
»84 L E V E
:<it. van de Bewiiidhebberen, *t zy van haar
Hoog Mog:, te denken, dat zy hem, in
geyalle hy zieh al had fchuldig gemaakt,
cenigzins zouden hfcbben willen of können
verfchoonen, is ’er ook nog minder reden
van waarfchynelykheid omte denken,dat
zy zieh van zulk een Hegt en naam-quet-
zend middel zouden hebben willen, of
behoeven te bedienen, om de Heer Koen
uit vreeze der Engelzen, die hy niets
misdaan had, zoo verborgen uit tezen-
den, en\ daar beneven om de Engelzen
nog magt te geven, om na hem op al de
fchepen in de vloot te zocken, en dus
hen openbare leugenen, diedog daar na
zouden uitgekomenhebben, opdemouw
te fpellen; een bedryf, *t geen geenzins
met de voorzichtigheid of gewoonte van
die Heeren overeen komt,maar die in te-
gendeel werk daar af maken, om door
hun wys beleid zelf de minfte lchynbaar-
heden van aanftoot weg te nemen, en in
al hunne bedryven zoo opregt en cerlyk
te handelen,dat zv hen noit lehamen die,
des noods, voor de ganfehe wereld open
teleggen.
Dierhalven befluit ik met de meefte
fchyn van waarheid, dat de Heer Koen
in ’t openbaar,en (gelyk de Heer Veliusl
wel zegt) den 19 Maart Ao. 16*7, nu 40
. jaren oud, na drie jaar en een half t’huis
geweeft, en ondertuffchen getrouwt te
zyn, op ’t fchip de Gallias van Hoorn, hebbende
meer andere onder zyn vlag, met zyn
Gemalin en veel van zyn vrienden, weer
na Indien vertrokken is , alwaar hy ook
zeer gelukkig ontrent in 6 maanden tyds
gekomen, en den 17 September aange-
land zynde, het opperbe wind van den Heer
de Carpentier op den 30 der zelvemaand
weer heeft overgenomen.
Niet lang na zyne aanlanding deed zig
een donkere wolk over Java op, die bui-
ten alle tegenipraak weer de tegenwoor-
digheid en ’tkrygs-beleid van dezen grooten
Oppergebieder in die geweften vereifchte:
want Ao. i6z8 quam de Keizer van Java,
van de Javanen Soeföehoenan ge-
naamd, onyerwagt met een magtig leger
(zoo men wilde) wel van honderd,of ten
minften negentig duizend mannen voor
Batavia, belegerde die ftad,en bragt,gelyk
uit ons vorig verhaal rceds gezien is,
door zyn ontzaggelyke magt, onder die
nieuwaangequeekte borgery, en veel be-
dienden der E. Maatfchappy in deze pas uit
de modder ppgerezen ilad, een groote
ichrik en verflagenheid, temeer, alzoozy
voor eerft de fchoone huizen en thuinen
buiten deftads-gragten bedorven,alletoe-
voer hen afgeineden, en zieh zelven in de
ftad met zoo weinig volk in het uiterfte
N S jU d s ft
werden, 5t geen ook wel Waar Zou ge-k*.
worden zyn, indien de Javanen een Hollands
hart, en beleid, gehad hadden j maar
met hoe veel wysheid en beleid de on-
bevreesdc Heer Koen dat zwaar leger af-
gewagt, met hoe veel geduld, als een andere
Hollandze Fabius, hy den vyand ver-
broken, met hoe grooten dapperheid hy die
pas opgclokene ftad met zoo weinig krygs-
knegten en borgers tegen zulken verbaa«
zende magt verdedigt,cn. wat hy ook ver-
der, als die Keizer ’s jaärs daar aan Äo. 1 ¿¿9
dit; beleg hervatte , verrigt heeft, is al be-
vorens onder de zaken van Java omftan-
dig gezien.
Niet lang na zyn aanwezen op Batavia
zogten de Bantammers, met welke wy in
oorlog waren, hem van kant te Jielpen.
Zy zonden ten dien einde eenige vaarcui-
gen met fruiten, ryft, en andere waaren
geladen, alle de welke hun geweeraande
boom afgenomen, hoewel daar na bevon-
den wierd, dat zy een dubbel ftel, onder
de bodem der praauwen, in dikkebam-
boezen verborgen hadden. Dus quamen
zy by de Vefting leggen op de markt-plaats,
meenende den Oppergebieder Koen , die
alle avond by den Hoofdman derChinee-
zen ging, waar te nemen • dog hun. toe-
leg was ydel, alzoo hy met zyn lo o f i z
Helbaardiers voor, en zy Musquettiers
van agteren, zoodanig gedekt was, dat zy
hem niet dorften aandoen. Zy deden die
nagt met hunne pieken nog een uitval ,
ftaken een Fransman, en den opziender der
markt dood, en ontvlugteden het toen
na de Engelze zyde, daar . de ftad open
gevaar zagen, om in körten door zoo 1
grooten menigte overrompeld, en zonder
eens wapenen te gebruiken, vercreden te
De Heer Koen , van dit alles berigt be-
komen hebbende, lietde vaartuigen door-.
zoeken, en vond nog twee van deze za-
menzweerders. Dus ontquam die, Heer
dien dans wel , maar de Hoofddian vandc
Vefting Batavia, Adrisan (mogelyk Pal
genaamd) wierd doodelyk gewond,: . H y
wierd ten eerften gewroken, dog de Ja-
vaan, die hem getroffen had, met een piek
door een van ,onze Soldaten doorftooten
zynde, palmde die piek onmiddelyk jjwr.
op door zyn eigen lyf, en zou nog een ander
Soldaat er mede om hals geholpen
he'oben, zoo men hem door een tweede
en doodelyker fteek niet voorkomen.y en
uit de wereld geholpen bad. - a r .'¡-r. j;:,
Voor hoe verre de Engpllcljen de hand
hier in gehad hebben, zullen wy al mede
by ’t verhaal van Batavia’&beginzelen aan-
halen. Alleen moeten,, wy nog zeggep*
dat de Javanen lang te;,vergeefs met ver-
raad weder op zyn leven .aangejege neb-
ben, waar van hy A°. 16z8 door een Chi-
neeichen jongen gewaarfchouwd wiefd,
tot dat die wakkere Heet Kpen in ?t einde
yan die tweede belegering naeen beftier
van 2. jaren min 10 dagen, den 20 Sep-
O P P E R-L A N D V O O G D E N. i 8 f
zeer verre beneden hem was, tember 1629, nu 4z jaren, 6 maanden, en die maar A*. xgij. ' '
en iz dagen oud zynde, zeer fchielyk tot
droefheid'van velen.in zulk een bekommer-
lyken tyd,’snagts tuflehen twaalf en een uur,
na dat h y ’s avönds nog aan tafel geweeft
was, en zoo als hy over dag *t lefte werk
äan de fterkten had laten metzelen ( zoo
zyn reisgezel, de Heer Opperkpopman
David Pieterszoon de Vries, klaar zegt)
pverleden, en dus met veel eer eneenon-
fterffelyken naam in zyn graf nedergedaalt,
en op den z z in het Stad huis van Batavia
(’tgeen toen ook voor hun kerk diende)
zeer ftatelyk, en met al de vercierzelen,
prägt en eerbewyzen van een Oppergebieder
van "Indien, begraven is, zynde de eer-
fte Opperlandvoogd, die op Batavia j dog
de tweede, die in Indien geftorven is.
Daar zyn ’er, die meenen, dat zyn ichie-
lykc dood door de loop, waar aan hy al
lang gegaan hadj maar anderen, dat die
door een fchielyk berigt op den z o , wegens
de komft van de Heer Specx, en van dat hy
al in de Straat Sundawas, veroorzaaktis'
en dat hy van enkele ichrik voor hem zy
geftorven, vreezende, dat die Heer, by
zyn komft op Batavia, niet nalaten zou-zig
aan hem over zeker gropt ongelyk zyne
baftaard dogter, Zara Specx, aangedaan,
te wreken. Deze dogter was door zekeren
Pieter Kortenhoef beflapen, en dit by de
Heer Koen, een geftreng man, zoo qua-
Jyk genomeri, dat hy haar zaak daaromin
Jbanden vanden AdvocaatFiicaal, Antoni
van den Heuvel, over gaf. De Fiicaal
eifchte dat zy levend in een zak geftoken,
en (fchoon zy maar 13 jaar oud was) ver-
dronken, en dat hy, fchoon maar z j jaren
oud, opgehangen zou-werden; dog zy
wierd gedoemd, om openbaar door Beuls
handen gegeeffeld, en hy om onthoofd
te werden, gelyk dat gewysde van den
Raad van Juftitie ook door de Heer Koen
goedgekeurd, en aan haar beiden uitge-
voerd is. Dit was wel een gewysde bui -
ten wederga,over deze Zara Specx (Staat-
dogter van de Heer Koen’s Gemalin) maar
wie zal gelooven, die de Heer Koen uit
Zyne heerlyke bedryven maar van verre
kent, en die maar eenigzins weet, hoe
groot de magt van een Oppergebieder van
Indien boven die van een Ordinaris Raad
van Indien (hoedanig de Heer Specx toen
uitquam) en hoe ontzaggelyk een Heer van
dat Opper-ampt voor al ae Leden van die
aanzienelyke vergadering der Raaden van
Indien-isj buiten dat zyn fchryvenaande
zeventienen in ’t gemeen veel ingang boven
dat der Raaden ii| ’t byzonder bydie
Heeren heeft, wie» zegik, zal gelooven,
dat hy, die voor geen leger van honderd
duizend man, nog voor de vloot der Engelzen,
nog voor geen magt van de Ko-
ning van Bantam vreesde, zoo grooten
vreeze voor een man, die in raugenmagt
een ftem in den Raad had, zou hebben
können opvatten, dat die bequaam zou geweeft
zyn hem de dood te veroorzaken.
Dierhalven is het allerwaarfchynelykft»
dat hy, nu al lang aan de perzing (een
ziekte die düizenden in Indien in körten
tyd wegfleept) gegäan, en daar door al-
lengskens zyn kragten verloren hebbende»
alleen door gebrek der zelve fchielyk geftorven
is , zoodanig egter, dat hy (gelyk
men van zulke lieden*in die ziekte wel
meer ziet) op dien zelven avond met nog
aan tafel te komen zoo weinig uurenvoor
zyn dood, nog als een groote flikkering
van die kragten ieven als eenkaars, dieal
in de pyp brandende, in haar einde nog
wel een groot,« maar kortdurend licht1
geeft) vertoont heeft. Van zyn zitten ’sa-
vonds aan tafel fpreekt de Krankbezoe-
ker Zcger van Regteren fol. x6 in zyn
Reyze, daar byvoegende, dat als hy den
2.3 September 161p voor Batavia op de
Reede gekomen was, de Oppergebieder
Jan Pieterszoon Köen twee dagen te vo-
ren, en dus na zyn zeggen den n ’s a-
vonds nog kloek. en gezond aan tafel ge-
zeten .hebbende, ’s nagts tuflehentwaalfen
een uur oyerleden is: Welk verhaal van een
man , die maar päs in Indien quam,eil alles
zoo net niet wift, volftrekt met het verhaal
van de Heer Pieter van den Bröek,
gewezen Beftierder van den handel inSu-
ratte (of zoo hy zelf zegt, van Perfien,
Arabien, en Indien) en toen by ’tfterven
van de Heer Koen tegenwoordig geweeft
zynde, te veel, dän dat men dat zou können
aannemen, ftryd} want die Heer
(en ook David Pieterzen de Vries, toen daar
mede tegenwoordig, en zyn reisgezel geweeft
zynde) zegt klaar in zyn Reis-be-
fchryving fol. 108, dat de Heer Koen
niet op den z i , maar op den ao (gelyk de
Heer Velius al mede zegt) en niet na dat
hy ’s avonds nog kloek en gezond aan tafel
gezeten, maar na dat hy lang aan d,e lööp
gegaan had, ontrent twaalf uuren in den
Heere geruft is, voor reden van weten-
fchap gevende,dat hy, wanneer die Heer
begraven wierd, de fporen gedragen, en
al de ftatie der begraaflenis bygewoond
heeft, gelyk toen ook ter eerevandeHeer
Koen al het kanon ,dat den vyand befeba-
digen kon, op alle punten en fterkten af-
gefchoten is.
Dit zeggen van de Heer van denBroek
werd ook verfterkt door’t geenwybyde
Heer Velius in zyn leven lezen, zeggen-
de, dat de Heer Köen nog daags te vo-
ren met zyn zwak lichaam op de galdery
boven zyn wooning geweeft is, om van
daar met een verrekyker des vyands leger,
en werken van nadering,te öntdek-
ken. -7 r” . I
Het fchynt my toe, datdiergelykever-
N n s 5 ^halcn