
'<Wv
o o t
N o o r.
wegen.
D a a rh y
raeuwe
g erookte
Salm at.
Z y n
K om ft
v o o r
T e x e l,
dog
mo eft
w e e r in
Z e e .
wenigen tydj na deKruyilers wagteden p dog
vernatneB^iicc -anders dan een Buys mec
NoordfiAev gerookte Salm ,-ren Stokvifch,
welkere' fading door den Admiraal, en
VJoots-Raad r voor de Vloot ingekogt,
en.over dezelve verdceld wierd.
f Wanneer onze Schipper, en Qnder-
Koopman MeJJels r op zekeren dgg.om ons
.toegelegt. gedeelte: van de Salm m Stok-
yiieh uitgeyaren, en, ’s . nachts ten twee
.unren weder aan hoord 5 gekomen waren,
jie p nde.-Ondrä -»Koopman .Begeh, ¿.-.ftille-
kens in de jvajuyt komepde., ,my toe:
Myn Heer Valentyn, zyt gy nog wakker ?
Iki^ntwoorde,- ja myn Heer|f wat ¿inervan
uw dienftj goud gy, zeide h y , wel Salm
ltifien ? Hoe laat is ’ t , vraagde. ik? twee
uurentn'de nacht , zeide hy. :W fk k °g
dat dan toegaan , vraagde ik? jseide
h y , de KoJ^.zJen op te roepen Ik itond
ondeituflchen op, zag de Salm pp eepbord
gefneden leggen, en water-tandde (in lang
nicts diergelyks gezien hebbende ) daar
zoo a f , dat Wy te zamen , alzoo de. Kok
niet tg vinden was, die. raeuwe Salm- raet
zülken finaak.- a.ten, dat ik niet wete., die
bit daar naw gebraden met meerder fmaak
gegeten te bebben,
W y hadden veel deeg op onze vordere
Reys van deze Vifch, en ook vap deStokr
vifch , en hadden het geiuk , dat de wind,
die, zoo deze Buysman zeide, elf dagen
lang hem tegen gewaid had,. nu ju ift, zoo
als w y hem van nooden hadden , v k k van
.agteren begon te waeyen ; waar op w y
onze Reys , vermits ’er , vplgens berigt
.van dicn. Buysmiux , geen Kapers in ^ e e
waren , npg niets. t e , vreezen viel. ? zoo
vooripoedig voortzetten, dat w y den- 2,2,
Äuguftiis voor die Hollandfche wal;* en
vlak voor Texel .quamen, zoo dat w y voor
de wind ’t Gat in zouden geloopen ft ebben
, zoo ’er maar Lootzen op uitgekomen
Waren ; maar geen der zelven ,, alzoo het
Jlerk waeyde, ziende komenmoeften w y
’ bntrent v y f uuren na de middag-weer in
Zee loopen, en met a n feile, tegenwind
hardebollen ,. die ons een zeer; onruftige
nacht door ’ t zwaar ftampen_, en flingeren
van Het Schip, veroorzaakte , en npg .een
yeel ongemakkelyker voor. onzén Onder-
Koopman. j die .door een zware flihger. met
zyn Maträs, en yerder Bedde-goecT, zui-
ver t’onderítebóvengeworpen wierd, zoo
dat hy op zyn Büik la g , en zyn Matras
Tbovenop hem ; ’ t geen hem, en ons, hoe
grooten ongemak w y toen ook leedden, wel
nertelyk lacchen dee.
Dit klügtig geval brengt my een ander,
niet min belacchélyk, niet lang te vooren
‘gebeurd, te binnen.
‘Onze Schipper, gezien hebbende, dát
de. Hollandiche.Boter, door de Compafl
» ü e voor gemeen medegegeven fterk
^ on te minderen , had aan den Hofineeftc
r , Fdro , een gewezen Jood, dog nu 1695-.
een vry fiegt Chriften , belafi; eenige y er-
kens-reuzel te fmelten, om die, des noods,
in de plaats van Boter (hoewel w y die
voor ons in ’t byzonder hog overvloedig
genoeg hadden ) te können gebruiken."
Deze. laft had Fara juift op een dag., z elddat
het fterk waeyde. ,1 en dat ’t Sehipzaamge-
.door de eunftige wind , zeer. fterk flin* valvan
1 - P i-r —► eenen igerde , opgevolgt, emquam met . die ge- paro>
imoltene K.euzeiin eere groote Pot alzag-
jens de Käjuyt iutreden i om die te bergen
; maar zoo als hy .’er päs in w^s v quam
’ei' een, verbaafde llinger , die Farn met deze
Pot met Reuzel niet älleen ’ t onderfte
boven floeg, maar ook-.oorzaak was, dat
hy ten deele wegens de. gladheid van het
J)ek door de geftorte; R eu ze l,: ten deele
•door i’ t ivervaarlyk lacchen van den On-
der-Koopman, en anderen, die dit aanza-
genT, in- geen kleen half üur op zyn voeten
geräken, o f over eind blyven ft aan kon, ver-p
mits h y , door ieder nieuwe üinger -wepr
gaande rakende, dangins, dan herwaards,
llingerde , zondef dat-hy iet vatten , 6 f
zieh eigens aan vaft houden kon.
Daar waren ’e r , die,zich: verwonderden,'
hoe dat een Jood,.die. anders zulkenafc
keer van ’ t Verkens-vleeich , en al wat
maar verkenagtig is , had , zoo ongeluk-
kig was-,:; van zoo. in een Zee van Ver-
kens - reuzel als te baden , zonder die,
Wat weer hy ook aanwendde -, te können
ontworftelen; dog andere zeiden, dat hy
wel zeer gelukldg met zyn neus.in ^t -Vet
g e v a l l e n . w a s , o v e r a l h e t w e l k e h y al-
leen,,. die. dit met knerzende tanden aan-
hoorde, zoo misnoegd was,, dat,fiy daar.
over aan den Schipper -klagen ging-j - die
van de wederomftuit ook .zeer moeyelyk
wierd , niet om den H o on , die Faro,
maar om de ichade,- die hy wegens zyn
Reuzel-jgeleden had..
Terwy l w y nu zoo; voor ’t Land die- 0nt.
ven, quamen ons twee fimgelfche Könings moeting
Sphepen, op een. van .welke Kapiteyn Pry- *an twee
ce, Commandeur, o f Bevelhebber, der
Noord-zee, een man van 60 jaren, gelyk op Schepen.
f| ander Kapiteyn Clßment, een man van 30
jaaren, w a s , ons zeer vriendelyk verwel-
komen , niet alleen veel Spys en Drank
van hunne.'.Bodems. tot onze yerquikking,
maar ook al hunne Speellieden tot onze
vervrolyking, medegebragt hebbende.
Dit waren waarlyk zeer hupzeenbeleef-
de Heeren , die ons zeec veel ftof van
dankbaarheid gaven, .gelyk w y ook voor-
nemens waren deze nunne beleefdhedep
weder ordentelyk te beantwoordendog
dit volgend geval, en de daar op gevolg-
de ontfteltenis in ons Schip, heeft f it , tot
qns leedwezen, belet.
Terwy l deze medegebragte Speel-lieden
dezer; Engellche Kapiteyns ’s namiddägs
na den eeten wat voor ons op ’t half Dek
~.r i fpeel-
6gy. fpeelden, quam zeer onverwagt de voor-
^ ^ rnoemde Seur van ’ t Schip de Maas met zyn
y:' Schuyt aan ons boord , envoegde zich boven
Moeite
met de
py ons, om dit fpeelen dezer Engel-
Ichen mede aan te hooren , nevens deze
Engelfche Kapiteyns, en ook digtby eenen
Monft. du V a l, een Frans Kapiteyn, die
als een Krygsgevangenj^ary Ppedecheri na
Vran^ryk mede pverging, nevens io a i z
Fi-anfche, Soldaten,' gefyk’er opde andere
Schepen meef diergelyke verdeeld waren.
*^De Seu r,’ niet könnende ruften , zonr
der iet quaads aan te rechten, vraagde aan
noemdc dezeEngelfchen,;Öf zy deonthoofdmg van
Seur. Koning Carel 4?, Eerfte njet fpeelen kon-
den jTwel wetende, dat hy de Engelichen
hergens dolder inede maken kon. ,; f
’ ''Dm,. iu?de nog niet .te vrede, zeiT
de hy tegen Monir. du Faf, die eenftuk-
je.v.an -onze Confituurpn^die w y by (jeThee
gezet hadden ,. ,nam. , ,en te gelyk con. Li-
^ j U me^. vprlpf, zeide: Wel on-
beleefden 'Beer , g y z e g t, con Ljcenz/t , en
gy'neema het met eenen z.00 maar na ut
een vuil zeggen. van hem, tegen een Krygs-
geyangen , die nu niet Ipreken , dorft j
mqar fiem anders voeten ,zou gemaalet heb-
ben , en een te onbeleefder ze^ en , daar
3t ons eigen Cohfyt \yas , en w y het voor
. e en i^ ^ y k der Vrienden,toen daar tegen-
’w ö o r fig , daar neergezpe hadden.- r
Ja hy. was zoo onbeichoft , dat hy deze
; man die. hem een . zeer beicheiden ant-
; wootd. gaf , . by .^en .lpk van zyn_ grys
fr t i !haif vattede * eh hem .zoo. herielyk Biet
her., hnnfil en., met. 2.yQ
mohd/ i^gen"äe *van 'eeir ltuKvje-
'^^ti^^mTu kte, dat’er twee tanden voor
ifipzyn mond v ie len ^ *
cen zeer quaad gevolg zyn zoude. I^95'*
De Heer Frype, die wel zag, hoe het w w de
hier toeging , en dat niemand van
Scheeps-Hoofden voor dezen gchoondetj' icheka-
Man iprak, o f dien Seur eens qualyk ’er piteyo
over bejegende, nam de party volflag^i
voor den Fiunifchen Kapiteyn op. de. * ’
H y kon niet dan Engelfch, wat Franfch,
en ook wat Italiaenich ,' door welke twee
laatfte Talen w y te zamen eenigen tyd in
vriendelykheid gefproken hadden.
Als hy .nu myne genegenheid voor dien
man wel beipeurd, maar te.gelyk ook ver-
nomen, en begrepen had, dat ik niet be-
voegd was , om lets ten befte van dezen
man, o f tot nadeel van den anderen; dar!
met woorden (dat,reets.geichied was) tp
können doen, -zoo wiera hy als woeden-
de, om zieh aan dien Seur vöor dezen man,
te wreeken.
. H y lprorig, hoe oud.hy ook was , mec
eene zäfvanhet half Dek agter op de Cam^
panje j belaft aan zyn Schuyt?jvolk, dä,t
z y vliegend na boord roeyen, ettelykege-
ladene Piftolen , en Gew^er ;,rl&len , en
dat zy. aanftonds weer hieraan'boord zo^-'
den ltomen , welke gegeyene laft door on-
zen Ondef-Koopman,"die" wat Engelich
yerftond^aanons, en den SeurTopr al., verteilet,
en ’t nakend gevaar dpor hem te laat
begrepen zynde , zoo zogt hy zieh wel
van boord te begeven, dog zyn Schuyt
was ’er niet •; weshälven hy verzogt onze
Schuyt, l die met vier man ’er; in geregj
lag , maar te mögen .gebtuik c n ^ ’ t geeii
de Onder-Koopman hem toeftond.
'Ondertuflcheri ichrSöuwdeK^iteyn Pry-
p van de Gampänje tegen zyri v o lk , dat
Izy fterk aanroeyen zouden , alzoo zyn ~
Een daad, waar over die man, was hy Schip niet zeer verre van het onze
°P vrye voeten geweeft, hem zou van een
_gefcheurd hebben j dog hy moeft nu zwy-
gen , en afwagten wat de Schipper, die
de garifche Reyze over zeer nugteren ge-
weeft, dog nu wegens het tradieren der
Engelichen zeer beichonken,en aan ’t fla-
peri geraakt was ,-enw;at den Onder-Koop-
män, die’er by zat, en dit aanzag , goal-
vinderi zouden , totzyne verdediging hier
over te ,doen; maar, gelyk zy beiden zeer
bang voor dien Seur waren, alzoo dorft
hy hem geen een'quaad woord hier over
toeipreken j 'daar öndertqflchen dezen
deugdzamen Kapiteyn, .een man van in de
yyftig jaaren, het bloed, al ihamp. yqgteude
van ‘toof n , ten monde uithep;. g
Ik zag dit mede, en fprak’er .dezen Seur
Zeer eraftig, en den Onder-Koopgianj
om^ aän , hen toonende^t gröot ongelyk,
dat men zoo een gevangen en onnopzel
man daar by aangedaan had, en dat, zoo hy
zieh niet wegpakte;, en zoo de Onder-
Koopman, diens poft het nu was, alzoo
ilc geen Commanap had , daar geen Zorge
voor droeg, ik. vreesde, dat dit. van
’t geen de Seur nog meer haaften d^e, ora
maar längs de Wegeringen in de R u ft te
raken, en zoo in de Schuyt te ipringen;
’t welk Kapiteyn Pry$e ziende, Iprong
hy in eene iprong van de Campanie opde
Tcnt,. en ging ds een briefchende Leeuw
na de Wegeringen, waar längs h y zieh a£
l i e t , en wieip , vöor eerft zieh niet andere
könnende Wreeken , zyn Pyp na des
Seurs kop ^ met veel. bittere vloeken op
hem,, in ftukken.
De Seur repte zieh w e l, zoo veel als’hy
k on , dog Pryce’jr volk , zieh mede luftig
gehaaft hebbende, was in zeer körten tya
weder aan boord , zoo dat hy na een quar-
tiertje^roeyens by hem ( ’t geen w y klaar
zienkonden) quam.-
Dog zoo als de Vaartüigenaan een quamen
, zagen, en hoorden w y een fchoot
doen, ’ t geen ons een quaaa voorteeken
was.
Niet lapg daar na>quam Kapiteyn Prjk x)j-ei,em
qe met de Seur',' die als de dood beftorven naroeid,
was, weer aan ons boord, niet andersfbe^ en tw^A,
dan dat de Seur, die van%lte- m*^ ea
R 3 ' ratie,