
134 B E S C H R Y
16%6. daar de Balicrs woonen,Babaron genaamt,
200 zaghy ,dat de huizen van de Baliers
verbrand waren, zonder te weten, wie die
brand geftigt had, gelylc zyn E. aldaar
ook niet een cenige Balier vond. De Heer
Commiilaris ging daar op nog Herker
vqort, opa. te zien, hoedanig het met de
logie van de E. Maatichappy fiond, die op
' Cart| Sbcra was. Zoo als-nu zyn E. by
de.poort van de logie quana , ¿00 zag hy,
dat het volk van Carta Soera, Zoo wel de
Grooten, als de kleene dienaars van Haac,
hier cn daar verHroit de vlugc namen, zonder
de Javanen van de Baliers te kunnen
onderkennen. Zoo dra als de Heer Com«
miliaris die verwerring en beweging op
het plein van den Soeioehoenan zag, zoo
gaf hy ordre, om alle de wapenen en’tge-
weer klaar en vaardig te laten maken. In
middens quam Kijaij Depati Oerawan uit
de naam van den Soeioehoenan 3 zeggen-
de,dat de Baliers in het Hof van den Soe-
. ioehoenan gevallen waren, en aldaar een
moond aanftelden, en daar nevens ook de
huizen van den Soeioehoenan in brand
Haken.
X X V I I .
De E. Heer Commiilaris fprak hier op:
Het is wel, tk trek zoo terfiond uit. En
belafltede zyn E. daar op aan denSulthan
van Tsjeribon om binnen de logie tetrek-
ken, verblyvende aldaar toen in de logie
den Kapitein .Leman, den. Geheimichry-
ver Kartje, en den Koopman Heinen,
met nog ontrent 2 o f 300 Soldaten, en
trokrde E. Heer Commiilaris daar op na
het plein van den Soeioehoenan, en zoo
dra, als zyn E. daar quam, zoo vielen de
Baliers daar op in, en Helden een moord
aan, maar het volk van Carta Soera, die
by duizenden aldaar waren, peurden alle
op de loop, zonder de Baliers van de Javanen
te können onderfcheiden. Voorrs zoo
is de gezette tyd ,door den boven al verhe-
vene God, van de Heer Commiilaris ver-
Ichenen, en (zyn E.) aldus weder tot zyn
begin gekeert, (dat is, tot aarde, waar
van zyn ooriprong was) leggendetoenop
het plein 34 Baliersgefneuveld,hebbende
de andere de vlugt genomen na Gompang,
Zonder dat ik gehoord heb, dat zy van
Gompang (een dorp digt by ’s Keizers-
Hof) toen verder gegaan zyn.
X X V I I I .
De Soeioehoenan liet daar op, de Gongen
ilaan, met een zekere flag, die zy
Baanjoe Bandjier noemen, het welk na de
Javaanze wyze, een fchynheeft, alsofzy
blydc van herten waren, en vreugde be-
dreven. Ontrent een half uur daar na, liet
Radin Aria Sindoe Rad ja inzynbuisme-
V I N G E v a h
de de zelve flag op de Gongen flaan. Met A«
het ondergaan van de zon, hield de Gongflag
van den Soeioehoenan op, gelykdat
van den Radin Aria Sindoeradjl daar op
mede ophield. Twee dagen na het over«
lyden van de Heer Commiilaris, quamen
afgezondenen van den Soeioehoenan, ge-
naamd Pangerang Tsjakra Ningrat, Soe-
ranata, en Temanggong Soera Wikrama,
by ons in de logie.
X X IX .
Den Pangerang Tsjakra Ningrat zeide,
ik ben van zyn Majeflqit den Soeioehoe-
nan afgezonden, om te vragen, wie je-
genwoordig in de plaats van den Commijfa-
ris Tak kamt te volgen.
X X X .
Den Kapitein Leman antwoordde daar
op: De Heer Opperlandvoogd beeft dier
wegens geen ordre gegeven, mg lad gelaten•,
maar voor jegenwoordig ben tk boofd in de*
zr logie.
X X X I .
Den Pangerang Tsjakra Ningrat vraag-
de daar op: Hoe is uw naam.
X X X I I .
En antwoordde hy, Kapitein: Myn
naam is Kapitein Leman.
X X X I I I .
Den Pangerang Tsjakra Ningrat zeide
daar op jegens hem Kapitein: Ik brenge
van zyn Majeßeit den Soefoehoenan degroe-
tenis aan den Kapitein Leeman toe.
X X X I V .
Den Kapitein Leeman diendedaaropin
an twoord: lk zegge daar voor dank.
X X X V .
Den Pangerang Tsjakra Ningrat ver-
volgde voorts: lk ben gezonden om aan u
bekend te maken ,dat den Soefoehoenan zeer
bedroeft en verßagen is, ziende, dat den
Commijfaris op bet plein gefneüveld is, beklagende
den Commijfaris uitermaten zie r,
bebbende den Soefoehoenan niet gedagt, dat
zulx ge fchieden zou. Foorts zoo beeft den
Soefoehoenan my ook afgefchikt, om kennif-
fe te geven, hoe dat een cati zware fedlen
van den Soefoehoenan door de brand, die de
Baliers geßicht hebben, gofmotten, en ook
vier paarden van zyn Majeßeit door de
zelve omgebragt waren, bebbende die Baliers
ook een dienaar vah Staat van den
Soeavx6&
G R O O T J A V A.
6. $oefoehoenan^genaamt Damang Lakfamanaf
en een van. zyne Majeßeit s. bywyven
■ vermoord,en Soerapati zelfs het Ryd-paard
van deh Soefoehoenan weggevoet t.
X X X V I .
Den Kapitein Leeman paflc hier op in
. - ahtwoord : TFat legt my daar aan gelegen,
of wat beb ik daar mede te doen ? dl was
hetfchoon, dat al bet goed van den Soefoehoe-
üanweggeroofd, verbrand ,ofdat zy alle den
bals gebroken waren * want alles is eenbe-
fieken, en eigen bedacht werk van den Soe-
foeboenan, en van zyne Ryx-Grooten.
X X X V I I .
Den Pangerang Tsjakra Ningrat dien-
de hier op : Den Soefoehoenan, is zoodanig
tn zyn hert niet geßelds want den Soe foeboenan
is jegens of met de E. Maatfcbappy
als een zoon met zyn vader.
X X X V I I I .
Den Kapitein Leeman .zeide daar op :
Ik weet bet zeèr wel, den Soefoehoenan
ffreekt met zyn mont anders, en zyn hart
is'dnders gezint wegtns de E. Maatfcbap.
P I , dog ddar is niet aangelegen ; de Heer
Commijfaris is gefneüveld, de &, Maatfehappy
kan dit daar na aan den Soejoehoe-
nan bet dien 3 wat meent den Soefoehoenan,
dat de E . Maatfcbappy hier overßil bly-
vWzal?
X X X IX .
Den Pangerang Tsjakra Ningrat voeg.
de hier op in antwoprd? Wat kan tk je-
jB M ä p B d‘“ lr tegens zeggen. Ofikfchoon
wit zegge,gy zegt zwar! ; en als ikzwart
zoo, zegt gy wit. En is Pangerang
Tsjakr^ Ningrat daar op weg gegaan.Op
mç tydipeelde eenzekere Zwart,genaamt
Klaas, voor Tolk.
X L r
lk .zeide daar op aan Kapirein Leeman :
Myn Heer, en will tub zooämignietjpree-
ben tel de Ryx-Heeren van den Soejaehae-
nan ,.wie met, cf by dit niet weder ver.
ha len zal aan den Soefoehoenan ; en wie weet,
ofby daar over geen andere gedachten kr y-
gen, of maken zal-, -want ottze plaats. al-
bter, en is geen kafteel, mg geen fcbatts.ef
beßoten bolwerk, of een Vefting, maar altem
een befielen pollifaden Pagger ,zooda-
mg als de Javanen gewaon zyn te maken,
0» of men al fihoon geweer en wapitis beeft,
zoo ons werk van palm daar benevens niet
tnßaat van verdediging is, wie weet, of
ojes tuet eenig ongontak on zwatigbtid zou-
de kunnen overkomen.
X I . 1.
Den Kapitein Leeman, Za hier op te-
gen my : Zyt gy bang ? Zob gy bang en be-
vreeß zyt, zoo keerd weder nò- Tsjeribon,
' . X L I I .
Ik heb daar op toen voorts ili] gezwi*
gen.
X L III.
Den Kapitein Leeman zeide daaropver*V
der totmy; Laat Soerapati, laatdenSoe*
Joeboendn, ja laat den Duivel zelfs bier
körnen;, ik zal ben allen de nek brecken,
en dat zoo lang, tot dat wy alle mede körnen
te'Tneuvefen.
X L IV .
Ik Zeide daar op : Hat is göed, byaldlen
het zoodanig volgt-, Vyftien dagen daar na
quamen afgezondene van den Soefoehoenan
aan den Kapitein Leeman afgefchikt,
namehrk den Radin Ària Sindoeradja, en
den Temanggong Aria Soera Wikrama.
X L V . •
En zeide den Radin Aria Smdoeradfa V
Ik ben afgezonden vta zyn Majeßeit den
Soefoehoenan, om kmdfcbap te geven, dat den
Balier Soerapati in bet dorpis, dat Baan-
gar genaamt word, zynde bel getal van
dtgene, die by hem zyn, ontrent lyo kappen
Zyn Majeßeit den Soefoehoenan is
jegenwoordig van zins, den Pangerang Poe-
gar, den Pangerang 4 ria Panoeiar,enden
Pangerang Ana Mataram derwaardsbeen
teflierens en verzecht aldus zyn Majeßeit
den Soefoehoenan aan Kapitein Leeman, cm
ontrent i q q Holländers, om zieh by die drie
Pangerangs te voegen, ten einde, om den
ùoerapatt gezamentlyk te gaan om den bah
X L V I .
Den Kapitein Leeman. iprak daar op:
Laat by op Baangar wezen, of laut by
daar niet wezen, ik.weet daar niet van
by aldien den Soefoehoenan den Pangerang
Poegar wil zenden, om Soerapati te zoe-
ken, by mag zyn believen doen, dotb wat
belangt bet verzoek van den Soefoehoenan,
om too Holländers, die kau ik niet geven,
alzoo ik daar toe geen ordre van de Heer
Gouverneur Generaal beb.
X L V I I .
Pen Radin Aria- Sindoeradja gaf daa