gali, s. Aroi toeroedjoe: Delivaria ilicifolia Prs., (Acanthus
L ). Het is een kleine struik, waarvan de stekelachtige bladeren
een ondoordringbaar krenpelhout vormen ; hier en daar
wordt hij afgewisseld door een even grooten , aromatischen struik
B e l o e n t a s : Plncbea indica Less, (Bacharis L.) , die insgelijks
groepsgewijs wast, doch niel zulke groote streken bedekt als de
vroeger genoemde plant. Daartusschen groeit Kembang boeg
a n g : Clerodendron inerme Gartn., benevens KSmbang nagas
a r i : Acacia Farnesiana wmd,, een stekelachtige struik, welke
kleine, gele bloesemknopjes en zwarte, dikke, kromme peulvruchten
draagt ; deze komt echter meer afzonderlljk voor op de
hooger rijzende strooken des bodems, die als dämmen zieh uitslrekken
tusschen het meer moerassige gedeelte er van. Ter zijde
van dergelijke dämmen verheffen zieh de bruine, vruchtdragende
toppen van den heesterachtigen Bakoe laoet: Acrostichum inacquale
Wiiid., die half in het moeras is geworteld, eene hoogle
van 4 à 6 voet bereikt en bosgewijs nevens elkander groeit,ter-
(1) In baaijen, binnenzeoSn, waar geene branding Staat, zoo als in de Kinderzee,
tusschen Java en Noesa kambangan . worden strooken, bedekt met Nipah-bosschen , dikwijls
voör, d. i., aan de buitenzijde van Rhtzophora-wouden gevonden.
i f
lierste zone. 259 Uersto gebicd.
wijl de lange lakken van een kruipend slruikgewas, Katoewér:
Derris uliginosa Benth., (Ponganiia DG.) die gevinde bladeren en
ronde, reglstandig opgroeijende peulen draagt, längs den zoom
van het moeras en ter zijde van de dämmen zieh eilen ver uilstrekken.
Minder algemeen vindt men op dergelijken moerassigen
bodem tusschen de vroeger genoemde boomen en struiken Kajoe
(of s. Ki) gaboes : Alstonia scholaris k. Br., een boom, welke
eene hoogte van ongeveer 20 voet bereikt, en waarvan het
Witte, builengewoon zachte hout in plaats van kurk wordt gebezigd
om er insectennaalden in te steken ; hij wordt slechts hier
en daar aangetroifen, zoo als onder anderen het geval is te Samarang.
— Ter plaatse waar geene der vroeger genoemde zoo
verschillende struiken worden gevonden, is de bodem bedekt met
het kleine heesterachtige Dj a n g k a r mér ak : Salsola indica Wiiid., die
voornamelijk groeit op een harden, van tijd tot tijd onder water
staanden kleibodem.
VlaatseUjUe bescltawwing. Groot is de invloed, welke
de Rhizophora-wouden uitoefenen op de verbreeding der kusten
in die streken, waar aanslibbing kan plaats grijpen, ten gevolge
van het uitwateren van groote rivieren. De dooreengewarde wortelen
verlragen het afloopen van het troebele water, de aarddeelen
bezinken spoediger, en zelten zieh vasi. Eene menigte ligchamen
van zeer verschillende soort wordt bij het afslroomen van het
waler insgelijks er door teruggehouden, zoo als schelpdieren,
stukken van boomstammen en takken, doode dieren, die, hetzij
van de land- of van de zeezijde, aanspoelen en naauwelijks is de
bodem aan de wateren onttogen of honderden van zaden ontwikkelen
zieh, en de verschillendste planten Schieten wortel. In
vele binnenzeeén, zoo als in de Kinderzee, Segara anakan, aan
de zuider kust van Java, gelegen tusschen de alluviaal-vlakte
der Tji-Tandoei en het daarvóór liggende eiland Noesa kamhangan,
oefent de verbazend snelle aanwas van schelpdieren
Simping (of Wisi simping ». : Meleagrina sp?, mede eea
grooten invloed daarop uit. Vier dorpen, Kajoe mati, Moeara
toea, Oedjoeng alang en Pènileng, verheffen zieh op palen boven
een bodem, die bij het ebgelijde bijna geheel en al droog slaat.
- Üi, i
'Ì. ¡
' 1