
ke zoude zyn, of können werden bekent
geniaakt; dogdat.de zaken nu geheel waren
yeranderd, en zy gerefblveert, hun-
‘ nen gedanen eed te betragten tot denjong-
. •1^! ften man toe.
Met en benevens het bovcn gemeltc
Bantamze brief je van den derden dezer, hadden
die van *t Fort tot Jakatra ook ont-
,fangen een roiffive van den Koopman Jacques
le Febre (van wiens afzendinge met
het jagt Ceilon, na de mond van deStraat
Sunda, om Op de aankomende Vaderland-
ze en andere ichepen tekruiflèn, hiervoor
onder 3 January 1619 ftaat gemelt) zyn-
de gefchreven den 13 en x8 der zelve
maand January, ùit het ichip Haarlem,
in de gemelte Straat geankert leggende.
Onder het Eiland Sebefè , of Slebezec ,
houdende ten principale« ad vertentie, hoe
aldaar op den 18 en- zo dito uit het Va-
derland warén aangekomen de iehepen
Haarlem voorhoemt', en het Hart, benevens
een händig Portügecs jagtje, ofFre-
gat, döor die van Haarlem op de reize ont-
moet en van den vyand verovert,, Zoo dat
hy nu 4 fchepen by malkanderen hebben-
de, voöftrcmefis was, met de zelve voor
Jakatra te'koroen, wanneer de Engelzen
met hun magt innewàart aan na de Oo-
fteriche quartieren vCrtrokken zouden zyn,
en waar van hy verzogt te mögen werden
verwittigt, gely k de onzen tot Bantam aan
hem ook al bedektelyk hadden gedaan,te
weten, dat het daar mede geheel anders
gelegen, en dien volgende zyn afkomfte
tot voor Jakatra gantich niet geraden was.
Den 6 February 1619 quamen van Bantam
tot Jakatra^ in st Karteei de Directeur
Henrik Jansfcöon, en de Koopman Â-
Ecn nadcr brahamfäiTÜffelen, expresdoor den Koferjefje
aan njnp afeezondem, met een brief van den
die ran ’ * . P .ö .
Fore Jaka- Commandeur Pieter van den Broeke,
tra 3oor *s daags bevörens met eigen hand aan de
den Com-p^jgu v a n ’t Fort gefchreven, enalhoe-
^ id e n r wer daar niet by ftond, dat de Koning
Brocke gc hem daar toe had gedwongen, bleekzulx
lchrcvcn. niet aHeen geriöegzaam uit de ftof zelve,
maar ook dit de verwarde ftyl, of Hellinge
, dat hy zeer beteutert of verlegen moeft
zyn ’geweeft. De inhoud was dan ,■ dat
hy uit zyn gevangenifle tot Jakatra aan den
regeereride Pangcrang tot Bantam had laten
verzoekén , derwaarts overgebragt te
werden, om met. hem, wegens ons Fort,
en de daar in zynde goederen, te können
contraétereri^ dät , nu hy tot Bantam was
aangekomen, de Pangerang, op. het gene
aan hem was verzogt, zeer väft ftona,en
hart äändrong, begeerende de opoffèring,
en overîevëring van allés, onder belofte
van zoo veel gunft en weldaden té zullen
genieten, als men zou können wenfehen
en begeerén. Dat hy van den Broeke daar
op aan den Pangerang wel had voorge-
houden, het gemaakte verbond met de
Engelzen, en hoc de zelve aangencimed
hadden de pnzen een ichip te zullen ge-
ven, voorzien van behodrlyke amunitie
van oorloge, en de nodige provifien, om
daar mede gezamentlyk te können vertrek-
ken, dan dat de gemelte Pangerang daar
op had geantwoord geen fchip te hebben-,
maar wel Jonken, die hy tot 3,4, of 5 ftuks
zou beftellen, om de onzen uit het Fort
na Bantam te voeren, en hun aldaar onder
zyn Koninglyke befcherminge te nc-
men, onder conditie, dat de goederen cn
koopmanfehappen, by de zynen afge-
fcheept, en overgebragt zouden moeten
worden, zynde ait briefje gefchreven en
ondertekend in ’s Konings Hof tot Bantam
den 7 February 1619, en alleengetekend
door Pieter van den Broeke, gewezen
Commandeur van ’t kafteel tot Jakatra.
De gemelte Diretteur Henrik Janszoon,
cn de Koopman van Ufielen wiften ook
mondeling te verbalen, hoe de Koning
of Pangerang van Bantam, bekomen heb-
bende, het origineele dubbelde contraft,
door de onzen op den ecrften February
1619 met den Koning van jakatra, en de
Engelzen geiloten,geen anderen ftaat Icheen
te maken, dan dat hem ons kafteel zou
moeten werden overgelevert en ingeruimt,
vaftftellende, dat het hem van regtswegen
toequam , als zynde zoo wel gewor-V
den poflkleur van de belegering, en het
daar op gevolgde contraft , als van het ge-;
heele Konmgryk Jakatra, »t welk hy wel
niet had gewonnen met het zwaart, maqfr
egter met een Jayaanze pook of.kris, op
zoodanig een wyze,als hier voor ftaat aan-
gehaalc, namentlyk, door lift en verraad,
onder fchyn van hülpe eh vriend/chap en
nadien de onzen in’t kafteel tot Jakatra de-
ze Javaanze regt-pofleffie,niet welkonden
begrypen , gelyk miflehien zommige Ne-'
derlandze Regtsgeleerden, mede cSar toe
al wat veel van hun verftand zouden moc-
ten infpannen,zoo wierd des Konings van
Bantam’s eifch, by hun in geen geheel
hoogeconfideratiegetrokken, en maar een-
lyk gedelibereert, o f men het Fort zou
behouden, o f overgeven, en in cas v anV
laatfte, aan wien, ’t zy dan aan de Engelzen,
o f aan den Koning van Bantam; dog
waar op niet voor ’s anderen daags, den
- 7 February 1619 wierdgdconcludeert.cn
als dan ¿j uit enkele kleenmoedigheid, en
by meerderheid van itemmen, goedge-
vonden, de Engelzen weder aan te’zoe-
ken,qm te onderftaan,of men metdezel-
ve niet eenige andere en betere voorwaar-«-'
den zou können bedingen, als 7 dagen
bevorens aan hun waren toegeftaa%'de-
wyl het gemeenevolk tot deovergaveaan
den Koning van Bantam geenzins wilde
verftaan. Dit wierd dan in ’f ‘werk ge-
fteldj maar de Engelzen , die hu wel zagen,
en hoe knger hoe meer bevonden, •
das
G R O N D - V
dat hunne bakens (voornamentlyk tot Ja*
katta) verzet, eazy daar door hun oog>-
merk t’eenemaahquyt geraakt.waren,kon
men naauwely« meer te fpreken komen,
oft®' iets- laten wetew,: alzoo zieh meeftM-
len na boord haddeffgetransporteerd ,zyn-
de door de Bancammers zoo openbaar be-
drogeh, en zöo fehendig by de rieus. geleit,
dät ze van boosheid als na hunftaart
ofnlrepcn. Ook wiften ze niet, waar ze,
dtzen onverwagten voorfläg van de onzen,,
om onder een nieuw re malten accoord „
hfet kafteel' als nog aan hen overte geven^
zöüden grypen o f vatten. Aan genegent-
heid, om meefter van ons völk te wor-.
den, en de E. Maatfchappy daar doorzulk.
een grooten afbreiik te doen, quam het
hüh in geenen deelö te ontbreken. Het
kafteel', en ’t geen ze daär meer by zouden
hebberi können bedingen, was geenbrok-
je om te verpruilen1; maar daar waren al
te veel zwarigheden aan: väft. De Panger
rang; of Koning: van Bantam zotrhetzeer
etfver hebben opgevat, indieri zy haddea
over-, en in bezit genomen;,een gemaakte
vaftigheid in zyh nieuw gewonnen Ko-
ningryk, en die hy daar en boven vaft^
Uelde, dat nu door het voorfz. recht van
pofleffie, zyn eigen geworden was. En
fchöon zy nem het kafteel daar na-al we-
der hadden ingeruimt , en overgegeven
( ’t welk wy hen niet zOaden hebben konr
nen ’betwiften, en oofc vöor hen wel het
haafte, öf befte zoü zyn geweeft: tot ver«
lnyding van openbam vyandfebaip.) 20p
zouden zy hem omtrent dekoopmanfehap-
pen, en andere bekomen goederen, niet
hebben. können vergenoegen, nog bene-
men die gedagten en inbeelding , dat zy
den tieften buit hadden ontfutzelt, hoe op-
regt zy ook mogten' hebben gehandeld^
ja , al hadden ze van’t hunne daar nog wat
bygevoegt, zulx de Engelzen, ten dien 1
tyde zeer verftoort en misnoegt zynde,,
niet kohden befluiten ons kafteel in bezit
te nemen, om het zelve met de verdere
goederen, aan den Koning van Bantam,
en.nu mede van Jakatra, weder over te ,
E S T I N G. 44?
.geven: en om het tegens wil en dank*
van den zelvcn imtp houden, toteenren-
< d^yoqs,,, oß hoofdplaatze, gelyk (nu fterk
t van ichCpen, en meefter ter zee zynde)
. zouden hebben. können doen, daar toe
ffchenen hun ofdres niet te leggen, nog
ook hunne zaken na te ftaan, behalven dat
Ze.oök niet konden nalaten te gedenken ,
aan de wederkomfteyan den Heer Gouverneur
General Jan Pieterszppi}- Koen, uit
de Oolterfche quartieren^j met zoodanigen
magt, daan ze h®t tq wat®r, en te land zeec
bez waarl y k tegen zouden,hebben können
uithoudeac ; ,,y n/tvM > iip.
Als nu de onzen in,’t kafteel op den 8
February bemerkten, dat de Engelzen
met hen niet,, veel: goeds m den zin
hadden , ook het fpoor byfter, en tot een
nader onderhandeling ongenegen waren,
en- ziende raede;ter Reede voor Jakatra aan-
komen verfcheide vaartuigen,,expresdoor
den Koning van Bantam atgezonden, om
hen derwöards over te voeren, wendden
izy het wederoverden anderen boeg,ont-
wierpenr eenige puaten o f articulen om daar De onzen
op bet_kafteel aan den gemelten ^oning vintlcn.
van Bantam, en( zieh zelyen onder zynef^^de1
befcherming, over te geven ; dog de Di-beichcr-
redleur Hcnrife Janszoon, en de Koop-mingdec
man Abraham van (Jftelen „ die daar mede öantam-
des anderen daags den p February 1619 mcrstebe;
wierden afgevaardigt, hadden orderomde8CTCÖ*
zelve articulen aan dehKonjns niettc ver-
toonen, ofte voorte hoiiden, voor en al
eer hy van den Engelzen Generaal, en
zynen Raad, zou bezorgt enons befchikt
hebben ,een handtekeningof briefvanver-
zekering, datzy de Nederlandersen hunne
goederen, vry en'pnverhmderdzouden ,
laten pafTeercn, alzoo zy buiten dien niet
verftaan kqndeq,nog gezind war^n,eenig;
verbond aan te gaan, en om na hun vermögen
te fäcihtere® de ve.r,ktyglng. yan
dusdanig een yrygeleide van de Engelzcat;
hadden ze ook aan den Koning, of Pangerang
ivan Bantam gefchreven een ;briäqc;
van navolgende inhoud.
VYFDE HOOFDSTUK.
EEn hriefie der onzen aan den Koning van Bantam. De Art'ikelen der onzen voor die
van Bantam ten verzoeke van dien Koning opgefielt. Die de Bantamze vrienden
wat gebrekkelyk vinden j inzonderhett ontrent dé geei(chie pas der Engelzen. j De on-
zen in hun keur gegeven, om met V volle geweer uit het Fort te trekken, en na Bantam
over te komen. O f daar binnen te blyven, tnits dat de boiwerken apgebrokehwier
dem daar de onzen geen vafi beßuit op können nemen. De jachten Delf, en deTyger
komen op Jakatra’s Reede. Waar af bet laatfte na Ambon werd voortgezonden 9met
Jihryvéns aan de Heer Generaal Koen wegens den toeftand der zaken.
Wm