
A.i7n .g e groetehäfelfbp fcyn. Mobrfch , mäak-
. >**. ten ,, zöö'als hy op dien onwaardeöriykbri
Thfdön zät’, drewaardi^ is; wat' nader
befchreven tc weiden. }
f:' Sjäb Djihaari , over-Grbölväd'er vän
de^n Keizer, heeft dien gemäaKt^7 en in
het7 Kafteel van Delli geplaatfl 5, doch
zeifs|zoo;men^röil) rioit bezeteny maar
Eürattgzeebbeldbnrdien eerft op de dag
van zyn krboriirig. , :
Befchry- ; Hy is vahmaSief goud , na d6 bonw-
vingvan künde gewerkt, en heeft voofy als 00k
agter, drie boogen,. en op iedcrzyde’er
Throon ^ < e , als portaalen, boveh IrbfadV met
teDelli. eeh fpits dak, dat mede van zuivergoud,
en op ieder hoek met een go üdeP&w ,
diens ftaart zeer hcerlyk is uifgebHid,
en ’in zyn, fcouleuren al zeer wel
mgebootfl ? : vercierd is , zöp’-dat aan
dezelve niet anders dan het IeVen ont-
Breekt.
Tuflchen deze Paauweri' ftäät eehgoud
Bloempoqe met yerfchcide goiidfe bloe-
men, tuflcheri welke in het midderi -een
groen blad' jag gemaakt van een Srhariigd,
zoo groot als een hoender ey. <
-Deze Thrpon is over al, cn fqriddm,
merDiamanten, Smaragden,, Röbynen,
Turköifen , en allerlei diferbäre geileen-
ten, alle van1 eenbüiterigemeine^robtte,
bezet.
; Bdven dit dakjeisnocir ¿enbrebd^er*
hemelte van rood fluweel K.yk,
en konftig met koftelyke peerlen ver-
cierd, ’t geen op vier goude flangeh ruft,
die ontrent vier, vadem hoogj en veeri-
tien a zcftien duimen dik, en die al mede
inet ¿der fcdftelyke gefteenten bezet 5 en
heerlyk geemailjeera zyri.
"'•'Kondom den Throon, cn dritrent drfe
paffen daar' a f, is een Maflief goud hek,
met tralien , o f zuiltjens, van een el hoog,
en, na gHfing, twäalf duim dik j zynde
een zeer konftig lluk werks.
Na het pafleeren van dit hekj klimt
inen vier trappen op tot den Throon ,
voor welken aariieder hoek twee goude
Gcridons flaan. Deze beftaan uit vyf
bladen, o f byzondere verhöögingen, die
piramides gewyze-al kleener en kleener
toeliepen, en metverfcheidefoorten van
blbemen öpgevuld waren. ■
Ontrent ’zds ;paffen agter dezeri Throon
^zag men eten goude Machine, wat kleener
dan de eerfte,* zynde als een' tweede
Throon, .en, op een gelyke afftand
wat verder na agteren , een derde zeer
prächtige plaats, diens grond van
fyn albaft, maar van boveri niet dan van
"zuivergoud wäs. .
Dit geleek niet qualyk na een Sacriftie
der Roomfch Catholyken, en was van
voren met een ¿ik, oFjalouzy-mat^ van
zeer fyn goud-draad behängen, athter
welke men eenige bewegmg van lsekere
pcrfòasigie : gowaar wibrd y die; mén vèr- a -17 ri '
zekerdO de cetile' Keizerin te zyn, die
yan daar, aangezfcn de Throon op • dem
ingang van ’t Kafteel net zyn uitzigt hadj-
all<^zdenkon.
Hétrvcrtrek, waar in deze Throon
ftondi was obk zeer prachtig» Het had
in zyn Front- de breedté van negen boogen,
o f gewelfzels, van weike de ^mid-
delftè opdeze dus agtereenilaandeThfòo-
nen-f -als mede :op-*• dén ; ingang< van het
Kafteel , uitzigt hadde.
Bbven aan' deze'Zaalìzag- men Veel
gòude kbgèls, ter diktef van- cèn mans
hòofd, die-aari goude ketenen’hingert. i
Deze Throon ì, ' een • wonder der we1-
rfeld, zoo’ in opzieh't vati •zyn konft * als
in'ópzicht-vanzynekoflelykheiten gfoo1-
te waardè', heeft-negen karbers ’(doende
ieder horidèrd lak) negen lak «(ieder hon-
derd duizbnd Ropyen'i ©f honderd ’ vyfc
tig duizend- gulden) cn' negeffdùizend tìfr
gén hohderd negen Ropyen (ieder een
daalder-) en iiegen zeftiende’' deélen van
een’R opy gekoft, een- fottUfta, die=, in
Hollatìas rgéld , honderd'' zes en dertig
MilHóétfèn, dric Tónnengouds ,1 viereh
zeftig duizend, agt honderd-eri vier eri s
zeftig gùlderi , bedraagd.
^iiig.tydsina;htìnlaatfte'- groet, Eere,den
de1 Keizer den GeZant 'èft -'zyrie A'd^- Gezant
iuntìfeìT Bei-ciò bcfcheuken , van dea
weer met drìe Salammen beantwÓB^ P Izer
Wiérdefl. ’ . : , S. --l bewezen.
Een hàli uur daar ria fehòrik zyn Mi-
jefteit aan Stiuilfìcaar- Ghrfn y ilaande- aan
zyn linkèr zyde'i een kbftelyke tour pfeef-
len'j én iees toen van zyrieiiThròon bp';
waar na ook de Gezant veftìbk.
TTcn^yi^yin Majeflgìt'dea' iydttì -Julii zdtaan
i f i i fierfeètt van Baceh«ihét e'eh z y t geval van
rier Gemàlinnen vièrde , was ’er doòrcen bl°cd-
hém in zyn VróUwen-Hóf zekeren
rh emf , ' Nààmdàr-Qhàn gcnàamd èen
groot zanger , en een na bloedverwarit
der eerftè'Keizerin , oritbòdèn y dewèìke
-Zich op dife nàgt Zoó: onbeicheidéfl tègeh
dén Keizfef (alzoo hy zeér drònken -was)
àanftelde', dàt hy hem met de Vuift , on-
det een hévig difpuit, op de borii ftiet,
zyn honivér eifchte, ert zoo veel zotte
en baldadige figuuren maakte, dat fde
Keizer', zorider eén yóetv'ar van’diè ÌCéi-
zeriri, hem zou'hèhbèn laien iri ftukkèh
kapperi, te meer, aarigèzietì hy, zòndeir
éeriig pafdon, doódfbhuldig is, die indt
eenig blóot géwéèr' voor Zyn Majeftéit
verfchynèn durft.
Het eenigè , *t geéri' hem daar óVérgè-
Fchiedde, was, dat hy Vàn al zyn Airiptén ElJzJn
beroofd, zyn góédèren géplunaerd Wier- voorbed?
den , eri 'dàt men hem tòt een1 eeuwigederKeize-
gevankcnis verwees, ■ rin, ge-
. Behalvetì dat Làà-fkòotnfàer', eerfie Kei-
zerin vàn zyn nàrtiàagfchap was, iy'Ket
• ! 'ook
^ ,y ia/o°k aantiierkenswaardig, dat zy van een
rcn van
Azcm
Tana
danferes, door uitnemende liefde desKei-
zers, tot dezen flaat van eere verheyen,
gelyk hy ook, een Ragiepoeti, ofHei-
©en van gelopF, -dbg naderhand jyioorfch
geworden , door de magt, die zynNigt
zedert kreeg , van een flegt perfoon met
de chara£ler van een Ammerauw vereerd
was. -
‘sKeizers & Den 18den dito ontiloeg de Keizerde
gunftdoor Rinderen'van den Prins 4 zemTarra, en
de Kinde- nam Zyn Majefteit de Zoon yan dezen
,m™ Prins als zyn Kind * en de Keizerin die
van Bperdaarbax als hären Zoon aan , aan
de zelve haare volkomen yryheit geven-
de, niet alleen om buiten banden , even
als andere Grooten, televen, maar ook
om haare kuflens, ert foltenis, ygor den
Thropn te foreiden.
yjthrniid--. Men vond in datvan den oudften Zoon
van Azem etarra een mes , en-, ria de reden
van dien gevraagd zynde j gaF tot
antWoord, dat het geen gewoönte was ,
dat Princen ongewapend gingen j waär
op zy weer aanftonds gevangen geZet
wierden.
: Den ipden, dito kreeg de Prins AJfod-
dien, Zoon van den Keizer, commiffie
om negen '£aroor Ropyen tot; het for-
meren van een groot Leger, ’t geen te-
gen den Prins Farochsjeer in Bengale age-
ren Zbu- te hgten.
af, dlcSouilficaar na de reden vän dit zyn a . 17 u i
ipotten vraagde. Hy gaf ’er tot ant-
woord op ; dat, by aldien zyn Majefteit
in dezen tyd, Sängers tot Souba's •verbeffen
•wilde-y dan alle zyne Ammerauwen •wel
Sängers mogten werden. ,,
Den z8ften Juli liet de Heer Gezant
den. Naib. Souba of den riieuwen Onder-
Stedehouder van Affed Chan, den Ammerauw,
Sirbolint Chan ^.doox zyneAd-
junbten, wegens zyn Onder-Soubafchap
geluk wenfehen. ' ; i
Den iften Augufti kregen wy bericht Hetftd-
van het beter onthaal'dpr onzen inPatte-iingvan
na, dan pas na van Hoorn's dood, door onze zaa-
een daad van reprefaille, welke de Heer!“ 11“1.
Dire£teur in Bengale,- Antoni Huismann°
op de mvorderaars van den Prins Farochsjeer
gepleegd had.' ,. , : '
Den 3 den Augufti. wierden in Agra Verraad
door den Prins Aßoddien brieven onder--te§en ^en
fchept, uit welke bleek , dat de zevenontdekt
hoofden der. Roerichutters van zyn Ma-
jefteits Artillery de zelve aan de hoofden
der Infantery van den Prins Farochsjeer
gefchreven, en daar in beloofd hadden
met diverie andere hoofden , en twintig
duizend Man, tot hem over te komen.:
Deze wierden daar op aanftonds gevat, ; ? -
eri gevangen gezet, om de verdere roer-
vinken, en de ganfchen aanhang van dit
verraad j nader te ontdekken. Hy be-*
*Deif zilten Dezogt dt , rinn . ganfeh Leger daar aan ichuldig,
Procureur Generaal, o f den algemeenen
Pleit-vcrzorger des Ryks , Cn Onder-
Koning der Laridvoogdy van Guzetatte,
die aan hem drie lak Ropyen fchonk.
Den zzften dito hoorde de Gezant,
1 kh0^ 6" ^at ^et Öppethbofd van Pattena, de
ier onzen Koopman-, Jacob van Hoorn, overleden
in Ben- was» en dat de Prins Farochsjeer alle zyne
gale. goedqren, en ook die der E.Maatfchäp-
p.y, geconfisqüeerd had.
\ De Mooren alhier zyn gewoon op ’t
r~dtc*11'Xg'Z Väri "l amboeryns^
o f zekere Inlandiche trommelkens, te
zingeri. ¡7 „ ,
Nu was op den z f ilen dito een van des
Keizerin’s geringe vrienden tot Souba van
Agra geadvanceerd, de welke, by Sotiil-
ficaar Chan gekomen zynde, deze ont-
moeting van hem kreeg, dat h y , om
drie honderd van deze Tamboeryns zeer
verlegen zynde, die by niemand beter,
hog eer, dan by-hem , wifttebekomen,
en daar toe zyn hulp verzogt.
De ander, die fteek niet eeijs voelen-
de,, nam dit aan, en zöu ze hembefleld
hebben, ten w;are een van zyne gelub-
aaneen den, die ’t aanftonds vattede, hem ge-
vande waarichouwdj en klaar getoond häd,
vriendeh wat de Cancelier met deze fchimpreden
teK'i“ 'zeggen wüde.
‘ De Souba, die vanipyt hier overmeen-
deteberüen, g a f’er den Keizer kennis
Bittere
fchimp
van den
Canceliet
fflTnrngirn' itifti 1 imili 11 ^
hy hen niet betaalde, met *t welke alleen
deze ziekte te genezen was.
Deri Öden dito liet de Gezant den
voornoemden Naib Souba, op zyn ver*» .
trek ria Guierätte ftaande, -geluk op zyn
reize wenfehen, en hem Neflers prefbn-
teeren, die aangenomen wierden.
Zyne Adjun£ten verzogten zyne gunft
ontrent de zaaken der E. Mäatfchappy tot
Hhamedabaad, ’t geen hy hen toezeide^
en noch nader, by ’t.geven van Betels,
met veel nadruk verzekerde. ■ •:
Den 8flen dito wierd ’er achter het
Kafteel ontrent de RieviereenOlifanten-
gevegt aangeregt;
Deri pden dito Vereerde zyn Majefteit
aan Azem Chan, Gouverneur, o f Souba,
van Agra, BroederVan Gokeltaas Chan,
op zyn affeheid een eeren-kleed, en een
goud Draken-hoofd, in het Moors,
Mayhi Maratap genaamd. Dit is een
teeken van zeer gröote gunft, het geen
ook onder de Ornamenten van Staat van
dezen Ammarauw gedragen werd, en
hem onder de rang der voornaamften
Held-.
Den ioden dito kregen wy tyding, Verlies
datfc na van Hoorn’s dood , de Faroch- der E .
sjeer al de goederen had laten verzekeren, Maaten
in weerwil van onze .bedienden daari~appym
een half lak Ropyen laten uithalen j be- snsa
Pp z lo