
ZESDE HOOFDSTUK.
Dc. ater xvnoi , /uo oppergevomagttgae na 'Java. Om Pangerang Depati
Aoom M banden le krygen. Die vetzeekt in genade aangenomen le werden. Bat
de Heer Knol toeßaat. Engaal dien Prins aflalen. Jftekeningvan dezeafbaling.
Fergiffantt-bnef aandtenPnm gegeben. Daar toe by laß meet gehad hebben. Zond
bem na Batavia. De Depati van Soerabaja Opperflrandbeer gemaakt. Nieuwe
blyken van zyn ontrouw. De Ketzer beiluit hem te doen' dooden. fVat de Heer Knol
verder gedaan heeft. Kaja de Nmgm geverderd. Koßcn des eerlegs A“. i 708 en
.beverenj. Pangcraog Depati kernt ep Batavia: Hoekfdaargebatdeliwierd.'Hy
wetgerd zyn krts over J e geven. Zyne verfibyning veerbadr Edelheden, en deftige
aanfpraak. Zynjraffe redenen legen de Heer van der Horft. Haar Edeibeden lee-
ebenen den vergtffems -brtef. Verdere bebandeling van dien Prim. Die den faning
van, Bantam kennte her a f geeft. Die daar ever beweging maakt: Dal egter niets
helpt. Regtvaardtgmg van haar Edeibeden in dit ftuk. Siaan't verzeek van denen
Prmsaf. De Ryncteraden bem entbanden. Werd na Geilen gezonden en ep Gaie
m m S p Daar by zieh traebt uit te redden. Deg ’1 lekt uit. Wat van der
Horft bier in gedaan beeft. En bee by beleend it. De Depati van Seerabaia
werd gekrtß. Tygers gevegt. Zyn Ireeders in genade aangenomen. Deg verne-
derd. Staat van den eorleg op Java. Hoe de Heeren zeventienen't werk van Java
opnamen. Hun gedrag geregtvaardigd. Nituwe vonken van eorleg lnirede
der Gczanten van den Seefeeheenan A". .712. Hun bebandeling in de gebeer-iaa!
De redenen van hun kemß. Jangrana weigerd ten bove te gaan. FeTdere vedken
van eerlog. Meejelykbeden ontrent Pajfareewan. En waar die hegen De Prim
van Balamboang fcbynd ander Bali te ßaan. Nieuwen eorleg ep Java 1718 Ont-
ßeltems hier ever ep Batavia. En erdre daar ontrent gefteld. Op/land der Madu-
reezen. Deed van de Heer Chavonnes. Hee dit verder afgeloepen zy. Den oerlog
rnefi ten etnde. Door ’s Heizers deed weer van een andere kant begonnen. De
beefd-verrader Erberveld A«. 1722 ep Batavia gerecht. Nieuwe bewtgingen der
wederjpanmgen ep Java. 6 *
Be Heer A °. 1708 vonden haar Edelhedcn goed
X708 als' ^en Heer Knol als Commiflans, of
Oppergc- r “ •^ Oppcrgcvolmagtigden, weder na
▼olmagtig- Java s Noord-Ooft kuft te zenden, om de
Je na Java, verdere vyanden, en byzonder Pangerang
n ^ j Depati, Anom. in ’t Malangs gebergte te
Alzoo nu alle dezeredenen, en detyden-.
en zaken zeer veranderd waren, vertrok
de Heer Knol den 8 February na jaya’s
Ooft-kuft, om te zien wat daar nog- te
doen mögt zyn. Hy was zoo ras nietop
Samarang gekomen, o f hy fchikte alles
met veel omzichtigheid, zoodanig; dat
hy de veldtochc vroeg beginnen, en zoo
veel te eer een eindc van dezen oorlog
maken mögt. Dogeer deze Heer dit. al-
| les na zyn zin verricht, en de troepenop
Soerabaja by den anderen gezameld had,
I verliep ’er nog al gen groote tyd.
Anom m*1 vervo^ en’ om was ’t mogelyk'in han-
handen tc den .te-krygen, alzoo ’er andere op Java
krygen. geen ruft wezen zou.
My is zecr dikwils van Heeren, die
grondige kennis van deze zaak hadden,
verhaald, dat deze Prins menigmaal verzogt
heeft, om tot ons over te mögen körnen,
mirs dat men hem Prins van DJa-
pan, o f van eenig ander landfehap, maken,
en zoo buiten den Kcizer op zieh zelven,
en alleen maar van haar Edelheden afhan- I
kelyk, itellen wilde; dog daar waren’er, |
die den Heer de-Wilde die eer alleen niet1
gunden, die 00k ondertuflehen hope
en grond hadden, om hun beurs beter te
maken, als hy nog zoo ichielyk nietover-
quam, en die de Hovelingen, diehy over
en weder zond, dit afgeraden, en doorver-
dichte bedreigingen, van dat wy hem ’t le-
ven benemen zouden,zoohy totonsover-
quam, hem hier yan afgeichrikt, en be-
zorgd hebben, dat die Panakawans van den
Prins maar ilil. weder los gelaten wierden,
zonder dat de Heer de Wilde dit oit ge-
. WQtgn heeft.
Aangezien nu Pangerang Depati Anom Dicver-
[ dit zwerven mede zeer moede begön tezockt in
werden, en maar tot ruft wenfehte teee-gcnadc
raken, zond hy zyne gezanten aan denmentc^
Heer Gevolmagtigde Knol, verzoekende, werden,
dat men hem in genade wilde aannemea.
I Dat de Heer Knol bevorens ftille en geheime
onderhandelingen met dien Prins,
om de zaken zoo verre te brengen, moet
gehad hebben, is niet alleen waarichyne-
lyk, maar zal ook klaar uit de gevolgen
blyken, buiten dat hy 00k toen al veel
zaken buiten kennis van den Krygs-
Raad, en noit door eenige van ons vom*
maar altyd door Javanen, behandcld had \
waar uit men met reden welbefluiten mag,
dat hy eenigen geheimen laft heeft gehad,