
7 i B ES G H R Y V I N G E v ä n
jache». Warga gevangen, bekend alles; Waar opbaar Edelheden alletoeveer af
fnyden. Verfterktng der Stad Batavia. Tagal ,door de mztn verb rant. Des Keisterj
■leger verjjcbym den z z Hugußus voor Batavia, Staat van die leger; Werken door
de MM» verbfdnt. U f'eriies adn weerzyden. >De Kapitein van | Kadeel reauetß
wmm deed van den Opper-iandveegd de Heer Koen. De Tokening van Bataviatee«
De Heer Speer tot Opper-Landvoogd van Indien gekoren. Wat de vyand daar na
verriebt beeft Die groot gebrek leed. Ongeiuk ander de onzen voortevallen Be
■wyzen van der vyanden nader aanvaiien. Werden door menfiben-drekgenoodzaakt
te VJykeo. Befcbryvtng van die rednit. De vyant trekt den i November af Ver
dicbtzelenwegens de Print van Madura'S deot. Slerkte van 's Vyands leeer Ver
hes van den Ketzer by deze toebt. Gerücht van een derde belegering ■van Batavia
W E i P i t ?<H*a*en A r. , 64<a van in 't Kaftlel W . kamen. Thod
| p « ! Mohhammed A®. 1645*. - ' 0
T " \E c e r fte v a n deze Keizers was Si-
ic. Keizer I f roeboed genaamd. Deze was geen
ofVorft ^ Keizer, nog Koning; maar een
van Java, flaaf van den Sulthan van Damak, diege-
woon was gras voor zyn paarden te haa-
len.
i nfl(f i te % » eenig quaad ontrent de bywyven
van dien Sulthan bedreven, en gehoord
hebbende, dat die Vorft hem dooden wilde
, nam dp vlugt na den Sulthan van Pa-
| x djang, die als een goedaardig Vorft hem
in zyn dienft aannam, en een vrouw, een
huis, en ryftvelden gaf.
Na verloop van eeriigen tyd , be-
dreef hy daar weder eenig quaad, ftal de
göederen van dien Sulthan, ja zelf 00k
zyne bywyven , en verkogt die aan deze
en gene dorplieden , het welk door de
-'Sulthan van Padjang vernomen zynde,
’Zoo wilde ook deze hem dooden jdog Si-
roeboed, dat hoorende, nam de vlucht na
den • Soeföehoenan Goenong Djati, of
Sjeich Ihn Möelana, biedende zieh aan, om
hem te dienen} maar die wilde hem niet
aannemen. ' • §SBl ' I '
Daar op nam hy de vlugt na dejcleene
dorpen, vöegde zieh by eenige ervarene
buflels- en koejen-dieven, diegewoon waren
op de gemeene wegen te rooven, en
re ftelen, en wierd eindelyk hoofd van
een troep van veertig o f vyftig zulke ga-
ften.
Deze wierden met’er tyd zeerftout*en
allenskens zbo magtig, dat zy , tot drie j
honderd mannen aangegroeid, dezen Si-
roeboed nu plegtigftot hun hoofd verko- j
ren, om dat hy onderöemend, doortrapt,
en van een aanzienfelykegeftalte was , waar j
door hy als een geweldenaar' zieh alomme j
zeer ontzaggelyk wift te maken.
Veroverd Naderhand ging Siroeboed de wegen I
Maiaram. yan Mararam- vörfoieden , dat toen maar !
in eenige dorpen beftond , die gcen Koning
hadden, en niet fterk bevolkt, ver-
raits daarV nid- boven de twee o f drie
• bonderd lieden in waren.
ö ^ ie l -h y door lift, en maakte .•
de ing Ma- Z1°b> eer zy • zieh zelven wapenen konden, }
taram noc- volkomen meeftcPvan Ma’taram, na welken.
ken tyd hyzich zelven Kijaij Gedec Ing
Mataram, dat is, den grooten Heer van A \ J
Mataram, noemen liet.
Naderhand veroverde hy ook alle' de
kleene plaatzen, daar ontrent gelegen -en
quam niet lang daar na, oFA”. i486’, na
dat hy met zyn ftruikroyen, en ’t beftie-
ren van Mataram, vier en zeventig iaren
doorgebragt, en den ouderdom van dicht
by de honderd ¡aren bereikt had, te fter-
ven, latende zyn Ryk ,dattoeh nog kleen
was, aan zynen zoon Pangerang Sida Kä-SidaKaj
djanar (die ook wel de naam van den Pa- d)anjt \
nombahan Kadjener draagt) na, die
1480. op den throon quam.
Wy moeten, eer wy de zaken onderT"ffl»
Kadjanar voorftellen, hier eerft een ver-.Tcr^
haal inlaflen,dat de Javanen zeg g en.vo ö r j'Ä
al tot de geichicdemiien van hun land te .ha»«,
behooren. N Damik.
Zy geven dan yoör, daf de oude Sulthan
yan Damak, boven welkers lSStyd
zy niets ordentelyk wCten te vefhalen,
agt kinderen, ten d&te zobnen, ten deelc
dogters,gehad heeft.
De oudfte van deze, epn dogterzvnde,
was Ratoe Mäs Pamantingan gehäamd. *
De volgende, een ‘ zöon, voerönde de *
naam van Pangerang Parwata, ha welken
Pangerang Madepandan volgde, Uif dit
verhaal (en % vorige) zal de lezef ’wel
zien, dat Pangerang, eenPrins j en Ratoe,
een Princes betekend.
Na deze volgde PLatoe Mäs Njawa,, en
nog een dogter , die; tät Pakalongan ge-
woond heeft, en nog een'andere, die met
den zoon van den Söelbehoenan Goenong
Jatl 9uam te tr°dweb) *äiF egter toen
nognnder den Sulthan van Damak ftond.
Dat hy ?t land yan Tsjeribon met die
dogter teh bruidfebat kreeg j 'hebben wy
gehobrt; maar hy gaf heni ook een. ftuk
^ichut, Sadjimat, ' den befchermer ofden
afweerder , betekenehde, ten huwelyk.
Z y verhalen daay by.; Ä de Köhing
van Bantam, o f Padjadiaran1, ook een dogter
van den Sulthan van Damak nam, en
dat die zich .roen mede onder dien Sulthan
begeven heeft , dat merohs Vorig verhaal
van zyne verovering van Bantam-Gifang
(dat egter veel netter is) hiet wel over-
G R 0 0 T
, Ä*. ijxo. een komt, gelyk ook 5t volgende een mis «
dag is.
Eenige tyd daar na kreeg de Koning
van. Bantam een dogter by deze vrouw,
die hy aan de zoon van den Pangarang
van Jakatra uithuwelykte.
De jongfte dogter van den Sulthan van
Damak trouwde met'den. Pangerang van
.Balora, die daar mede hst land van Balo-
ra ten huwelyk kreeg.
Na de dood van den Sulthan van Damak,
viel dit Ryk in .handen van den Sulthan
van Padjang, die den Rykszetel na
Padjang verplaatfte.
Deze wierd naderhand door Kijaij Ge-
dee vari Mataram,de vader van Kadjanar,
overwonnen, en dus wierd dezezynzoon
na zyn dood hier' mede bezitter van.
Kadjanar’s Deze Kadjanar, nu Koning van .Mata-
bedryven. ram geworden zynde, en zieh ook dien
naam Jätende geven, veroverde in körten
tyd veel andere fteden en dorpen, dwin-
gende die van ’t Ooften en ’t Wellen om
zieh in Mataram voor hem te komen ver-
nederen, waar door hy een grooten toe-
vloed van onderdanen kreeg, die hu al
tot 7 a 8000 aangegroeit waren. - | Vy
Komil der , Onder dezen Vorft zyn de Portugeezen
tyiOjo f daar ontrent, op Java eerft
1510.0p gekomen. r
Java. Alfonfus Albukerk toen Antoni A-
breus na de Moluceos gezonden hebbende;
Ü-hy. met zyn jönk op Greffic ( by Ofo-
riüs, Jarricus , Maffeus,, en meer andere,
Agacime genaamd) Ao. iy i i aangelopen.
Na dezen tyd liepen zy , by hunne tog-
ten na de Moluecos , niet alleen gemeene-
j lyk daar aan ( gelyk ook Garcias Henrik
Ao. x y ii. deed) maar hebben zieh ook
op Panaroekan, een ftad, eenige mylen
benoorden Balamboang,, nedergezec, daar
zy ,by dien Koning zelf A°. i yoö nog zeer
gezien waren.
Ook hebben zy naderhand zieh op Bantam,
Japara, .en in meer fteden van Java,
wel geplaatft j dog niet veel van opmer-
■‘t®® u‘t8erc8t» danhat zy tot Bantam,en
elders, daar zy konden^ ons veel quaad
gedaan hebben.
Onder dezen Kadjanar, en wel in het
vai des Ko- . v®n zYn heftier, is het zeldzaam ge*
nings van val voorgekomen, dat de Ponugees Pin-
Earnak to van de Koning van Dema (Pamakwil
i B B g E hl! wggen) op deze wyze verhaalt. Hy
waug. -n» dat hy van Goa na Sunda trok
(dat toen zekerlyk Jakatra, en ’tgeenmec
de naam van Sunda- Kalappa nog lang e r
na Dekend was, gelyk het doorgaans by
de Porcugeefcheichryvers als Sunda voor-
komt) alwaar zekere Njaij (Juffrouw in’t
javaanlch) Pombaja, van wegen den Ko-
mng van Dema, Keizer van Java.Ange-
nia.(wat die is, weet ik niet recht; doe
^hynt my l;.ngano,een Eiland niet verre
van Java, tezyo) Baii (dit is mi al.
IV. Deel.
-J A V A;
zoo het noit ondef Java geftään heefc) en A«. i j u ;
Madura^ als gezante yerfchcen; om Ta-
garil, Koning van Sündii, een van *s Kei-
zers onderzaten, aan te zeggen, dat hy
binnen anderhalve maand ook binnen Japara
komen moeft, om den Koning van
Pafläroewan te beoorlogen:
Hy voegt'er by, dat de 'gewigtigfte;
land-zaken dezer Vorften töen (gelyk ook
nu nog), vporal die van vrede en oorlog
door de vi ouwen behandeld wierden; maar
dat -deze vrou wen geen jongedogters mog-
ten zyn , ,op dat haar eer; en daar door de
goede zaak, waaronq zy uitgingen, niets
te lyden zpu hebben. Egter Imogten dit
gepn andere vrouwen, dan die bewys konden
doen, dat zy wettig getrouwt, of we-
duwen van een wettig huwelyk geworden,
en dat hare kinderen van haar zelfs
gezoogd waren, waarnemen.
De Koning van Sunda nu, dezen laft
bekomen,hebbende, verfcheen op den be-
ftemden .tyd met 30 Gilaia?s- (zekere In-
landze vaartuigen) en iö o o o ftrydbare
mannen op Japara, om zynen Oppervorft
te. helpen.;
Daar op trok de Koning van Damak Dat deze
met een vloot van zyoo.ichepen (hetZuK kadjanar
len maar parahoes, eq- kleene vaanuigen wf
geweeft zyn) na Pafläroewan, öm d i c n w S f
Koning aan te taften.-
- Hy quam ontrent de Rivier Hicandu-
rea (die ik noit heb hooren noemen, en
niet vmden kan) Heilende de Koning vari
Panaroekan tot zynen Zeevoogd, en die
van Sunda tot zynen Veld-Heer aan.
I Daar op wierd de vyand zeer moedig
aangetaft; dog de Keizer kreeg *erwakker
I j lop^ verloor 30000 man , daar onder
d rie,Köning en , behalvcn dat ’er agt Pa-
ti’s gevangen raakten, en de Kpning van
Sunda geheel op de vlugt gedreven, eri
tot dnemaal toe gewond- wierd.
Hier door geraakte het ganfehe Leger
in verwerring, en de , Keizer wierd niet .
alleen met een pyl gequetft; maar ook ge-
noodzaakt,zichte water te begeven,waar
üoor hy byna verdronk.
De Koning van PaiTaroewan bad maar
900 man verloren , en pas 300 gequet-
lten bekomen; dac by het andere niet te
noemen was,
De Keizer lag de fchuld van dit groot D;c edU-
verhe op de q u r t wagt, by den Koning g« S V
van Sunda gehofflen.
Hy vergaderde daar op al zyneKonin. ?
uuse D 1 11 cn zwocr °P den Mozhbät
fotop denCoraan, gemeenelyk den
Alcoran, genaamd) met zyn heir 'niet re
zullen opbreken, voordat hy dieflad ver-
delgt zou hebben. ...
Hy liet dierhalven de zelve drie maan-
den lang met vyf beukeryeri befthieten,
en met meer als 1000 ftormladders be-
itormen; dog verloor naderhand, na veel
ver