
En wcrd
door deu
Koning ta
omirent-;
het lo tien
Waarop
hy «ange
maani
wcrd de
48d B A T A
quamen, dat de Gouverneur Generaal na
de wedergeving der zelve gevättgeneri,
niecs tot nadeel van Bantam zoude komen
J te pnderneinen. Zyn Ed. dus bedrogen
der gevan- en te leur gefteld, mitsgaders daar over
lc!d° m,s*zeer raoejelyken verftoort zynde, lietter-
C1 ’ ftond cen briefjc aan den Koning van Bantam
gereed maken, en zondhet zelvenog
dien nagt, o f laat in,den avond, na land,
hem daar by bekendmakende, dat hy alle
$e Nederianders, die aan het comptoir
Bantam niet beföheiden waren, als daar
was al het volk van het fehip de kzwarte 1
Leeuw » de Commandeur van den Broe- S
«elve bin- k e , en meer anderen, binnen den tyd van
uurento z4 uuren aan boord van onze fchepen zou-
“cU[atcn?S de kebben te zenden, o f dat zyn Ed. anders,
en by gebreke van dien genoodzaakt
zoude wesen m ’t werk te ileilen, het ge-
ne reeds in Raade van India was goed ge»-
vonden en gearrefteert.
Dit Iclonk den Koning in de ooren als
een onverwagte zware donderllag, en alle
de Nederianders tot Bantam * die op de
ontfangene tyding van Jt verlies vanjakatra,
in de alaeruitterfte angft en benaaut-
heid waren geweeft,maakten nu geenandere
reekening, dan dathunne laatfteuu-
re zeer naby was, en zy alle gelykelyk
om ’c leven gebragt zouden worden, zoo
haaft als de onzen aan de ftad Bantam ee-
nige fehade quamen te doen; dog deKo-
Maleftd?0 ning »enüet voor de expiratie
opyolgt. van den geftelden termyn het meerendeeis
van ons volk, met de oude boot van het
fehip dezwarte Leeuw, vry en vrankna
boord varen, zoo dat als toen, namelyk
den 9 Juay 161 p , omtrent de 100 per-
feonen, met de Inlandze dienaaren en
Baven, uit een ellendige gevangenis Wier-
den verloft, waar onder 00k was de laat-
fte, hoewel de voornaamfte, de hier voor
meermaal genoemde Commandeur Pieter
van den Broeke,. die den Koning,op des
zelfs verzoek en gedaane beloften van weder
te zullen komen, niet had willen los
laten voor des anderen daags,den 10dito,
na dat hy hem ’savondste voren zoodanig
een fäbeltje had vertelt, als by de gehou-
den en al voor lang in druk uitgegeven
aantekening van gemelten van den Broeke,
kan worden nagezien: en hoewel daar
in grove mifllagen zyn begaan,niet alleen
betreffende de zaken zelve,maar 00komtrent
de befchryving van den tyd, hetzy
dan door fehult van den nafchryver, o f
van den drukker, o f 00k wel dat van van
den Broeke zelfs (als zynde niet prefent,
en de meeften tyd gevangen geweeft) ¿n
zyne aanteekeningen mifüagen heeft be-
gaan, kan dat echter niet onaannemelyk
maken de Fabel zelvc, die door den Koning
van Bantam op den perioon, en het
gedaane verzoek van van den Broeke, in (
manier als volgt, wierd vcrklaart.
v I A ’S
Daar was, zeide hy, ten vogeltje, datfcabcltfc
van een Koning in een goud buisje bewaartdoor tem
•wierd, en de befie brokjes van de tafelkreeg, den
met meer andere weldaden: bet vogeltje dcur van *
zulx ziende, zeide: Heer Koning bet ¿ffleaBroekö
waar, gy doet my veel vrtendfibap, maar 8cPaft*
wat helft bet ? ik bidde, dat ik eens myn
wiexkens mag probeeren , beloove datelyk
weer in het goude buisjen komen za l, daar
my zoo veel deugden gefc hie den. Enfin de
Koning, door 9t langaanboudeH,endeJcboo-'
ne beloften, bewoogen zynde, Het het blte- ’
gen, en V quam wel wed&om, maar niet
in bet buisje.
Hier mede wilde de Köning van Bantam
te kennen geven* dat het met hem»
van den Broeke, mede zoo zotlde gaan:
gecne 00k zoodanig quam uit te valleri, ' ~
gejyk by ’c vervolg dezes zal worden aari-
gehaald.
Hcei Gouverneur Generaal Koeri
nu door de bekoming van al öhs volk;
voor zoo veTre voldaaö, en wat beter iä'
zyn fehik zynde, zortd Weder eetiige per*
foonen van aanzien na land, om den Koning
te vragen, wat nu voorts van zyn
meening en genegentheid omtrent de E.
Maatfehappy was, om zieh na te können
! fehikken r waar op de Koning al temond . Zyn Majc-
en zonder lang beraad te ndmen, tot ant-ftcit ver*
woord gaf, dat hy geen ander voortierfien m,£
had, dan om met den Gouverneur Geile-j^aatlchap-
raal, en de E. Maatfehappy te völhärden pj in vreae
in goede vrede en vriendfehap, met by-tewiUen
voeging, dat al 't vqorgev^lene ,d^r wy^05 S ^
in Beledigd, en zyn Ed. over geftoord
mogte wezen, niet was van Zyn'bedryf;
o f aanradihg, maar alleen van de Engelzen,
ende Koning vanjakatra , hoeda-
mg een taal mede gevoerd wierd door ver-
fcheide Bantamze Orangkays, die op de
gedaane beloften van vryheidengoedont-
haal, dagelyx by den Heer Gouverneur
Generaal aan boord quamen, en van des
Konings genegentheid tot de Nederianders
zeer hoog en breed opgaven, als mede hoc
den zelven niets aangenamer zoude Sonnen
voorkomen, dan te mögen zien , dat
’er weder een begin van koophandel wierd
gemaakt, en waar omtrent zy verklaar-
aen wel verzekert te wezen, dat zyn
Hoogheid de E. Maatfehappy zeer veel
gunft en hulpe zoude bewyzen, als heb- n
bende nu nader ondervönden de Neder-
landze opregtigheid 5 dog daar eil tegen Vertrek des
weder het tegendeel van aeEngelzen,die E,,gdzcn
nu alle van Bantam waren opgebrooken^Tan Ban”
het meerendeel wel met kenniile van den
Koning, en onder voorwending, dat het
maar was vöor een körten tyd, en tot
verfterking van hun feheepsmagt, om tegen
de onzen te ilaaq, maar de geene die
zieh gebeten aldaar te zullen blyven tot be-
En met
hunne
G R O N D - V
waaring van de Logic, ontlhapten het
in donker, en verhuisden alzoo by Noorder'
Zon ; en op dat de Heer Gouverneur
.Generaal vandeyerfpreide vlugtder Engel-
Zen wat nader befcheid en zekerheid'mog-
te ontfangen, zond hy na de mond van de
Straat Sunda met ’t ichip het Hart, het
welk niet lang daar na weder tot voor
Bantam by zyn Ed. te rüg quam, met bericht,
dat de Engelzen eehige dagen oh-
der het E iland Selebeflee ten anker gelegen,
îlowuitde6*1 a^daar hun fehepen overgenomen
Sttaat hadden de làding van drie Bantamze Jon-
Sunda. ken , die ze op afrekening van hunnever-
dére pretenfie op den Koning, en’dat R y k,
hadden aangefnoerd, dat ze voorts op den
* 2 Juny, als wanneer tydinge bequamen
., . van de aankomfte onzer vloot voor Jaka-
tra met elf fchepen Straatwaard uit waren
geloopen, het meerendeel (zoo gelooft
wierd) na Cormandel» de andere drie fehe-
pen (waril ze waren nog tot op riet laatfte
* • toe 14 fterk geweeft) hadden zy aan hét ge-
melte Eiland Selebefleeonttàkeld,gèflóòpt,
cn daar na in dep briinil geftòkèri, als zyn-
dé oud en oribequaam om mede over. Zee
¿kr i varen y zulx het nu zcker was, dat ,de
Engelzen de Striât Sunda hadden geruimtj.
do8 vblgens herzeggen van de Javanen,_
cn andere Inländers , die hen aanboofdgeweeft
warep, enopk hadden ZieftVdrtrèk- '
;■ kéhy met geeii-arider1 yoorhenlen ,dari
mïr ÎKt.fecoum, iJ^':3Â^ft;Èngél^(f’feiûf
deq té vérwagten • tégen O&dbèr 1 ^ ,
we^r té kòmén j tot heryattirig >à».hfet:
gpên-zë- riu ,;.do^r vari majt ,';n]et
mddeä,können tütvöereh; maärhettjriäm
éèhèél anders lïit^é VaL'éh ,r. riadiériZe riSgf
dat zelve jaar verloôreh zeven fcHepen ^dte
hun door de onzen wiefden affiâridig Jgèî-:
hen veto- maakt, te weten, op de Maleitze kult
irerd. Voor Patani twee, op de Weft-kuft van
Sumat» voôr Tîcpe vier, eri m iìeScraat
Sunda een, ’t welk uit Engeland quam,
en zieh van drie onzer fehepen bezet vin-
dende,. zieh met.âccoord overgaft - r
. De Koning vàri Bantam wift dan y als
gezegt y. zyti baan geheel fehoonlemakeq,
alle vuiligheid werpende op Hie van- de
Èngélzen, en.den géytèzca. Koning yaq
Jakatra , en de Heer Gouverneur- Generaal
vond 00k niet geraden zulx met erniì
tegen te fpreken, ot hem van het tegendeel
te oyertuigen, als hebbende ,pm ver-
■ fcheide redeneu, ten dien tyde meer ge-*-
; negentheid de ftàd Bantam te veffchoo*-
nen en in wezen te laten , als de zelve te
yerwoeften, indien de Koning Zieh mede
daar na' wat wel quam aan té ftellen , enden
weg van. redely kheid wilde i nil aa n, ge*--
lyk het fcheen dat hÿ voornemenV was te
doen. lmmërg zÿne bèloften eri wobrdew
waren goed, fprekeride byna niet anders
als van koopharideMe' dryvén ^ zonder ee-4
nig gewag te maken Vàri het Konirigryk
Zcvcn
fchepen
door de
onzen
E S T I N; G. 48?
Jakatra, nog 00k van de geeifehte over-
gifte van ons Kafteel, met de helft van
ons gefehut, enz. zoo dat de Heer Gou- ^ccr
verneur Generaal den l i Junv ,6 , 9 , m e t® '^ ’
! de meefte magt weder na Jakatra te rüg
keerde, latende drie fchepen voor Bantam,
om aldaar als bevorens tehandelen} maar
daar viel zeer weinig tc verrieten, en het1,k ,oot"
duurde ook niet lang, ofhet blqek k la a rS c ”„I£
genoeg, wat de Koning van Bantam in met ons op
den zin had, en waar hyeigentlyk op uit|akatraden
was, namentlyk om ons tot Jakatra in ’t Ä 6.
geheel den handcl te belet^n, en alle de««^
Koopluidep, die aldaar v^n verfeheide
pläätien .met Jonkjes, en; andere vaartui-v
gen wildpn aankomen , af te wyzen, en
mede na Bantam te flepen, daar toe gc-
br ui ken deeen party van zyn fnedige en
v^el bezeilde oorlogspraauwen, o f pan-
tsjalangs, die zieh meeft onthielden omtrent
de Eilaridjes vanjakatra, of ook wel,
wat virder in Zee, en wanneer ze eenige
vaartuigen zagen aankomen»- de.wil hebbende
na Jakatra, de zelve aanhieldcn ,en
na Bantam opb’rägteh j zoo dat de . onzen
tot Jaltatraxuet alleen genoegzaam buiten
aJJeP .handel wierden gef}ouden, maar ook
¿erlange gebrek van eethaare waaren ge- ’t Welkdc
kregen. Zöuden hebben, indien daar op°n“ n 8e*
&£■ Ware gefteld gewordenjJetwMw«»
» waar van.de inwoon- doetkry-
siöj); zeer weinjge qa, in ’t gebergteß'R-
° f ria BiUtam geylugt waren ,’ viel aiets tp,
hälenr eri' het geeh zedert de veroverinri^
van - JaftStra jr zpo nu cn "dan met een door-:
fefiläpt yäärfuigje. uit ¿ec wierd ,aangc^
ragt,' yvis zeer gering, ,en, ten aanzien.
yati het gene wierd vereifeHt, by na niet
waardig otri gcnoemc.of gerekfndtc worden.'".
""
OndertufTchen geliet zieh de Koning Wm
van Bantam, ^als of,hy hier van .geen detremdc
h^inftcikennis had, en als. de onzen- hem Koning,
uit laß van den Heer Gouverneur Gene- ?ich on*
raal daar oyer aan fpraken, en veitoonden, ¡¡¡S*15
dat zulx met -zyne 'gedaane beloften en be-T
lri'glrigen van inclinatie totonderhoudini
van een opregte vredc en vriendfehap,
niet overeen quam, gaf hy heri veel goede
woorden, en toonde zieh zeer verwon-
derd over het gene hem van de Bantamze
oorlogs-vaartuigen, en de verhindering
yan de vaart na Jakatra, wierd veflhaald,
verklärende d^ar toe geen laft, o f ordre
gegeven te hebben j dog nadieri deze väl-
iche verfchooningen, en looze uitvlugten
m de zaak zelf geen verandering of ver-
beteting toebragten, en die löoze Koning
benevens het daaglyx roeruften en uitzen-
den „van nog meer vaartuigen , zyn ftad
alom met magt van volk zeer liet verfter-
; ken , wierd in Raade van India goed ge-
vpnden eh verftaan, hem met die zelve
1 muntte betaalen, en insgelyx.de Reede <
van Bantam te bezetten , mitsgaders de w ä
vaart,