
•"I
. i
ì §
'"«l
Aaiihaiii^scl. 664 Nota's.
die in de tweede en derde zone groeijen en in Oost-Java niet
voorkomen; maar uilhoofde de bosschen dezer beide zonen in de
meesle deelen van het oostelljke Java bijna geheel en al door
de bijl zijn geveld, zoo moet de raogelijkheid worden loegegeven,
dat die gewassen in een vroeger lijdperk aldaar opwiessen. De
bergen in het oostelljke Java doen zieh, in het algenieen heschouwd,
kaal en dor aan het oog voor en zulks voornamelijk, indien zij
worden vergeleken inet de digtbebladerde hoogstammige wouden
der Preanger Regentschappen welke, in dit gedeelte van het eiland,
door alle zonen tot op de hoogste bergtoppen, hare schaduwen op
den bodera werpen. In plaats hiervan treft men op de toppen
van het meerendeel der bergen in Oost-Java slechts het dorre,
bleekgroene bosgras (Festuca mibigena) aan, •— grasmatten waarop
geene andere boomen groeijen dan Casuarinen, die al het uiterlijk
hebben van pijnboomen en zieh niet dan op een grooten afstand
van elkander verliefen.
Wooí IS. (Bladz. 592.) Gleichenia volubilis n. sp. stipite
volubili longissimo, sursura dichotome ramoso; fronde bipinnata
longissima; pinnulis coriaceis elongato-lanceolatis, profunde pinnatifidis
; laciniis linearibus obtusis integerrimis, margine revolutis,
supra laevibus, subtus molliter ferrugineo-tomentosis, dein
laevibus glaucescentibus; costis et rhachidibus junioribus tomento
fugaci pallido velatis et paleaceis.
Hab. in cacumine supremo montis G.-Mandala wangi, alt. 9500
pedum.
K^oot flS. (Bladz. 602.) Agrimonia javanica n. sp. Caule erecto
villosissimo, superioraversus viscoso; foliis interrupte pinnatis ;
foliolis obovato-oblongis dentato-serratis, subtus praesertini ad
ñervos cano-hirlis, interjectis minoribus oblongis, impari breviter
pedicellato; spicis erectis, viscosis, evolutis elongatis virgatis,
tenuifloris; petalis calyce duplo longioribus; calycibus fructus
remotis, hemisphaerico-campanulatis, vix sulcatis, bracteatis ;
bracteis calyce brevioribus; spinis calycinis erectis, omnibus strictis.
Agrimoniae Eupatorio L. simillinia, ab eadem vero diversa indumento
densiore, calycibus hemisphaerico-campanulatis, foliolorum
forma, bractearum longitudine et spinis calycinis strictis. Quoad
UÈ
Auiiliaiigsel. 665 Nola's.
calycis formara affinis Agr. odoralae MÌII. , verosimiliter autem magis
Agr. nepalensi non., quae modo foliolorum forma eorumdemque
indumento differre videtur. Auctor enim Prodromi Florae nepalensis
p. 229 in diagnosi sua minus completa nullam menlionem fecit
formae fructus calycinae , neque superficiem calycinam descripsit. —
Flores suaveolentes. — Synonyma : Agr. suaveolens Blume (bijdr.
p. i n 3 ) , non Pursh.
Woot 44. (Bladz. 613.) In een spleetvormig hol van den kratermuur
des G.-Tjèrimai worden, ter hoogte van 9400 voet hoven
den Spiegel der zee, talrijke zwermen aangetroffen eener soort van
zwaluw, die grooter is dan Hirundo esculenta. Hare nesten bestaan
uit dorre grasscheuten, die met eene hoornachtige massa aanéénverbonden
zijn. Deze laatslgenoemde zelfstandigheid heeft eene
vuil-graauwe kleur, doch overigens veel overeenkomst met die
stof, waaruit de nesten der Hirundo esculenta zijn vervaardigd;
waaruit mag worden afgeleid, dat zij vroeger slijmig, lijmachtig
is geweest. De Javanen beweren, dat deze vogels hun voedsel
zoeken aan het zeestrand en van den 9000 voet hoogen bergtop
elken dag — heen en terug — naar het naastbij gelegene ge- "
deelte der kust bij Tjeribon vliegen. Zie vroeger Noot 5 : Boeroeng
lintjih.)
2. LUST VAN SYNONIEMB HAMEN.
In de tweede (vulkanische) afdeeling van dit werk, benevens
in andere door mij uilgegeven geschriften (zie vroeger het overzigt
der literatuur, bladz. 187 en volg.) worden benamingen van planten
gevonden, welke berusten op bestemmingen , door mij gedurende
mijiie reizen op Java gedaan. Uithoofde de door mij verzamelde
planten eerst hier in Europa aan een grondig onderzoek konden
worden onderworpen, zoo zal het, naar ik vertrouw, niemand
kunnen hevreemden, dat een aantal van die voorloopige bestemmingen
eene noodzakelijke verandering moest ondergaan. Ten
cinde nu voor te komen, dat verwisselingen en dwalingen plaats