
nijiìTriiiiMii msà
' J i
Tweedo zoilo. 400 Klimaat.
r i g l i n g , eenc dikte vau 5000 voet. Geniiddeld geiiomen mag Iiare
dikte worden geschat op 1500 Toet.
Waait des moi-gens in de nabijheid der kiist een zachle laudwind,
die omstreeks 9 of 10 ure door den zeewind wordt vervangen,
— welke natimrlijkerwijze eene tegenovergeslelde rigling
heeft, — in bel binnensle des eilands heerscht gedurende dien
tijd eene volkomene windslilte, namelijk, te Bandong, welke Streek
lhans het onderwerp onzer heschouwing uilmaakt. Eerst ten 10
of 11 ure bespeurt men hier zeer zacbte, onbestendige horizontale
luchtstroomen. Naar gelang de zon hare stralen meer
loodregt op den bodenr nederschiet, aan dezen een hoogere
graad van hitle wordt medegedeeld, de verdamping toeneemt
van het water der rijstvelden, waarvan het grootste gedeelte
der hebouwde vlakte is hedekt, in gelijke mate vermeerdert
het aantal cumulus-wolken in den dampkring; zij zweven
vrij in de lucht en scbijnen iets hooger in den dampkring
le worden gevormd dan gindsche wölken, die aan de berghellingen
hangen. Niet van elders worden zij derwaar t s gestuwd; zij worden
gevormd, ter plaatse waar zij den beschouwer in het oog vallen,
namelijk, uit den waterdamp, welke met de loodregl opstijgende
luchtstroomen wordt medegevoerd en aldaar tot nevel verdikt. Is
de dag zeer droog, gelijk dikwerf hel geval is, dan worden geene
andere wölken gevormd dan die, welke aan de bergen hangen,
benevens de verstrooide en geheel afzonderlijk in de lucht zwevende
cumuli. — Blijft hier, boven de cenLraal-vlakte van Bandong,
de lucht zoo beider, lalen er zieh slechts afzonderlijke wölken in
waarnemen; aan de noordelijke zijde der bergen G.-Salak, Gëdé,
Tangkoeban praoe, waartegen de zeewind aile dampen aanstuwt,
welke aan die zijde opstegen uit de rijk bewaterde, noordelijke alluviaal
vlakte, daar vereenigen zij zieh gewoonlijk reeds ten 12 ure
lot een gewelf van cumulus-wolken, waarin groote, opene tusschenruimten
worden waargenomen, die omstreeks 1 ure allengs kleiner
worden en ten 2 ure geheel en al verdwijnen; dan wordt nergens in
het gansche wolkendak eene opening meer bespeurd; in de nabijheid
van het gebergte wordt die wolkenlaag sleeds digter en donkerder,
de electrieke spanning wordt grooter, toldat len 5 of 4 ure, en
Tw'cede zone. 401 Klimuut.
aau de berghellingen reeds leu 2 ure, de rollende donder verkondigt,
dat het wolkendak zieh onllast. Dan slort, bij voorbeeld, te
Builenzorg bijna dag aan dag onweérsregen in stroomen neder,
terwijl hier, in de centraal-vlakte van Bandong, geen enkele druppel
valt. De drijvende cumuli worden, wel is waar, legen 2 à 3 ure
ook hier lalrijker in den dampkring, de wölken aan de berghellingen
worden dikker, somberder, hangen lager naar beneden,
maar er heefl geene ontlading plaats, er valt geen regen, of
slecbls van lijd tot tijd wordl in de verte het dreunen vernomen
van een donderslag, die längs een mei digle woudenbedekten
berglop roll. De verbitte lucht, die zieh boven bel plateau bevindt,
bezit nog slechts eene zeer geringe male van doorzigtigheid, zi.] is
wilachtig-weikleurig , troebel. Zonder dat zieh bijna gedurende den
ganschen dag een windje roert, blijft de lucht voortdurend even
helder. — Naauwelijks is de zon beneden den borizon gedaald —
de koude neemt nu band over band en merkbaar loe — zoo bespeurt
men mei verwondering, dat alle wölken, die in het luchtruim
zweefden, zijn verdwenen; rigt men den blik naar de sombere
wölken, die de toppen en de bovenste helft van alle bergen in het
rond sederi 12 ure in baren boezem verborgen, dan ziel men
mei klimmende verbazing, dal zij iederen oogenblik kleiner worden,
steeds meer en meer ineenkrimpen en dat, vóór nog het laalsle
avondrood is verbleekt, geen spoor meer van haar voormalig aanwezen
is te ontdekken. Niet bei geringste toglje van den wind
laal zieh gevoelen, geen nevel kau men op bei plateau bespeuren,
als door een tooverslag zijn die uitgestrekte wolkenmassa's uit
de lucht en aan de berghellingen verdwenen. Was de verloopen
dag zeer droog, dan is zulks reeds kort na zonsondergang het
geval, gewoonlijk echter beeft dit vóór middernacht plaats. De
nacbl blijft volkomen beider en stil. Geen spoor van nevel laal
zieh bemerken. Wordl nu bel plateau door een helderen maneschijn
verlicht, zoo ontwaarl men, dal, omstreeks o ure, en wel het eerst
op de laagsle plaatsen, eene nevellaag onlslaat, die, zoodra bare
vorming een aativang heeft genomen, zieh builengewoon sneluilbreidl
en i)innen een tijdsverloop van minder dan één uur het
i l
l'i,,
s
i f
i
^1
:
r