
, a*» -
%
' 1 ' I
100
grondlijiien van geringe uitgestrektheid, welke ik in het binnenland
afmat, b. v., in het plateau van Bandong, in Krawang,
in het Tengger-gebergle, zoo heb ik tot algemeene basis mijner
kaart niet anders knnnen nemen dan de ondeidinge afstand van
ecnige dier hoofdplaatsen, gelegen aan de noorder kust , wier ligging,
door astronomische waarnemingen, naauwkenriger dan die van
andere plaatsen was bepaald geworden.
Met nitzondering van Patjitan, Madioen en Kediri, doorkrniste
ik later insgelijks de neptunische geborgten der znidelijke helft
van Java; ik beschreef die in mijne dagboeken en ontwierp reeds
op i'eis voorloopig, bij wijze van schetsen, de kaarten van vele
dier streken.
Terwijl ik raij gedurende Iwaalf jaren bezig hield met het
nemen van peilingen naar natnnrlijke sigriaalpunten en elken
door mij afgelegden weg opnani met het horologie en het kompas,
ZOO verkreeg ik op die wijze van lieverlede de bouwstoffen tot
eene kaart van Java, waarvan de bearbeiding, naar den maatstaf
van 1: 350000, mij thans onledig houdt.
Sedert dien tijd zijn twee met zorg bewerkte kaarten van Java
versehenen, beide door Nederlandsche officieren beai-beid, de eene
door C. W . M. van de Velde, naar den maatstaf van 1: 700000 (1845),
de andere door Le Clercq, naar den maatstaf van 1: 1000000;
deze kwam in het licht in 1850 en is, naar mijne meening,
naauwkenriger dan de vorige, ja, mag in vele opzigten eene
voortreffelijke kaart worden genoemd.
Bij gelegenheid der eerste uitgave van dit werk, beloofde ik
den lezers bij de hoogte-kaarten van Java nog eene plano-kaart van
het eiland te voegen, waarop de ligging der bergen, maar voornamelijk
der vulkanen naauwkeurig zou zijn aangewezen. Verscheidene
jaren geleden, tijdens ik mij nog op Java bevond, is
eene dergelijke kaart reeds door mij ontworpen geworden. Alvorens
tot de openbaarniaking er van over te gaan, had ik mij voorgesteld
de algemeene, grootere kaart van Java af te werken, ten
einde de eerstgenoemde naar deze te kunnen verbeteren. Het komt
mij echter doelmatiger voor dit plan in zoo verre te wijzigen, dat
de kleine kaart, de bergkaart, als bijlaag aan het slot van dit werk
zal worden gevoegd, in geval vöör dien tijd geen besluit zal ziju
genomen ten opzigte van de publicatie der grootere kaart; mögt
hiertoe echter worden overgegaan, dan meen ik de uitgave der
kleine kaart als overtollig te mögen achten. In de memorie, tot
die kaart behoorende, zal een uitvoerig verslag worden geleverd
omtrent de bouwstoiTen tot het zaraenstellen derzelve gebezigd,
ZOO mede omtrent de methode bij de opnemingen gevolgd.
Zeer opmerkenswaardig mag een verschijnsel worden geheeten,
dat op Java wordt waargenomen, namelijk, de vei-binding van
verscheidene, van twee, drie, vier vulkanen tot ee«e enhele rij ,
benevens de rigting waarin deze rijen zieh uitstrekken, die niet
evenwijdig met de lengte-rigting, de lengte as van het eiland, voortloopen,
maar deze in tegendeel onder een scheeven hoek snijden.
Gelijk wij den lez6r reeds vroeger hebben doen opmerken, is de
lengte-uitgestrektheid van het eiland, zoo mede de reeks waarin de
vulkanen, in het algemeen genomen, op elkander volgen, van de straat
Soenda tot aan het eiland Bali, van het westen 12i° ten noorden naar
het oosten 121° ten zuiden gerigt. Van die vulkanen echter welke, door
tusschenzadels aaneengeschakeld, onafgebrokene rijen vormen, zijn
sommige rijen van het noordwesten naar het znidoosten, anderen daarentegen
naar het zuiden 4 0 t e n oosten gerigt, gelijk , bij voorbeeld ,
het geval is met de vulkaanrij des G.-Praoe, Sendoro en Soembing ;
allen hebben zij derhalve meer of min eene zuidoostelijke rigting en
loopen zij bij gevolg evenwijdig met de bergkelenen van het eiland
Soematra, welks lengte-as insgelijks van het noordwesten naar het
zuidoosten en welks grootste parallel-dal, in het middengedeelte
des eilands gelegen, naar het zuiden 40|-° ten oosten is gerigt.
Het verband, dat tusschen dezelven bestaat, zal nog duidelijker
in het oog vallen, wanneer wij de onderlinge ligging beschouwen
der vulkanen van Soematra, al mögen zij overigens minder dan
die van Java aan ons bekend zijn; er worden aldaar insgelijks
eenige vulkaanrij en gevonden, welke in eene dwarse of scheeve
rigting met elkander vereenigd zijn, gelijk onder anderen het geval
is met den G.-Singalang, Sagoe en Merapi; deze vulkaanrijen
zijn op Soematra van het westen 5° ten noorden naar het oosten
ö° ten zuiden gerigt, en loopen derhalve bijna evenwijdig ten op-
(' i