
A. 1663. geflotca^ <Jc Stad ontzet , en hy A.
169$ in Februari gedwongen wierd tot
een vry Aegt verdrag te körnen.
^ ßevorens hebben wy verhaäld , hoe
jammerlyk de Prins Sjab Soufa , met
zyn ganfch. huisgezin, in Arracan om-
.gekomen, cn hoe de Koning van dat
Ryk de voorname öorzaak , hoewel om
zeer gewichtige redenen, daar van ge- i
weeft was. A
Dit nam Eurangzeeb niet alleen zeer
qualyk, maar gaf ’er dien Koning 00k
plyken af. Hy zond hem, niet lang na
de dood van dit Princelyke Huisgezin,
zynen Oom, den Vctä-Heer, Sjab Heft-
Chany met een Leger,'die, zeer wel
wetende, hoe grooten dienft die Koning
van eenige Portugeefche roofgalcijen,en
de Portugeefche Overften, in een van zyn
Hävens,, Xettigam genaamd, genoot,
j* yermits een Galeyvericheide fchepen van
den Mogol aandoen. dorft, byzyn komft
in Bengale, allerecrft zyn gedachten liet
gaan, hoe hy meefter van de zelve
werden, en zyn Volk uit Bengale in Ar-
Eurang- rakan krygen zoll. , T e land dit laatfte
veidAr °" ^ ^oen». j om demtnigvuldige Rierairan
| vieren, fen waterleidingen, groote zwa-
righcden. T e water ftad het mede zyn ge-
vaar inj maar dit dagt hem echter het
beließ indien hy een.fchip twee of drie
van de Holländers hiertoe bekömenkon.
H y verzogt ’¡er o b , door een Gezant, j
die hy na Batavia zond', b e t belofte, van
dit R yk voor hem, en voor de Neder-
landfche Maatfchappy teveroveren.Haar
Hoog Edelheden1 tot Batavia j die bet
een 00k op ’t mtroeijen derPoitugeeien
In Arrakan zagen, ftönden dit verzoek
toe, op die grond hem 2 fchepen Zenden-
Mifleid de > maar hy ondertuifchen met der Por-
Nederlan- tugeefen Overften der Galeyeh klaar
dersen. geraakt, die tot hem överquamen, zag
zSTSee’ er toen a^een ^ans toe 5 Gedankte de
“ * Maatfchappy; voor haare fchepen (om dat
Ryk met met haar te deelenj nam met
hplp der Portugeefche Galeyen ’t Eiland
Sündiva (hem door dien Koning afgeno-
men) en naderhand het ganfch Ryk Van
Arrakan voor Eurangzeeb in, enlietdeze
Portugeefen, die hy in Decca geplaatft,
en toen volkomen onder zyn geweld
had, leelyk zitten kyken, heri nog wel
fchamper, als zy van de groote beloften,
die hy hem geaaan had, fpräkenj üit-
lacchende.
En brengr ^ nc*er rcgeering van Sjab Djihaan
d e n Ko^w^ de Koning van Golconda, Sulthaan
ningvan -Abdullab Koth-Sjah wel vry cynsbaarder
Golconda:dan zyn voorzaat gemaaktj maar wand
c S “ ’ n e e r h y 0 1 6 7 1 d e n 5 m in
A.11S87. Vyftrg jaicn regerens, te Golconda over-
leden was, ging het van eerlten af aan
met zynen behuwden Zoon, en opvol-
ger, Sulthaan Aboe il HaJJan Kotb-Sjab,
noch veel erger. Zyn Vader liet hemA l i i ,
wel een grooten fchat, niet alleen van
Juweelen', maar 00k van geld na, die
men zegt, dat 19 Cóeroer oude Pagoden
(a iedér Coeroér van tien lak, enie-
der lak van honderd duizendRopyen,ed
iedér oiide Pagoden a tien gülden) of
honderd en negentig Millioen g l : , be-
liep j maar wat heeft het hemgeholpenj
aangezien Eurangzeeb hem, als hy aan
de kroon quam , 00k 45* tonneh gouds,
maar naderhand nóg eenmaal zoo veel j
als Zyn Vader, dat is, negentig tonnen
gouds-aan- fchatting geven liet j behalveh
andere, onnoemelyke íbmmén in gefchen-
ken aan den Prins Sjab Aälem , óm heb
te paaijen', vereerd.
Dus hield hy het trwaälf jaaren aan eén
nog al gaande j maar als h y , die met zyn
Wyven 200 veel geld veiipilde, dat
Madoena en Akkena, die tweevermaarde
Broeders, de een , Zyn eerlle bedienáár
van Staat, de ändert, zyn Veld-Heer,
geen raad meer wifte’nv om de fchattin-
gen des Mogols, en veficheide achter-
itallen van dien, op te brengen, en nü
wederom geld van Rem geeifcht was,
en men dat gegevén had j r, zoo raakte
hy A. 1684 n de uiterfte Verlegenheit,
om deze Mogolfche fchatting, die nu
door cen Leger, dat nä Golconda trok,
e n ’t geen Sjab Adlern voerde, geeifcht
werd, té betalen.
Het ging dan, hoe Ti et ging i daar
moeft geld zyn, wilde hy niet tot het.
uiterfte gebracht werden. . H y zond dan
een Gezänt aan Eurangzeeb met eehllia-
mant, die by zyn eigen Juweliers, groflo
modo, en op zyri biníle geoórdeeld
wierd twaalf honderd tonnen gouds waar-
d ig te zyn .
Eurangzeeb fchreef hem, met het te
rüg ¿enden van dien fteen, dat by be-
vonden had, dat de fteen veel meer,dan
men hem die opgegeven had, waardig
was, en dat dierhalven zyn agterftallen
rykelyk daar by zouden voldaan zyn •
baar dat h y , om ¿yn Soldaten te beta-
len, geld van nooden had, en b é t die
fteen met te regt komen kon.
Vermits nu Eurangzeeb evenwel zyne
gewilligheit gezien had, van zelf meer
dan hy fchuldig was, in voorraad kan te
bieden, gebruikte hy wel de befcheiden-
heit, vannogeenjäarof twee te wagten 5
terwyl ,de Prins zyn zoon ondertuflehen
hem A.1680 nog wel elf millioenen afper-
fte, maar als ’er nu A. 1 ¿87 nog geén geld
yän ’s Keizers fchattmg quab, heeft
hy Op den 8 O&ober van datjaarhetKa-
fteel (waar in hy onnoemelyke fchaiten
Vohd,) én dus öok het ganfch Ryk van
diénVorft, ingenomen¿ en hem Zedert
als een veragte onderdaan, ja als een fla-
ve, die längs de grond na hém toé kríii-
pen,
• vg. pen j ftof eeten, en dus om zyn leven
1 bidden moeft , gehandeld , niettegen-
ftaandc zyn oudfte Zoon, zoo fommige
willen, met des Konings Sufter, doch
zoo andere zeggen, met ’s Könings mid-
delfte Dochrer , Ullia Begumj met een
voomaame bruidfchat, en een miliioen.
inkomen jaarlyks, getrouwd was.
Onwent dit zelvte jaar bragt hy den
dnKo-C l*atften Koning van Vmäpoer, Adtl Sjaby
n£g van doch wat voor ’t veroveren vanGölcon-
Vilapoer.ria, mede onder zyn magt, kreeg hem
gevangen, en liet hem, fchoon hy de
Dogtcr van dien Vorft tot een van zyn
Wyven had, met Vergif ombrengen, ’t
geen de Voffteti , en Grooten van dat
Ryk hog zeer lang tegen hem heeft döen
morren. ; .•
H ver- ^ nam ot>lE > het' geen ’e r aan D ecan
derevan " nog Gntb ra k , en hier en daar w e e r af-
Decan,engevallen w a s , zonder flag ö f f tÖ o t ih ',cn
Cirnatica. Veroverde de afgevallö Landeti van C ä r -
n ä t ic a , w e l eer een ze er m ächtig K e i-
ze r ryk in N a r iin g a , o f öp de K ü ft .
Na deZen önthield aeze fchrandre
Vorft, uit vreeze voor zyn Zoonen,zig
altyd in zyne tent, en leger, te veld,
Zieh zeer weinig öiet zyne Hoofdfteden,
Delli, o f Agra, bekreunende.
Oor- ; ®,en*§e jaar^n aan een heeft de E. Maat-
lpronkderfchappye der Nedcrlanders groote moei-
Neder- jelykheden met zynen Landvoogd tot Su-
landfchc xatte gehad, inzöoverre, dat men ge-
hrMieden geweeft^-ijacXIomptoir , na
metden den overläff hen ala^S äangedaan, ette^
grooten lyke jaaren aan den anderen op te bre-
Mogolze- ken>
dert A. j ) e oorzaak hier af moeten wy wät ver-
1 der ophalen, en de zaak zelf wat klaär-
moeitej fchoon ’t hoofd van dit fchip^
eèn Holländer j doch in Franfche dienft,
was. Maar omtrent het jaar 1700 ge-
beurdé het, dat weer een van hunrie^ j)00r*t
. fchepen op dien togt door een Engel- nemen
fchen roover (zoo men meend) genomen, van een
en daar door by de Mooren van Suratte^^^
een uitnemende grooté fchade geleeden
■ is, om welke wéer te vinHen de Landvoogd
der voorftellen.
De Mooren, of de Mohhammedanen;
van Surattc , en andere geweften van
Hindoeftan , Onder ’t gebied van den
Grooteö Mogoli, zyn gewoon jaarlyks
eenige vän hunnö eigen fchepen (die vry
fterker dan de Nederlandfche Zyn, klzoo
zy die zoodanig in een ploegen , dat zy
benigten van jaaren zondeir pomp vää-
i-en) van Suratte na ’tRoodeMeirteZen-
den, het zy om een gefchenk van den
Grooten Mogol aan den Emier, öf Sje-
rif vän Mekkäh, bewaarder van het graf
van Mohhammed, en dus nähet grafvan
dien valfchen Propheet, en wei ten dien-
tte van ’t zelve, ofte om eenige Hhad-
ji’s , datis, Pelgrimsterbedcvaardnage-
belde graf te voeren. A. 1661 Voerde
zekere. Hubert Hugo een Frans Fregat,
voor Monfr. Foufuet, PAigleNoir, o f de
zwarte Arend genaamd, waar mede hy
naderhantj op *t Roode Meir roofde, en
in den ingang van ’t zelve een fchip nam,
waar in de Moey van Eurangzeeb was.
Over dit geval maakte die Vorft ons
nochtans, tot velerverwonderingj geen
van .die Stad, Abdul Çafoer 9 alle
de Europeers, daàr toén hunne Logien
hebbende , te weten , de Nederlanders ,
Etìgelfchcn $ en Fraöifchen , aangeipro-
ken heeft 5 voor al willende, 4a^ de En-
gelfchen, en w y , iéder de helftvoldöen
zouden. ;. , .
Den Nederlanders deed hy daar pyer:
zeer gvòòtè boéité ,. én .een oneelyk Zöh-;
deT wéètgàe, Zondéf dé minfte grond,.
ään.
Önder de Regeering yan de Heer Pie- . Vaneen
ter Kettingy die zedèrt A. 1696 tot À.Èngelfche
16pp in Suiätte Dirééléut , . ofBeftierd^rTooYar.
van den Handel der Nederlandfche Maatfchappy
y was , nab /dit' Tch'ehdig werk
zyn béghjCy ...
De Mooren dwongen dezen Heer, om Enoptjc
tegen alle recht, en niettegènftaande alle Nederlan;
zyne krachtige, wederleggingen ,een yet7derson"
diàg te tcekenen, waar by zy hem, en^S^»r‘.
onze Maatfchappy, verbonden, voor~ z^ *
eerft, eeh Aöte te gçyçn,. waâr by ^
beloofden aan_ hen vierentwintäghonderaj
duizend Rópyén j . o f oritrent zesendertig
tónnén göuas (welke ’ fchide zy voorga-
ven by ’t hemèn van dat fchip geleden tc
hebben) te zullen weérgèven.
Het tweede lid van dit gedwongen ac-
coord behelsde een belofte, om in het
toekomende hunne fchepéü, ila Mekka
gaande, met twee a drie vanhunnefche-
pen derWaards> en weer te rüg, te ge«
leiden, waar voor zy van hunne zyde
weder beloofdén gélei-geld aan de Ne-
derkndfehe Maatfchappy te betalen y^ot
wellte bevryding vib hunne fchepen eh
goedereh. Zy coök. dé Engelïçheiij en
Franfchen, even ftérk verbonaen.
Voor zoo-verre als ons betreft ,"ziet
meh hier ééri äflehrift van ’t geen zy de
onZçfi tóèh äfperften j onder bedreigbg
vän anders te moeten vertreltken.
Trartflaat van ’t Verband-Schrift in
Suratfe, door dwang van de be-
dienden der E. Maatfchappy yer-
leend.
Wy Commiffaris en Raadslieden fyegens Verband-
de Hollandfch'e Maàtfchafpy in j-j Sur atte,. Schrift in
ConfeJJ'eren mits dezen, dat 1vy over lange Suratte
jaaren jvan den grooten Mogol licentie, ö/diendcn*
vèrlof verzogt y en gekreegen hebben, om in afge-
Suratte, en Hindoeftan onze negotie te dry- dwongen.
ven 9 wadrom wy bekennen y dat eenige Hoe-
m t de -