
AoVWfJ.
m
i
jÉ
30» L E V E ' N S d e r
Ö P D E A F B E E L D I N G E
V 4 N D E N ED. H E E R E
G E R A R D U S H U L F T ,
GeichilderddoorG. F L IN K , toenhyilondopzynvertreknaOoil-Indien.
ALdus leefd H tJLFT tot eerder Haffelaren.
OnsRaadbuis viel zyn moedigbeidfe kleen:
Hy wou voor V land zieh wagen op de baren,
Daar Holland en Brittanje om V zee-regt
ftrtSn.
Na dat nude Heer Maatzuiker, de lügt
hier af gekregen had, en öordcelde zulk
een kyk in de pöt zoo naby zieh niet van
noden te hebben, wift zyn Edelheid een
aardig middel uit te vinden, om zieh van
dezen Heer te ontlaften, en alle de andere
Heeren Raaden tot zyn gevoelen over
te haalen, en met hen af te fpreken, hoe
men die zaak in Rade van Indien behan-
delen, onwrikbaar met den anderen be-
diflelen, en zoo fchikkefi Zoü, dat de Heer
Hulft zieh onmogely k Vöör den ftrik, hem
door zyn Edelheid gefpaünen, zou können
wagten.
Dit fchynt 00k zoo geheim niet geble-
ven; maar zoo veel daar af uitgelekttezyn,
dat het aan den ichränderen en alles door-
fnuffelenden, dog koddigen, Abraham Pittavyn,
verzorger der pleit-zaken aldaar, en
een groot vriend van de Heer Hulft, gelegen
heid gegeven heeft, om hem daarte-
gen op een zonderlinge wyze te waarfchou- I
wen.
Hy quam dari op zekeren dag by dezen
Heer, zeer diep in den rouw gekleed,en
van zyn Ed.gevraagt Zynde,overwienhy
zoozwaar in den rouw was, zeide hy,o-
ver den bellen engrootften vriend,dienik
in de wereld heb, en dien ik nu quyt, of
altoos zoo goed als quyt ben.
Nader daar op gevraagtzynde, wie die 1
vriend was, zeide h y , tkdragerouw,E- 1
dele Heer, over u Ed., die, fchoonnog.!
levende, voor my ,en voor alle zynegoe- {
de vrienden, reeds dood. is: wantu Ed. I
zal'niet lang meer hier zyn’, maar in kor- I
ten tyd na Ceylon gezonden werden , en j
’er noi£ weef van daan kofHeft.
De Heer Hulft, een tnoedig endapper i
Heer,en die daar voor nietban£was, zeide
tegen Pittavyn, gy zyt gek, dat gy 1
daar over rouw draagt Ik heb geen nood, I
en dat zal zulken vaart niet loopen.
Weinig plagen daar na Uelde de Heer I
Maatzuiker met zeer veel nadruk in Rade 1
van Indien voor, dat de zaken van Cey-
,l®n , en in ’t byzonder de tocleg.van haar
Dat's nietgenoeg: dees zeebeld zeFoiis palen
Noch vorder dan deftraat van Gibraltar,
Op *t heerlyk fpoor derHollandfcbe Amiralen, ■-
Uit lief de tot die fchoone morgenflar j
Daar ftuit zyn boop een nieuwe wereld open.
Wat meer ? al wat een edel hart dürft hopen.
Edelheden, om de Had Colombo te ver-
overen, vereifchten, dat derwaards een
wakkeren ervaren Heer als veldoverüen
wierd gezonden j daar by vdegende, dat
hy,ten bewyze van degrooteaangelegen-
heid, zieh zelven geenzins zoo grooten
zaak onttrekken wilde, gelyk hy daar be-
nevens aanbood, om zclfs derwaards als
Veld-Heer te gaan, ten wäre de Heeren
uit dit hun lichaam een Heer van grooter
bequaamheid hier toc geliefden te verkie-
zen.
Daar opbragt hy ditvoorftelinomvra-Aardige
ge. De Heer Hulft, die als eerfte der or- trckaan de
dinaris Raaden hier op antwoorden moeil, ^c“ $8$®
en op zulk een voorftel,dat hem watont-£d. ge-°
zettedc, noitgedagt had, prees deze edel-fpcelt.
moedige aanbieding van zyn Edelheid zeerj
dog zei aanftonds, dat hy niet lyden zou,
dat zyn Edelheid van Batavia, daar hy zoo
nodig was, vertrok, zeggende, dat het
dan veel eer zyn plicht was, om derwaards
te gaan, en dat hy dierhalven zyn
dienll daar toe aanbood.
Hy deed dit met die hope, dat ’er wel
meer Heeren in de vergadering zouden zyn,
die mede hunnen dienft daar toe zouden
aanbieden j dog dat volgde daar juift niet op.
De Heer Maatzuiker, die (volgens het
veriprek met de andere Heeren) niet anders
zogt, en dezen Heer nu al in deknip
had.,prees hier op de moedigheid » jeugt,
kragt, en de uitmuntende bequaamheid
van de Heer Hulft zeer verreboven dezy-
ne, verheilende hem hemelhoog, als een
Heer, die tot een onderneming van dezen
aard in ftaat was, om de E. Maatfchappy
veel meer dienft te doen, dan zyne jaren,
en bequaamheden wel' toelieten.
Hy ftelde dan deZe edelmoedige aanbieding
van de Heer Hulft aan de andre Hee-'
ren Raaden voor, die zyn Ed. alle daar o-
ver mede prezen, en volmondig uit zeiden,
dat zy in den ganfehen Raad van Indien
geen Heer daar toe zoo bequaam, als zyn
Ed. ,kenden, en wenfehten zyn Ed. daar
op met- dit zoo net bedifleld, en zoo fyn
aan
A*.x<sj.
Vondfls
droom v
zyu Ed.
O P P E R-L A N D V O O G D E N ,
aan hem opgedragen Veldheerichap, veel
gelufcs.
Pittavyn, die zeldzame fnaak, quam
dien zelven avond, nog wel zoo zwaar, dan
bevorens, in de rouw, by de Heer Hulft,
en vraagde zyn Ed., of ’tnu niet waar was,
dat hy hem voorzegt had: Zyn Ed. zeide,
ja j dog ’t is geheel dus tegen myne
gedagten uitgevallen*, maar wat legt daar
aan gelegen ?
reeds als in de kill zie leggen: want die A '.iijj.
u Ed. met zulk een loozen trek hebben
weten na Cevlon te krygen, die zullen ü
Ed. daar 00k wel weten tehouden, en
eer, als u Ed.denkt, aan u eindehelpen.
Behalven deze voorzegging vanPittavyn,
komt ons nog een andere in dePoezy vari
de Heer Jooft van den Vondel,in hettwee-
de deel, fol. 13z voor, waar in hy zyn
einde op Ceylon in een droom zeer won-
IEheb, zeide Pittav™, bevorensmaar derlyk vooraet.cnzooklaarvooraet dat
¡ Ü H r0,W over u gingen; dog den Lezer daar over,als hy >t mcu|mer-
heb die nu verawaard, om dat ik u Ed. ' king leeft, verbaaft zal ftaan.
A A N M Y N E A F B E E L D I N G E j
D O O R GO VA A R T F L IN K G E S CH IL D E R T ,
T O E N Z E D E N H E E R
D I R E C T E U R G E N E R A A L
g e e r a a r t h u l f t
IN O O S T - IN D IE N T O E G E Z O N D E N W I E R D .
^rSeeitdatiaf, von £ Jmfariamfcbt
Om over nee te nweven, daar de dag
Batavie verguld met d>eerftefiraalen ,
Engeuren brengt, uit ootmoed en ontnag :
Daar d'Eilanden omfr y d v a n alle kanten,
Aanbouden omgeboor, voor V Holland(ch
Hof,
Door Köningen en fmeekende Gezanten,
Met bunne Kroon gebogen in het ftof.
Wznneergy komt in V Ooften te belanden,
En d’eergeniet, dat H U L F T u welle-
koomt,
Zoo kufi dien heid eerbiedigfyk de banden j
En meid hem^wat ik onlangs beb ge droomt.
De duifire nacht bedekte met baar v löge len
De kamer, daar ik eenzaam lag enfliep,
Als H U L F T , belüft op vangff van ’/ fuik
der vogelen, .
\_Z00 'tfcbeen\ door9t ryk kaneel-bofchjagen
liep.
Hy volgde in 9t ende een Duif, wiens pennen
blonken,
En flikkerden van zilver, enfyngoud,
Enpurperverf, enfebeenvanmin t’ontvon-
ken,
Om zoo veel feboons als bare pluim ont-
vouwt.
Eneas volgde aldus, door bofeh enftruiken,
De vogels,hem geftuurt van's moeders dak,
Op dat by hen, als leitsmans, mögt gebruiken,
Op V heilzaam fpoor najunoosgouden tak.
De bofeb-duifflreek op eenkaneel-boem neder.
I De Holländer, gedoken onder *t loof,
Viel op een knie met zynejagtbus weder ,
Gelyk hyplag ,-enmikte op dezen roof.
Myn geeft verfchtikte, en, om hem in te too-
men,
Spräk dus bedagt den jongen febutter aan :
O jongeling, hoe wtl u Uit bekamen ?
Hetfcbieten is u left niet wel vergaan %
Gyjaagt, ’/ ‘iswaar, geeit draak, nog kol-
chis ftieren,
flog everfwyn, bog tygers, wilt van aart:
Maar uwejagt na tamme en makke dieren,
Is V voorfpookftat my allermeeft vervaart.
Geen duif nog fpreeuw heeft vreezelyke klui-
ven,
Noch möort geen menfih: maar echter bou u
fchuw.
Ferfieur geen vlugt van fpreeuwen noch van
duiven: *
Hoemakzyzyn, die vogels dreigen ü.
Het beugt my hoe een fpreeuw u badgebeten,
Eh meer gewond, dan ft aal en donderkloot,
Daar ’/ Brit fcbgefcbüt op zee van was beze-
ten,
Toengy den Teems' braveerde met ons vloot.
Dusfprak iknauw,of9t vogelroer gefprongen,
Gaf met zyn Hot den febutter eenen dag
Op zyne beup, dat hem, van pyngedrongen,
Het hart ontzonk, daar hy ter aarde lag.
De droom-göd was op de ten (tag vervloogen
Naar zyn fpelortk. 9k Ontwaakte in ’/ banÉn
(cboon ik my gelukktgvondbedrogen,
Nog bleefmyn hart met fchmmte en febrik
bezet.
P P 3 Nu
* Een voorfpelliiige .vari zyn dood, warit C o -
lumbo , daar de Heer Hulft voor gebleven is, komt
met Columba > dat een Duif (te wetcu iri *t Latyal
b e te k e u t, by na over ccrii
11
J g S J
H - I i ühIH
9 1
a l
III
I