
I
Vierde zone. Ö58 Klimaat.
niet slechts drooger in betrekkelijken , maar insgelLjks in absoluten
zin, hoe verder men zieh opwaarts verwijdert vau den wolkengordel.
— Ten einde zieh daarvan eene duidelijke voorstelling te
niaken, sla de lezer een blik op de tabel, door ons medegedeeld op
bladz. 476 en volg. — De lucht wordt tevens doorzigliger, hare zuiverheid
neemt loe, de hemel verloonl zieh blaaiiwer en hat konlrast
tusschen licht (zonneschijn) en schaduw wordt steeds sterker. De
iijnere, in geringere male met dampen bezwangerde lacht absorbeert
minder licht, de schadiiwen zljn donkerder, komen scherper
uit tegen het licht. Ook het geluid plant zieh minder voort in
de verdunde lueht en geene echo laat zieh vernemen in de ledige
ruimten, op de bergloppen, wier iiitgestrektheid zoo gering is en
die heinde en verre door niets dan lucht zijn omgeven. En wanneer
zieh op eene hoogte van meer dan 9000 voet eene onweersbui
ontlast, welk verschijnsel ik eens heb waargenomen op den G.-Mandala
wangi en eenmaal op den G.-Slamat, — want dit gesehiedt zeer
zelden, — dan verneemt men slechts een ligten knal, die door geen
rollenden donder wordt gevolgd. Een dergelijke knal liet zieh,
naar het mij toeseheen, het best vergelijken met het geluid,
dat men verneemt bij het losbranden van een zeer groot slaghoedje.
In verband met de geringere drukking, welke de dampkring
uitoefent op bergtoppen van 9 ä 10 duizend voet, brengt de
grootere droogte der lucht aldaar verschijnselen te weeg, die den
reiziger het oponthoud te dier plaatse menigwerf bezwaarlijk maken.
Wel is waar, de planten, die tusschen papier zijn gelegd, droogen
spoedig en zeer goed, want zij verliezen bijna niets van de natuurlijke
frischeid barer kleur, maar niettegenstaande de koude, welke er
heerscht, wordt men er dikwijis door dorst gekweld, en houdt men
zieh aldaar gedurende de drooge maanden des jaars langer op dan
eenen dag, dan krijgt men springend vel aan lippen, gezigt en
banden, en begint de huid pijnlijk te gloeijen. Men vergelijke,
bij voorbeeld, de navolgende waarnemingen, die beide ten 4 ure
des namiddags werden gedaan.
m
VierdG zone. 5!59 Klimaat.
Plaats. Bar.
bij nulgraad.
Tlierm ß.
Betrek.
vochtigh.
Dampdruk.-
king.
Droog. Dev.
In de nabijheid der
kust le Balavia. 35g,ÖO 25,8 21,7 0,82 11,45
Op den bijna 11^
duizend voet hoogen
lop des G.-Semeroe
(op den 26
September, 1844).
218,08 6,0 —0,0 0,03 2,27
Op dezen top des G.-Semeroe, den hoogsten barg van het
eiland Java, was de lueht zoo droog, dat Javasehe matten
(Tikar), uit Pandanus-bladeren gevloehten, die des morgens van
dienzelfden dag, 5000 voet beneden den bergtop, nog zaar buig-
•zaam waren, in kleine stukjes braken; men kon ze in de vlakke
band tot stof wrijven an wegblazen. Wij waren niet in Staat te
rooken, want de eigaren wilden niet branden , terwijl wij allen,
niettegenstaande de koude, door hevigen dorst werden gekweld.
(VergeUjk bladz. 791 der IP'^ afdeeling.)
De geringe omvang der bergtoppen, de groote hoogte waartoe
zij zieh verheffen boven den Spiegel der zea, de aanmerkelijke
vermindering, welke de drukking der lucht heeft ondargaan,
benevens de geringere wärmte an mindere voehtighaid der lueht mögen
gezamenlijk als de oorzaak worden beschouwd van de volgende
BISENAARDIGHEDEN VAU HET KLIMAAT deZer ZOUe.
io. De grootste dägelijksche wärmte Aoet zieh, algemeen
genomen, in deza zone later gevoelen dan in de vorige zonen,
dewijl boven de hoogsle bergloppen slechts zelden wölken zweven,
waardoor de kracht der zonnestralen wordt verzwakt, da toenemende
verwarming des bodems en der luchllagen, die daaraan het naast
grenzen, wordt verhinderd. GewoonUjk bereikt zij haar maximum
ongeveer ten 5 ure; te rakenen van 4 ure, wanneer de zon den gezigteinder
begint te naderen, neemt zij spoedig en binnen veel korleran
tijd dan in de lagere zonen, weder af. Om diezelfde reden wordt er