
•
Die beilni-
ten ’s vy-
ands werken
te ver-
wcefteu.
4<S8 r ü " W * A. :
Temanggong tot Jakatra, daar de gemel.
te Bantamze vrienden wel het eerlte gevoelen,
en de meefte läft van te leiden
.zouden hebben; dög V welke die van bet
kafteel voor’t meerendeel meenden,datal-
leen zou beftaan in harde dreigementen,
o f een zwaarder gevangenvs,en dat de Kofi
ing, u« yreeze voor de weerftuit, hun
niet aan’c leven zoude durven kppen,hoe-
welhy anders genoegzaam. had laten bly-
Javaan , en van een moorddar
digen aärdy mitsgadprs daar toe niet een
hülf te goed zyn: daar en boven waren
eenigen nog van gevoelen , dat hy hen ook
daarom geen qüader tradfcement zoude aan-
dpen x fthoon wy hem in zyn voorgeno-
men, en reeds gemaakte werken quamen
tegen te gaan, of te ftuiten, wel te ver^
ftaan, zoo lang het kalleel Batavia by ons
Bonde werden ingehouden, en gedefen-
deerd. Anderen maakten dien aangaande
Wel wat meerder zwarigheid, maar Helden
evenwel valt, dat men, in nood en
verlegentheid zynde, gelyk ze zieh nu in.
dien ftaat bevonden,van tweequadenhet
beite moeft kiezen, en daar op wierd dan
in vergaderinge met eenparige Hemmen
(den Koopman Abraham van UHelen al- |
leen uitgezonderd) goedgevonden en ver-
ftaan, de batteryen door de Javanen ten |
meerendeele weder opgemaakt, zonder
verzuim vantyd, tot de grpnd toe af te
werpen ,en tot dien einde met eenig volk,
een uittogt daar op te doen; want het
quampuklaa? genoeg te blyken, dat ze
zieh by yerdere toelating, binnen weinige
dagen omcingeld, en beQooten bevpn-
den zoude hebben io een kring van batteryen,
o f bol werken, met palen aan mal-
linderen gehegt.
. Men begon nu ook te bemerken, dat
de af komfte van den Soeibehoenan 4Mata-
ram, daar veelen zieh zelven medc gekit-
teld, en van ingebeeld hadden, dat het
voor ons een voordeelige en gewenichte
zaak zoude wezen, niet anders was, als
een uiegeftroide leugen van de Koning van
Bantam, en een dekmantcl, om met eenigen
fchyn van noodzakelykheid medete
bekleeden het voornemen, dat hy badde,
om met het maken van bol werken en batteryen,
het kafteel Batavia onder zyn be-
dwang ce krygen, en ’t welk met des te
meerder zekerheid konde worden gelooft,
om dat’er tot verfterking van de «ad Jakatra
, aan de land-zyde, nicts het minlle
wierde by de hand genomen; maar al het
werk-volk aan de Noordzyde, recht te-
gen over hec kafteel »geduurig aan den ar-
beid was.
Het gevoelen van de ,Bantamze vrienden
Uitgedrukt, by hun briefje van den
1 dezer, namelyk: dat de Koning zieh
ook wilde Hellen in ftaat van defenfie teigen
de wedeekpmHe van den Heer Gouv
i a . 'S .
yemeur Gencraal, o f den zelven medc
iets quaats tegjn hem indenzinhad,kon-
den die van het kafteel Batavia wel voor
de opregtq waarheid aannemen, maar even-
i wel daarom niet göedvindcn met goede
oogen aan te zien, dat men hen zoodanig
oincingelde en den weg afnam, waar door
ze alleeu hoop hadden, van nog eindelyk
eens te zullen werden verioft en ontzet.
£y kondenhet ook in hun gedagtço ijiet
krygen, dat de Koning yan Bantam, wan«
neer hy het kafteel onverhindefd, en na
zyn zin had beflooten, en bebolwerkt,
hen daar in zoude hebben vergunteenge-
ruft en vredig verbiyf tot de wederkomft
van den Heer Gouverneur Generaal. In
tegendeel Helden zy vaft, dat hy zieh met
hqlpe van dç Engelzen ( waar van zieh
np weder eenigen aan land Ueten yinden)
wel haaft meeftervan ’t kafteel zaude hebt/
,bqp gemaakt,hct zy dan om het zelve ter-T
ftonate demolieeren, of wel met zyn eigen
volk, tot defenfie van zyn tweede Ko-
ningryk Jakatra, te bezçttcn en in heziç te
houden, en dat zy dan, tenallerbeftenge-
nomen, zeer ellendige gpvangenen, mits-,
gaders die van Bantam daar aan mede deel-
agtig zouden zyn geweeft : en in dit gevoelen
wierden zy nog te meer verfterkt,
door het heilezen, van zekere période uft
een briefgedateerd lyFebruary tdio de.
welke hen te dier tyd inviel, dat ze eeni-
ge dagèn daar aan van de Bantamze vrienden
nadden ontfangen, en waar in de zel-
Ve zieh dezen aangaande met de navolgen-
de woorden hadden komen uit te latent .•
* Eerftelyk ftaat ons te dfenken, tpjt
„ wat einde de Koning zoo ernftelyfc
si zoekt den ondergang en rdme van ons
Fort tot Jakatra, ’t welk ons dunkttot
j, geen ander fine te wezen, dan zyn ftad
alhier weder tc doen bloejen, en den
n voorigen handel te bekomen, ook om
„ bevryt te wçzen van namaals door ons
„ met dito Fort gedrqigt te worden : wel«
,, ke redenen.hy ons ook in ’t begin van
„ den oorioge voorgehouden heSt, om
„ belaftende den Ed. Heer Generaa! cq
„ febryven, dat dogop alle vrlendTchap
„ dito fterkte wilde afbreken, en fiet ge*
M fçhut wildé mfehepen, beloû vende vor«
9» der ons zoo veei vriendichap te bewy«
„ zen , aboit te yorén eedaanh^eft j dpg
„ indien men tot, het-afbreke“ .niet ko^
» de verftaan,dat pieç ruftenzoude «.voor
„ en al eer ’t gautfch ander de vbetlag ^
„ waa^ toe hy ook getefoiveérft^
„ middelen aan, te ,wenden, en alle.zyn
„ magt, tot de laatfte man toe, tç.wagen.
. Zylx die van 't kafted Batavia ' het êqi
en ?t ander wel overwo^hçbbende^^et
langer konden blyyen ftft ¿jtten , maarfts
boven gezegt, ^pçdypnc^n,, de javanea
in
G % O N D . V
. in hun daaglyx werken en fortificeren, I
voor zbo verre zy het kafteel daar mede
.quamen te benaauwen, na vermögen te-
. .gen’te gaan, en voor eerft Se gemaakte df
hermaakte batteryen weder te verbrandeh, •
en onder de voet te werpen. 1
Pertig tpusquettiers trokken dan ten
dien einde daar op üit, gevolgt worden-
de yan nog een vry grooter getal, Zonder
ichietgeweer, om daar aan te flegien, de
palen uit te rukken, en hfet vordere in
brand te fteken. Het witte vaandel, o f
de vrede-vlag , nu al eenigen tyd van het
kafteel gewaaid hebbende, wierd,ook in-
genomen, ert een van roöde koleur in de
plaatze gefteld , tot nader Waärfchouwinge
aan de javanen, om uit de batteryen te
■ ß330» gelyk hun ook albevoorens was
toegeroepen, dat zc tot vermydingvanon-
gelukken, zouden moeten doen. 1 ,
\ Zoo haaft quateen de onzen niet by de
eerfte battery , op de Noord; Weft-hoek
van de Ri vier, of.de' Javanen vraagden
hen, wat zy wilden doen ? en daar op tot
| antwoord bekomen hebbende: wy zyn
gezonden om dit, gemaakte en opgefwor-
-Pen werk om verre te frnyten, en te ver-
branden, zoo zeiden ze , het is goed, lie-
pen daar uit, en gingen door: even al-
ZOp deden die van de tweede batterye; dog
aan de derde batterye vonden de onzen ,
door het fehieten uit musquetten, en het
geweldig werpen met fteenen, onder het
uitvallen met pieken , zoodanigeen tegen-
Hand, dat ze genoodzaakt waren een wei-
D«gpe4cn nig te rugge te tredenj waar na Zy, zieh
¡ 2 * ^ zelven wat herftelt hebbende, weder al
* .ghargerende daar op aanvielen, de batte-
jy e flormender hand innamen, de Javanen
daar uit drevgn, en alles wat’er op, om,
of by Hond, ter nederwierpen, uitruk-
Sdude aan mjr, en in brand Haken. Van de Ja-
B m yanen bleven ’er 4 dood, daar onder twee
.van aanzien, vader en zoon, welker bei-
de lichamen na Bantam gevoerd zynde,
aldaar ook, na de Javaanzp manier zeer
plggtelyk zyn begraven gewordeii,enby-
zonderlyk de vader, die een der Bantam-
. z? Ponggawas, o f Raads-Heesen zynde,!
wel het meefte bemind was, en ook meer
bekiaagc wierd als de zoon, mogelyk om
dat de zejve niec van h egte bed zal zyn
geweeft. _ Vftn de onzen was ’er een met
een piek in de borft geftoken,vyftien waren
van voetangels gequetft, en eenigen
ftoor de fteenen, die ze niet hadden können
ontwyken, wat befchadigd gewordenj
dog alle buiten gevaarvan daar door
het leven te zullen verliezen.
Na dit exploiö, en het weder binnen
komjen der genen v die daar toe waren ge -
employeert, wierd het roode vaandel , of
de bloedvlag weder ingenomen, en met
Witte vredcvlag -verwifleld 5 maar de-
tyyl de onzen wel wiften, dat zulx niet
E S T Ì N G. 4 69
veel kondc dienen. tot hun verantwoorr
ding, o f betuiging yan ohfchnld omtrenty«^!«»-
den Koning van Bantam, en den Pange-”'v^ ^ aar
rang Témanggong, zoo Ichrevenze metcc„ brfcf
'er hàaft aan denlaatftgenoemde eenbrief-aan den,
ie van excüfc, en zonden het met een In- i,a"RcraDg
lander, die de Nederlandze en Maleitze J j“ aDg*
taal forak, na de ftad. Terftond wierd
David Dirkszoon geröepen, om *t zelye
te leZen, en deh inhoud aan deri Pange-
rang Temanggong te vertolken, gelyk
ook al ten zelven tyde,. met behulp van
den bovengemeltei?. ftilander, quam te ger
/chieden : in het zel ve briefje vèrMaarden de
onzen in ’t kafteel, wel te wenfcheh,dat
het fneuvelen der gemclte vier Javanen niet
Waar voorgevallen', als zynde geenzinshun
intende geweeft, iemand eenig leetaan te
doen, veel min het leven te benemen,
maar älleen om zelve te können ontgaan
de ft raffe des dood», waar aan zieh de
Hooft-Officieren, yolgens de Nederiaod-
ze krygswetten, Zouden hebben fchuldig
gemaakt, indien ze (des Vermögens zynde)
in gebreeke waren gebleven, te verhinderen,
het vqltöijen der batteryen, ciie al
weder op nietiw zoo naby, ooder, en tegen
onzé Fortreflè wierden opgewoipen :
en waarom zy Ook als nu, nog nader, en
op het alder vriendelykfte, verzogten dat
voortaan het maken van diergelyke werken
tegen het kafteel mogte worden na-.
gelaten , wilde de Pangerang Temanggong
de ftad Jakatra aan de land-zyde ' tegen
den Soefoehoenan Mataram, o f ander
re vyanden, verllerken, dat oordeeldcft
de onzen niet alleen goed en dienftig tc
zyn, maar ze belbofden ook de zelve ftad
aan de zeekant met al hun vermögen te bè-
l iehermen., als mede in dier voegen tebe-
vryden, dat 'er niemand, buiten des Pange-
rangs wil en weten,de Ri vier zoude können
in, o f uit komen. En nadien het ook
de waarheid was, dat de Javanen òp de
laatfte aangetafte batterye zelye qorzaak
waren van het ongeval, zoo wei de onzen
, als hun, overgekomen ,als zynde vöör
het uittrekken van ons volk, en ook daar
na , genoegzaam gewaarfchonwt géweeft,
wierd der Pangerang Temanggong verzogt
en gebeden, dat het dog van zyn be-
lieven mögt wezen, 5t gepaflèerde in de
befté vouw te flaan, en het zelye pp eqn
gunftige wyze aan de Koning van Bantam
békènd te maken. Dät fiy Temanggong
nu ook weder de witte vrede-vlag
wilde laten waejen , niet van eenige bui-
ten-batteryen, maar in de ftad van de punt
o f kat , tot meerder verzekering en gc-
ruftheid, gelyk voor dezen befprooken
was. En aangaande de geledene fchade,
de zelye prefenteerden die van het kafteel
gaarne te'willen vergoeden ,(Jaar. bénevens
òok protefteerende, dat ze met het om verre
weFpen der gemelte. batteryen/ en af-
N n n 3 pjg.