
mm
Aanhaiigscl. 61i2 N o t a ' s .
en armen zijn met ringen en edelgesleenten op het kostbaarste
gesierd, haar hoofd is bedekt met een hoog rijzend, luislerrijk
diadeem (Makoeta) — en te midden van dezen zoo overvloedigen
tooi van juweelen en andere sieraden ontwaart men den slanken
vorm van het bovenlijf, den weligen vrouwelljken boezem, die
naakt zijn voorgesteld. — Wie erkent niel dadelijk in deze
zinnebeeidige teekenen de godin Doerga (1), de gemalin (Sakti)
van den Brahmanschen god Siwa, — welke door hare wonderbare
schoonheid, door hare acht armen de omvattende magt te kennen
geeft, door haar in de levende natuur uitgeoefend? De Javanen,
welke legenwoordig in de omgeving dier tempelruinen wonen,
bidden haar aan als het symbool der teelkracht, der vruchtbaarheid.
Zij is dezelfde mythische persoon als Ratoe- Loro kidoel,
die aan de zuiderkust van Java, te Rongkop, Karang bölong, vereerd
wordt als de godin der zee, der onuitputtelijke verscheidenheid
van het leven. Het valt niet moeijelijk aan te toonen, dat de
aanbidding dezer godin, hoezeer in eenigzius gewijzigde vormen,
een latere weerklank is van de voormalige Brahma-godsdienst op
Java, ja, dat de godenleer der Brahmanen in de dichlerlijke ziel
van den Javaan, die een voornaam genot zijns levens vindt in
gelijkenissen, zinnebeeidige voorstellingen, zoo diepe wortelen heeft
geschoten dat het kale, drooge Mahommedanisme, zelfs gedurende
een 4 ä S eeuwen lang bestaan, deze voorstellingen niet geheel
en al heeft kunnen uitwisschen.
Thans zullen wij dfen lezer een beknopt overzigt leveren van
de bijzonderheden in de leefwijze dezer vogels (Hirnndo esculenta),
zooals zij door mij op de eene plaais te Karang bölong, gelegen
aan de zuiderkust, digt boven de schuimende branding, en op de
andere plaats te Bandong, gelegen in het binnengedeelte des eilands,
ter hoogte van 2000 voet boven den spiegel der zee en op een
afstand van 10 geographische mijlen van het naastbij gelegene
gedeelte der kust, zijn waargenomen ; hierbij zijn gevoegd de
mededeelingen, die ik heb ontvangen uit den mond der meest be-
(1) Behalve in de Tjandi- Loro djoenggrang bij Prambanan, worden Doerga-standbeelden
nog op vele andere plaatsen van het eiland Java gevonden.
Aanhangsel. G33 Nota's.
jaarde pliikkers, die konden geacht worden eene grootere ervaring
te bezitlen dan de overige.
1", BANDONG EN KARANG BOLONG: Wauneer de vogels broeijcn
of jonge vogels in het nest hebben, dan verblijft de helft van den
ganschen zwerni in het hol, in dier voege dat mannetjes en wijfjes
zieh telkens, na een tijdsverloop van zes uren, in het broeijen
aflossen; zij broeijen «Jtermaal in het jaar en doen dit—wanneer
een verschil van 10 dagen niet in rekening wordt gebragt —
allen te gelijker tijd. Zij bouwen hunne bekende eetbare nesten —
Sarang boeroeng •— op beide plaatsen in donkere, schier ongenaakbare
holen. Zij vliegen, zelfs wanneer het pikdonker is,
door de naauwste spleten der rots, zonder daarbij op eenige
plaats aan te stooten.
20. KARANG e o l o n g : De eetbare zwaluw houdt zieh op in het
binnenste der holen. Eene andere zwaluwsoort, Boeroeng lintjih,
nestelt in hetzelfde hol doch raeer naar voren, in de rigtingvan
de opening, en bouwt hare nesten uit dorre grasscheulen, Glagahbloemen,
fijne bladeren , die met «zeeslijni» aan elkander worden
gelijmd, ten gevolge waarvan deze nesten, hoezeer van mindere
hoedanigheid, toch bruikbaar worden geacht. In deze holen aan
de kust kunnen vleermuizen hun verblijf niet houden, uithoofde
bij het uit- en invliegen door de naauwe opening de grootste vlugheid
wordt vereischt, om door de branding der zee niet overstelpt
te worden. — bandong: Zwaluwen en tevens vleermuizen (Lalai)
houden in alle holen verblijf; zij wonen echter in verschillende
afdeelingen, als het wäre kamers van het hol; beide voeden zieh
met insekten. De vleermuizen slapen des daags; alsdan hebben de
zwaluwen het hol verlaten om voedsel le zoeken. Wanneer de
zwaluwen des avonds huiswaarts keeren om zieh in hunne nesten
le begeven, dan vliegen de vleermuizen uit; zij komen eerst den
daarop volgenden morgen terug , gedurende welken tijd de zwaluwen
het hol verlaten om hun gewonen togt te hervatten. Uit
dien hoofde zijn deze dieren, die op eene zoo zeer verschillende
wijze bewerktuigd zijn, ofschoon zij hetzelfde hol bewonen, toch
nimmer gedurende een en hetzelfde tijdstip bijeen; zij hinderen
elkander niet; de eene troep vliegt steeds uit het hol, wanneer
.1 r