
4 i« . B A T A
de, al ons yolk dreigden; te zullen doen
ophangen, indien zy zieh niet terftondö-
vergaven; dog dat zoude tot de zaak niet
veel gedaan hebben; hadien die van de
zwarte Leeuw zeer gewillig wareir, ora
zieh te verweeren, ea eens ] tegen deze drei-
gers te flaan; maar hebbende niet meer
dan een weinig bedorven buskruit ,en een
overladen en reddeloos fchip, waren ge-
noodzaakt zieh aan de Engelzen over te
geven,te weten, met accoort;enbp voor-
waarde,datzy, zonder geplündert te werden,
vry zouden mögen gaan, tfaar het
bun quam te gevällen, alvorens ook vol-
daan zynde vanhun te goed hebbende ga-
gie: dog de Engelzen het fchip op geen
edelmoedige* wyze, maar met bedrog en
onder fchyn vanvriendfchap, meefterge-
worden zynde, rmuikten , ook geen zwa-
righeid van hun gemaakt accoort te bre-
ken, het volk, uitgezonderd den voor-
noemden misleiden Dire&eur Henrik Jans-
zoon, en nog elf man j gevangen te hou-
den, en de zelven aan te. zoeken,f:om in
hun dienft over te gaan j onder beloften
van hun. agterftallige foldyen contant te
zullen a f betalen, en voor nieuwen dienft
dubbele foldy te geven..
Omtrent den zelven .tyd’, dat wy de
zwarte Leeuw zoodanig waren quyt ge-
raakt,. hadden de Engelzen tot Bantam ook
eenige van hunne fchepen wat Weftwaart
aan, na de Straat Sunda, afgezonden, om
aldaar mede waar te nemen het fchip den
Engel, ’t welk (na hun door de veripie-
ders bericht geworden was) van Jakatra na
Suratta ftondte vertrekken,gelykhet zelve
danookden 14 September 1618 onder
het gezag van deri E. Pieter van den Broe-
ke, met een kapitaal ten bedrage van 207794
gl. derwaards wierd afgcvaardigt,dogeen
gelukkig ongeluk was de oorzaak dat het
nog behouden, en onderonzemagtbleef:
want het geraakte ontrent den hoek van On-
tong-Java aan de grond, en eer het weder
daar af quam, kregen de onzen met een.
Vlieger van Bantam tyding, dat de zwarte
Leeuw door de Engelzen genomen was,
en daar op wierd het fchip den Engel ter-
ftond weder te rüg na Jakatra ontboden,.
mitsgaders de reis na Suratta geftaakt. Het
fchip de Oude Zon, körnende met een kapitaal
van 779 duizend .gulden uit Japan ,
verviel ook dien zelven,dag, dat dezwar-
te Leeuw genomen wierd, op de kuft van
Java, ontrent half- weg, tuflehen Bantam
en Jakatra, en aldaar mede gelukkig aan
de grond geraakt> quamen de boots van
onze fchepen, die zulx gewaar wierden,
hem te hulpe, en deze waarfchouden de
onzen ook met eenen, dat ze na Jakatra
moeften zeilen, anders was hy mede Weft-
waart-aan de Engelzen in de mond geloo-
pen, en miflchien met^zyn koftelyke la*
ding van hun opgeflokt geworden, Nu
V I A ’S
\tfas het ligc te bemerken, dat de- Engelzen
voor hadden onze handel-fchepen yari
alle kanten Waar te 'nemen, ’té bverrom*
pelenyen Zieh "daar mède te' verfterken',
om dan voofts te gemakkelykerònzevlööt
ontrent Jakatra’te können meeifcr worden,
gelyk zulx by hell ook niet wiertöütkentj
Want als de Haer Gouverneur Generaal
Koen hen doör expféflè gecomraitteCrden ,
en een miifive liet vfageh na de fedenen van
■t nemen van öns fchip de ZwarceLeeuw,
en wat verder hun meening* was, rtiet vèr-
zoék, dat zehetzelve wedefäans ons ' ge-
liefden over te leveren, of dat wy anders
genoodzaakt zöudeh wezengewèld met: ge-
weld tc wederftaaü ; en daar van'tevenge
. te nemen ; zoo öntzagzich de Engelze Zeé-
voogd, 'Thomas -Daal ; niet, aan önze’af- De Engel-
gezondene ,ondet verfcheide fcheld- wóor-zc Ze5'
den, rond uit te verklären , dat hy niet äl- 2 J07 r*
leén voornemens1 was óp onzò gaande eh penbaar
körnende fchepen te paffen, en wydercna vyanfc
Jakatra te'komen, om daar voorts alles ' te ^ aP*
verflaan-, maar dat :hy- òok zoude tragten
den Heer Gouverneur Gerieraàl’Kóen, ’t
zy levendig o f dood in handen te beko-
men enz.
De Koning van Jakatra was, zoo wel Hebbende
als die van Bantam , over dit^bedriegelyk (lcn ^-°*
voorval,en’t verlies van ohs fchip de zwar-
a Leeuw, zeer verheugt, en zy b e i d e ÓS
icnenen nu nergens meer nate verlangen,zynzyde.
dan om openbaar in ’t werk te mögen itel-
len , ’t geen hun ondet fchyn van Vriend-
fchap bevorens was mislukc 5 want fchöon
z y , op het verzoek van de Heer Gouverneur
Generasi Koen, beloften hadden gedaan,
ons met de Engelzen ter «éete zullen
laten geworden -, zotì^èri^én'fceiÌ:xrièer
vriendfchap als de anderen te doen , bléèk
het genoegzaam, dat zy het voordien tyä
met de Engelzcn eens waren, èn niet lié-
ver zoude hebbén-gezien, dan datde-on-
■zen geheel hadden können vérdelgt worden,
en dat blèek ook eenigziös daar uit,
dat de regeerende Paiigerang tot Bantam,
volgens her fchryven van den Koopman
Abraham van üffelen (als doen het gezag
hebbende over de logie, hec volk-; en de
verdere omflag der E. Màatfchappy)Ä l
expreffelyk had' verboden •, dat niemand
van de zynen voor ons na den hoelr, ofte
de mond van de Straat Sunda,! zoudeWa-
ren, om onze aankomende fchepen voor
de Engelzen te- waarfchouwen : ook had
de Koning van Jakatra aldaar eenigé meu-
we bol werken- tegens de örizeii aan-, o f 5
opgemaakt, mitsgaders zeer behendig febn
party gefchut daar op weten te breiigen,
en zulx op een tyd, dat zyne gecommit-
teerden over en weder gingen,3 om met
den Heer Gouverneur Generaal van -efen
nader vriendelyk verdrag-te fpreken, dög
*t welk maar alleen daar op zag , öm onder
dien fchyn van handeling, te beletten
het
G R O N D - V
Siegte toe-het opmaken van een begonnen Kat, en
llan<L°k dat daar op tcgen hun ftad aan» Seen ge“
zer “ e0*fchut wierd geplant; maar de tyd geeuuit-
ftel könnende leiden, nam dat werk even-
wel zyn voortgang. Gelyk onze zaken
nu te land tot Jakarra en -Bantam op een
zeer quaden voet ftonden,zoo was het met
onze magt terzee , die van de Engelzen
dagelyx wierdt gedreigt , niet veel beter
gefteld, dewyl meeft alle de fchepenred^
deloos- lagen aan een der Jacatraze Eilanden
, by ons nu genaamd Onruft, en dat
onder een zeer (obere befcherming van ee-
nig gefchut, 3t welk daar wel opgefteld
was , dog tegen des vyands magt met veel
zoude hebben können uitregten;
TWEEDE HOOFDSTUK;
DE onzen tot Jakatra rondm met bateryen omringty en de Rivieren geßoten. Siek-
teconßitutie van ons Fort, en gebrek aan buskrüit. In Rade beflöten V verflerken
jler Engelzen en Javanen te verhinderen. Verlies van onze kant. PPerd voederzyds
weder gecanonneert. Lißige veinzery van den Pangerang tegen de -onzen. JVerd in
Rade overwogen, om V Fort te houden of te vertaten. De Rivier weder geopent. Op
de vertooning der Engelf che vloot, begeeft zieh de ßeer 'Generaal tfcheep. Notitie
der[gone, die in ’/ Fort bleven, ontrent 400 zielen. De Heer Generaal vertrektmet
7' fchepen de Engelfche vloot te gemoet,, en werd door. de Engelfcben opgeeifebi. Zyn
Edelbetds antwoord. Het fchip de Bergerboot komt in bei gezicht van onze vloot.
Die in t gevegt met de Engelze raakt. Overleggiygen van de Heer Generaal Koen,
enRaad. De Engelfche vloot met nog fchepen verfierkt. De onzen befluiten nd
| Amboma te loopen. Beweegredenen dieswegen. ft Opgemeld beflult werd aan de onzen
op Jakatra bekend gemaakt. 't Scbip de zwarte Leeuw verbtand. De onzen op
Jakatra ter zee door de Engelze vloot, en te land daar de Javanen belegerd. Welke
laatße verzoeken te accordeeren. Wtar toe de Oßagiers werden gewijfeld. Nader
byeenkomfi dieswegen. De Koning van Jakatra eifebt Zooo ryxdaalders. Waar op
de onzen bem 6000 ryxdaalders toe leggen. De Koning tekend hetverbond. D e v r i
ae ajgekondigd. Gemelde fomme werd aan de Koning voldaan.
De onzen 11 \ ^ n z z December liepen de gerug-
tot Jakatra I 1 ten, dat de onzen tot Jakatra des
nagts daar aan met 7000 man zouden
beiprongen worden, en daar toehei-
melyk groote onderfteuninge van Bantam
in de Rivier vanAnkèe wasaangekomen,
*t gene onder den gemeenen man zulk een
fchrik en ontfteltcnis veroorzaakte,datal-
v le de Chineezen en Javanen, ontrent onze
plaatze oi verfterkte logie woonende,
hun met vrouwen, kinderen , enbagagie,
op de vlugt begaven, en hunne woonin-
Rondom 8en verlieren. 4 En fclioon de onzen deze
met batte- nagc geen aahftoot leden, zagen zy egter
xyen om- ’ s morgens, dat aan den oever,ofde Weftjin
g t, en zyde van de Rivier op de plaatze der Ende
Rrviec _ j * , - - * gefloten. êelzen » d wers van onze huizingen en werken,
een fchoot-vrye wal, wel een va-
dem hoog, opgetrokken was, en dat daar
aan geftadiglyk metzeergrootenyverdoor
de Javanen wierd gearbeid. Boven dien
bevonden zy zieh ook van de zelve rond-
om beûoten, en met diverfe batteryen en
bol werken omringt, de Rivieren met palen
toegefloten en bezet, zoo dat zy genoodzaakt
waren alle mogelyke middelen
tot hun behoudenis aan te wenden,gelyk
dan ook terftond de Kat, hoewel nog niet
geheel yoltooit zynde, met 2 ftukkenka-
non wierd voorzien. Längs de Rivier-
kanc, ofte de Weftzyde van onze onder- ;
handze verfterking ter dpfenfie, ftond mí
voltoit, en in volkomen ftaat het nieuwe
huis Mauritius, zieh ftrekkende in de leng-
te Zuiden en Noorden, en aan welkers
Noord-einde als töen ook een punt wierd
gemaakt, genaamt de Noord-Wefter Ri- siegte con:
vier-punc,. dog die was nog niet hooger ftitutie yai/
opgetrokken , dan tot ongevaar tweevoe-ons
ten boven de grond, en voons metzwal-
pen , of planken afgefloten voor een aan-
loop, paar niet vry voor een musquet-
fchoot.
De gardyn aan de Noord,oftezee-kant,
tuflehen de - zelve Noord-Weft-Rivier-
punt, en de Noord Öoft-zee-punt, was
opgeworpen van aarde/q voeten hoog,en
7 vöeten dik, zonder borftweering, en de
gemelte Noord^Ooft-zee-punt mede nog
niet hooger als de gardyn, ofte 9 voeten,
hebbende eensdeels eenpallillade borftwe-
ring, en een houtendak,om voor den regen
bevryd te zyn; na de ftads ofte de
Zuid-zyde verftrekte het oude huis Naf-
fauw mede voor de gardyn, even als aan
de Weft-zyde längs de Rivier het boven-
gemelte nieuwe huis Mauritius,
beide alzoo een winkelhaak; en aan de
Ooft-zydé waren behalven de Kat, die het
Zuidelykft na de ftad ftond, en de Zuid-
Ooft-punt maaktc , nog twee bol werk jes
raet palliflädcn aan malkanderen gefloten?
H hh 2 ook