
laversH
76 7 /
Huo^Li; ill Hoogte in
voeten.
" -Si
m
If
ip
I;
I
I I
t ,
205. Goenoeng-Praoe, lioogste punt op liet oostelijke, hoogst
gelegene juk van het Dieng-gebergle 7873
206. Badak banteng, in het dal gelegen aan den voet des
Praoe, waar de Kali-Serajoe haar oorsprong heeft. . 6044
207. Pelantoengan, warme bron en badhuis, gelegen in
eene Hoof tusschen twee lengte-ribben, aan den regteroever
der Kali-Lambir 1690
208. Nok van de bergrib, welke deze kloof ten westen
hegrenst 2475
209. Pasiran, gelegen op denzelfden bergrug, lager, len
noordwesten van Pelantoengan 2365
210. Sélokaton, op de noordoostelijke helling des Praoe. ? 2000
211. Tjoeroek, op den noordoostelijken voet des Praoe . ? 2200
Goenoeng-Oengaran en omstreken.
212 tot 218.
212. Bodja,D.,op den noordwestelijken voet van denOengaran. 900
213. Djati kalangan, op den noord-noordwestelijken voet . 940
214. Medini, biiitenplaats, aan de benedenste grens der
bosschen op de noordwestelijke helling 5400
215. Goenoeng-Soerolojo , noordoostelijke top van den
Oengaran 4830
216. Benedenste boschgrens aan de noordoostelijke helling,
in 1838 35 0 0
217. Oengaran, D., henevens fort, aan den noordoostelijken
voet 1040
218. Banjoe koening, aan de zuidelijke helling . . . . 2980
Goenoeng-Sendoro en omstreken.
N". 219 tot 225.
219. Goenoeng-Sendoro, vlakte van de kruin 9682
220. Djadjar, in het dal tusschen den Goenoeng-Pakoeodjo
(Dièng) en den Tèlèrep 4465
221. Wonosobo, Bg. , op den westelijken voet van den Sendoro. 2457
222. Sékétang, gelegen in de ruimte, omslolen door het
halfkringvorraige bergjuk Goenoeng-Télèrep . . . . 4927
223. Ooi'sprong van de Kali-Pi'ogo uit een hol, gelegen aan
de noordoostelijke helling des Sendoro, in de nabijheid
van het dorp Djombret 3985
224. Adiredjo, D., op den noordoostelijken voet van den
Sendoro 26 5 8
225. Kleton, gelegen op den zadel tusschen den Sendoro en
den Soembing 4326
Goenoeng-Soembiug en omstreken.
N". 226 tot 231.
226. Kadjepit, hoogst gelegen dorp aan de noord-noordoostelijke
helling 38 7 6
227. Goenoeng-Soembing, middenvlakte van den kraterbodem. 9863
228. Dito, hoogste spits van den westelijken kratermuur. 10348
229. Selo grijo, terapelruine, op het zuidoostelijke voorgebergte
2225
230. Kali anggrek, gelegen op het hoogste punt van den weg
over den zadel tusschen het zuid- zuidoostelijke voorgebergte
en den Soembing 26 4 0
231. Kindjo mojo, theetuin, aan de zuid- zuidoostelijke helling.
Vlakke middenrug der residenlie Kadoe, gelegen tusschen de rivieren
Progo en Elo.
232 tot 242.
232. Tömangoeng, Rg 1850
233. Medono, D 1920
234. Het hoogste punt van den vooi'maligen weg van Magelang
naar Arabarawa over den Goenoeng-Djamboe . . . 2364
235. Het hoogste punt van den nieuwen weg, welke van
Magelang naar Ambarawa voert, gelegen bij het posthuis
Bingit 20 2 0
236. Magelang, Bs., Aloen aloen-plein, hoogst gelegen gedeelte
der stad -1 2 3 0
257. Magelang, het plein vöör het residentie-huis. . . .1180