
' gezondÇçt; van . aile ,. daar na de Pçgo,
hoewel die egter meer uitdroogd* dan de
befte Gongo-Thee, en fchoon de oofdee-
len hier over. verfcheiden zyn.
. Lieden * dre fterk ftudieeren, en hunne
herflenen veel werk geven, moeten geen
Thee altoos drinken, alzoo hunne kragten
daar door reets genoeg uitgeput werden,
zonder dat zy die door de Thee nog meer
behoeven uit te putten o f te doen uitwa-
zemen, behalven dat zy ook hunne nagtraft
zeer beletten zal, daar nogtans menfehen,
die veel denken, dienen te raften ; maar
zy is goed voor al te vette menfehen;
en die met een al te heete en geele gal,of
met al te heete vogten gequdd, o f ook
wel te flaperig zyn.
Hoe men de Thee nu fterker drinkt
(dat men in Holland nogtans doorgàans,
en waar aan men, na ’t bericht der Tsji.
neezen, zeer qualyk doet ) hoe zy fterker
uitdroogt, en fchadelyker is j weshalven
magere menlehen ( dien ze minft diend )
ze zeer flap, gelyk de vette lieden vooral
Soi^lo o f Groene Thee met het kleen of
rond blad, alzoo die het fterkfte uitdroogt
drinken moeten.
- De Lieden, die de galagtigfte lichamen
bezitten , hebbçn doorgaans ook ’t ichran*
derfte vemuft, ook zyn diegemeenlyk wat
oploopende, veeltyds jichng,graveel-,en
fieenagpg. Voor zulke is de Thee, flap
gpdronken zynde , goed. Hoewel ook
dit nog maar matig gefchieden moet, alzoo
onze maagen geen overtollige vogten
(die de kokingder zelve bçderven) maar
alleen de ûoodige vereiflchen; even eens,
gelyk Vleflêben van den dorft noodig,
maar, ’t geen daar buiten gaat, fehade-
l y k is .
Nu zou het nos wel noodig zÿn met
een letter uit de Befehryving van den Thee-
bloeflèm aan te wyzen, tot wat voor een
Claflis der Plant-gewaflèn de Thee recht
behoord ; maar ik hebbe nog noit iemand
oritmoet, die my ’t recht bericht daar af
heeft weten te geven ; zoo dat hier toe
fchynt vereyfeht te werdeg, dat een goed
Botamcus aie zelf in Tsjina eens zag, en
die dan nazyne bevinding befchreef, waar
toe de Heer Willem ten Rhjne in Japan,
en Do&or Louis de Reizjer ( toen hy met
den Heer Paats als Gezant na Tsjina ging )
de befte gelegenheid ter wereld hebben ge»
had , zòo zv daar van toen maar hun
Werk gemaakt hadden.
Hoe zeer dit drinken van Thee in ons
Land in körte jaren doorgebroken is,
weten die gene, die' maar yo a 60 jaren
verre heugen: want het heugd my, dat
/ Ab. 1670. in Dordrecht van geen
Thee in *t geheel nog wifte, en de Heeren
van den Brouke, en D. de Leonardis,
zyn de eerften geweeft , die ze daar toen
gebragt hebben. Toen wierd het met
verfoeying van ons voor Hoy-watser uit- vtt%
gekreten, en nu lüften hetde aUergejW-
fte Lieden al,, in zoo> verre, dac het nc-
vens de Coffi of Caweh ,. een der vocm-
naamfte* eneen Hoofd-HandcLm ons Land
geworden i s , alzoo^er Ao. 172,1. alleen
een en veertigmaäl horrderd dtrizend pon-
den in Holland , Vrankryk , Enarclinr^
o f t’Ooftende uit Indien gebragt zyn.
N.u zouden wy wel veel andere zaken
van Tsjina konnen_zeggen ; maar' aange-
zien ons. oogwit alleen is , die dingdr ojp
te geveri, aie men. bf, by andere in rß geheel
niet , of niet in deze ordre, virid,
zoo wyzen wy den Lezer verdfer tot de
Werken , die door H ieuw hof ^ enando*
reu reets in ’t licht, gegevehi zyn , eh
die volflagen alles.'y. ¿kt ik ofzy.däaf af
können zeggen, vervatteri. Wesfedveh
w y het hier by , nr opz^t van ’ t wc-
reldlyke , zullen laten , om nog. iets
van de zaken van den Godiscbetiffc' -te zeg-
§en i ^°g zullen ’er deZen. Brief vaft
den Heer Baron aan de Heer Rnfihbof yfr&‘
gen* Tyina byvoegen;, alzoa die ons in
vencheide zaken nög veel licht ’geven zal.
Eenuaardige Hoog-Geleerde eu z.eer
Godvmgtige Heer, myhHeerWsX^
mannus; Buichhofr Bedienaar des
H. Euangeliums der Gerefarmcer*
de Kerke ttr Steele Batavia.' '
Myn Heer.
1 r Y emftiSe mcxMnmandatie hdb Briel vaH
- W volgens pligt niet konnen nalaten, den Heer
.,aL, ’f geene by my mögt doenlyk zyn, Bhon
^na te iporen, daar van & ÜE. enigÄs den
^hopcconfßffimcntte iiBen ?even; eg- E h c f
vermits hier nt» aan Dubliere* aaS- over
gezien ’t niet uit de aflehriften van P^. Tsjina.
Martinius o f Alexander de Rhodes t maar
” uit de waaragogcTsjmeelehe Chronyken
” met m’oote moeite gehaald, en. my doot
” vericneide van die Söcieteyt is tOegeko-
’’men, zoo verzoek zeer gedienftig UE.
” gelieve te excuferen, o f in dezen ee-
” nigzins quam mis te taften, te meer, de*
” wyl wy hier na voorriemens-zyn ÜE»
»daar in vernoeging te geveft, zonder te
’’ tragten eenige wyze ILftoryichryyafs
’’ daar in te bdopen, na de lefle van Pie*
ntarcbHs.
* Deze hunne vermaarde affchriften fchy- Van hoc
” nen dan van 3763, jaren of in ’t 189. jaar, verrede
” na dat God ae menichen kinderen met Tsjinee- j
'"een generale Vloed quam te ftrafien, ce-
” heugenis te hebben. Buiten dit j, zoo b S r
’’ hebben zy nog zoo eenige fabuleuie eö geven.
” wydftrekkende Hiftorien van . ontelbare
’’ Köningen, die in deeerfteeeuwe zouden
” geregeert hebben, makende mentie van
” eenen Ponckun, die zy niet können berei
” kenen , waar van daan gekomen is tot
^°P
T S j I N
. 35 op den laatften Koning.
f f ” Zy fchynen alles uit denatutir te b6-
39 grypen,en demenfehen invele wyzekon-
?9ften te onderwyzen '; dog waren njeeft
"alle zeer godloos, en den Hemel niet
” gehöorzaam, daarom de Tsjineezen hen
"ook figuurlyker wyze by vreemde bee-
"ften en ferpenten afmalen. En yoor-
"waar, wanneer men deze hunne linie ftiet
"aandagt gaat befpeculefen , zoö bevind
” inen klaarlyk veel overeenkomft, flaan-
" de op het geen JlLoz.cs door Gods Geeft
m Gen. a. gefchreven heelt, dat zoo dra ’t eer-
” fte fcnepzel uitpure Düivelfche benyding
" zyn Bfoeder Abel quam dood te ilaan,
’’ was vlugtende naar *t Qoften, en God
’ ’ iprak: wie Cain dood •, diens bloecL^al
"zevenvoudig gewroken werden.
” Want het fcheen, dat de eeuwige raad
"Gods hen ten verderve wilde iliuluiten, |
"en buiten zyn verbond vermenigvuldi-
" gen laten ; “gelyk hok klaar te zien is,
"dat, zoo dra Lamech, Cains Soon, tot
wzyn jaaren was gekomen, hy regelregt
"tegen Gods Ordonnantie twee vrouwen
"nam, en zyn nakomelingen Afgodeiy
"ple^den, en na den vleefche leefden
f Detei. 14. Vf. I.
■ "Deze Volkeren dan, voor den alge^
" meinen Sündvloed , van Cain afkomftig,
"fchenen gedagtig te zyn eener groote Di-
"Iuvie, waar mede de'aarde, ja al de ber-
” ppn Vwyjplft- waren, en hoe klaar ook dit
LH b lid g » z y n o g t a n s f t a a n d e
" mthunneHiftörien'teb^yZen,'dätioooo
" menfehen op een zeer hoöge en fpifize
" b a g in de Prövintie Penfi (mogdtyk
09 Xenfi ) hufi leven zouden gefalveert heb-
"ben i want können van hun eerfte Ko- ]
•» ning ?ao , waar mede hun Chronyken
"aanvang nemen’, niet aiiders bereekenen, |
»als dät hy uit het maagfehap van den :
"laatften Koning Chin geweeft moet zyn.
" Even dit zelve verhaald ons fofephns de
” Joodfche Hiftory-Schryver in zyn 1 Deel,
»en 4 Cap. daar hy over de Sündvloed
' " handeld van eenen Damafcenus, die in’t
"9 6 Boek zyner Gefchiedeniflen daar van
” aldus Ichryft: Daar legt in AVmenia, by
"der Minjaders Landlchap, een hooge
"berg , Baris genaamt, op welken , in de
"Sündvloed velen. gevloden, enin’tleven
-" gebleven zyn ; dog dit alles is maar valfch
w
„s geven, --------------------- -
"Geeftes en leven in zyn neusgaten had,
»van alles dat op het drooge was, geftor-
»ven is Gen. 7: aa. Hierom mag men
»hen wel voor de afkomelingen Cains
»houden.
” W y zeggen zulks vandeTsjineezen,
"en niet vanae Schythen, of Tartaren,
"die van faphet herkomltig, en uitMagog
"getreten zyn.
. "Zybègihneridhihù'hneHiftorieriMeÌ I? 1^
” den'eerften Koning Jao, die na de Schep- |||^p
” ping der Wereld-, i8t>o.-, of hadeSuna- Koning
"vloéd i8o.^àarén, àls een Vader oyèr hen.A.M.
"quotaite hcerfcheri, engeveil getu'genis^r8oo>
" dat hy .9 jaaren toegebragt heeft, dm dè
"aardé van de wateren té fcheiden, waar
9 mede zy bedekt geweeft was* èn bevoi\-
den, na dat ’cdi'oog geworden was, ver-
lcheide vòetftappen vàn beeften -, waar
mede de aai'de weder van den Hemel ver-
vuld en gezegend was. Hy leerde de
menfehen boomen en alle kruiden plansten,
en gebood; in zyn vier deelén des
” Ry ia Son enMaan wàar te nemen ; reg-
" tende mede gróotenVlyt aantot eenige In-
” ftrumenten aerMuiyk. Hy is de eerffè
"Koning, diezynenStoel veitte in Xenii,
onder aen naam Tang. _
’’ De Tsjineezen hoiiden hem voor deh
Heiligften menfeh , die oit geleeft heeft,
1 waarom hy ook^ van hen nog in alle
Tempelén zeer vierig aangebeden werd;
voornamentlyk van aen Akkerman. Syn
Regeriiig heeft 100 jaar geduurd , en
quam op zyn 117.. jaär te överlyderij
'’ als wanneer een zyner- naaften , metna-
’ me Xun, fiiccederende in die plaats,
’’ een andere familie önder de ftaam van
’’ /ä fundeerde, die zig: vlytig toonde onl
den loop der hemelfche ligten te onder-
’ zoeken, makende daar vanqok een Glo-
^be, gelyk hy ook de eerfte onder hen
’ ’ was vAie^de- 'Planeten^ obien'eerde4’ eii*
. f wäairoim hy ook by hunne Wis-
’ konftenaars voorHeylig gehbüden weref.
5jHy regeerde 33 jaar, en wierd 110. jaaren
O u d.
’’ Van dezen af tot' op den tweeden Ko-
^ning uit het 6 Geflagt, der Tsjineeiche
fàmilie rTsjini genaamt Cut Pihoan ,zyn iri
’ 185*8. jaaren 81. Köningen fucceffive geweeft,
welkers namen wy hier om de
kortheid niet zullen noemen.
’’ Deze Cui Pihoan dan markte een be- CuIPi- fin van Regering 146. jaaren voor de ^oaß :
m omfte Chrifti, zynde van natuure een
” iiout en dapper Oorlogs-man. * Hy fs muur
” de Koning,' diede wyd beroemdemuur 246jaar
” vaji teparatie,tuflchenTsjina en Tartaryeh, v°°f .
"bouwdc , daar van huune Ghrönyken ’
” aldus ichryven. Onze Koning Cui PU ‘
”hoan, zynde wys en verftandig , ja dè
99 kloekmoedigfte in oorlog vari al onzè
"ftammen, vraagdeiri ’t 6 jaar zyner Re-
9’gering een Waarzegger, na dat hy by
99 na der Tartàren Dwingland geworden
" was, wie na hem zyn Ryk deftruereri
"zou , en wierd gcantwoord Huye j ^t
"welk de Tartaren zyn. Daarom heefi:
"hy in der yl van de Stad Kin, leggeri-
” de in de Prövintie Exu, nog tot m de ,
"groote Zee van Leaotong belaft, lai^s
"zyn Grenfen heen, ieder in zyn Gcweft fci[rcvcii
»een groote muur van a8 cubiten hobg ; dat werd.
C i ” S7