
3 i 6 E E V E
a»,«57. „ hinderen; het geene hy vcrzekerde zyn
„ Majefteit zeer gaarne zoudedoen, cndat
„ zulx; een groote geruftheit indenhandel
„ der E. Maatiehappy te dezer plaatfe
„ met de Abyffiners zoude baaren, ver-
„ mits de voorlz. Ballä, niet wel hetver-
„ zock van zyn Majefteit in die opzicht
zoude durven weigeren, uit vreeze,dat
„ zyn Majefteit anders hem den toevoer
„ en handel in zyne landen zoude belet-
,, ten. Die yerlof bekomen hebbende,
jy Zoude de E. Maatiehappy alhier i o f z
„ bequame dienaars können aanhouden,
„ om hunne goederen ter behöorlyker
„ tyd te verkopen, en dooreen goed com-
,, portement, allengskens aan den Inlander
„ behagelyk te worden; maar in den hechten
tyd, zynde de maanden Juny, en
„ July, wanneer het voor geen Europi-
„ aan alhier in Mafloewa te harden is,
„ zoude den Refident tot Arkiko ,of Mo-
j, cha,zyn verblyf können nemen.
,, Wydersoprdeeid den Gezant, indien
„ de E., Maatiehappy genegen mogte we-
j, zen een bezendinge aan de Keizer van
„ Abyffinen te ondememen, dat het no-
„ dig zoude zyn zyn Majefteit daar van
,, voor af te verwittigen, om overal de
„ vereiiehte ordres te doen ftellen, zon-
„ der welke zoodanigen Gezant gevaar
„ zoude loopen, om van die land-volke-
„ ren omgebragt te werden.
. „ Dzidda, een groote, beroemde,en
„ ryke koop-ftad, gelegen aan de andere
„ zyde van het Roode Meir, aan deAra-
„ bliche kuft, ontrent een dag reizens van
„ Mekka, trekt een ongeloovelyke mee-
,, nigte van allerlei ly waten, zyaeftoffen,
„ allegias, koper, tin, lood, fpiaulter,
„ porcelynen, nooten, nagelen, foelie,
„ kaneel, lange enronde peper , cubebe,
N S D E R
, kardamom, mitsgaders graauwe en roo- A*. 1697.
„ de lakenen,betalende de koopliedcnge-
„ melde waaren met Spaanze Reaalen, en
„ Dukaten. Alhier is een. meenigterood,
,, wit, en zwart lak koraal ; 00k zyn ’er
„ koftelyke welriekende gommen -,. en
„ hout-werken, médicinale droguen, faf-
1, fraan, en nog veel meer andere waaren
» te bekomen, die in Hindocftan met gi 00^
„ te winften werden verkogt. Den Ge\
„ zant fteld vaft, dat de E. Maatiehappy
„ alhier jaarlyx wel voor een milioenryx-
„ daalders aan goederen met goede voor-
1, deelen zoude können omzetten. Den
» tpi doet hier tien tenhonderd,dogzu|x
„ werd wel de helft verlieht, . wanneer
„ men de bedienaars der zelve de handen
,, een weinig vuld. Indien de E. Maat-
1, fchappy genegen was hier te handelen,
, oordceld den Gezant het noodzakelyk
, te wezen, daar een bequaam gebouwte
, huuren o f te kopen, en twee of drie
i, trouwe en taalkundige dienaars aan te
, te houden, dat den Bailä, die alhier van
, wegen den.Turkzen Keizer zyn ver-
, blyf houd, lichtelyk zoude toeilaan.
„ Dit bovenftaande dan alle het geene
„ zynde, het welke wy van den gemelden
„ Gezant, betreffende den handel van Zei-
„ Ja, Mafloewa, en Dzidda hebben kon-
„ nen vernemen, zoo eindigen hier me-
„ de, en verbly ven met alle eerbiedigheic
2 yn Hoog Edelheids
en gehoorzame Dien:
Batavia don 8 February
1697.
W : t e n R H Y N E
Arts.
KORNELIS M U T T ER
Tolk- io de Maleitze Taal.
V R A G E N . A N T W O O R D E N .
Vragen By den Heer Jobus Ludolphus opge- Door den gemelden Gezant aan de ondoor
Mut-' fteld, en door den Boekhouder Komelis dergetekende, op de nevenftaandc vragen
swnder aan Mutter, aan den Gezant van Abyffinen gegeven y namelyk:
dezen Ge- Chodja Moraad, in de Perfiaanze taal voorzant
ge- gedragen, te weten;
d&an.
pglfgj I- i.
Van wat conditic o f profdSe den Gc- Zegt nog koopman,nog Ibldaat te zyn,
zant Chodja Moraad eigentlyk geweeft is, maar eenlyk was hy gewoon zyn Heer ,en
koopmafl , foldaat, of dienaar aan het Hof? Meefter, den Keizer van Abyffinen, vooi
Miffionaris van buitcnlandze zaken te dia-
nen.
1 a.
Van wat Godsdienft hy was ? en o f hy Zegt vanGodsdienft een Chriften tezyn,
00k geeftelyke perfoonerr by zig heeftge- dog geen geeftelyke perioonen by zieh te
had? hebben genad j maar dat zyn gezelfchap heeft
beftaan uity Abyffinfche Chriftenea,en z
In Mohhammedanen. ^ Zyti
O P P E R - h A N D
V R A G E N.
V O O G D E N . 327
A N .T W O O R D E N . a ° 1*97-
¡111 s i i i
In hoe veel, en wat voor volkzynge-
volg beftond ?
Zyn gevolg beftaattegenwoordiguitzc-
veh Abyffiners.
Wat taal hy in zyn gehoor gebruikte ? De Hindoeftanze taal, die den E. Paulus
de Roo zalr.,toengeheimfchryvervan
haar Edelheden, de hooge Regeeringe tot
Batavia, vertolkte.
f -
Wat weg hy, uic het land körnende,
van ’s Konings leger tot aan zee gebruikt
heeft? .
Hy heeft zyn reize van het Hof na Mai-
foewa, en van daar na Mochavoortgezet,
zynde twee maanden tot daar toe onder-
weeg geweeft, trekkende över hoog ge-
. . . en.dagelyks door zeer veele wel
bevolltte genügten, leder van 9 of 10 huisjens, mmof meer, die met meeniete in de
valeyen, ja zelfs in het gebeigte gelegen zyn j want die menfehen oordeelen, dat de
fteden of dorpen van veele woomngen, of overvloed van menfehen door eenverderf
van de lugt fchadelyk voor de gezondheit zyn.
Op deze land-weg moet men tweedagen door woeftynen cn wilderniflen trekken
het welke aldaar gemeenelyk te paart gelchied. r
Doorgaans vind men anders goed drinkwater,dat van het gebergtekomtafvlieten.
w m m
Aangaande den Komng, waar hy zyn Den Keizer van Abyffinen houd zvn
leger tegenwoordig houd ? verblyf in een groote volkryke, dog onbemuurde
flad, genaamt Chattama, gele-
. , , . gen op den berg Gonder, al waar den Keizer
een groot paleis van honderd en in de twintig kloekegcbouwen, benevens ver-
makelyke turnen cn plantagien, tot zyn gebruik en vermaak heeft. Dit paleis mas
zyn Majefteit des nagts niet doen fluiten, om geen agterdogt aan zyne onderdanen te
geven, als o f zyn Majefteit hun met betrouwde, weshalven daar00k maardertieperioonen
tot nagtwakers gehouden werden. ° t
in dit paleis geeft de Keizer, wanneer hy met zyn leger niet te veld is alle voor-
middagen openbaar gehoor in een groote zaal, daar het een ieder vry ftaat zvne ver-
zoefcen of klagten opentlyk te doen; waar aan zyn Majefteit ook zoo ftipt gehouden
is, dat hy, zelfs ziek Zynde, aan zyne onderdanen zieh moet vertoonen, want het te-
gendeel doende, zoude het gemeene volk beginnen oproer te verwekken uit yreeze
dat zyn Majefteit met meer in wezen mogte zyn; gelyk zulks meer ats eens gebeurt
is; maar desagtermiddags neemt de Keizer zyn vermaak, dog wort dan van nW,,n,
als zyne Hoi-Grooten gezien, en gedient.
Des Zondags is zyn Majefteit veipligt ter kerke te gaan, .het welke met een groot
gevolg, onder het geluit van veele Ijpeeltuigen, gefchied.
¡SB
Hoe is zyn doop-naam ? Des Keizers doop-naam is Jafounus
des zelfs naam van acclamatie, op zyne
kroninge, is Adjaam Sadsjed, qued fernper
venerabilem,
lern ȧgnificaf.
absque finibus venerabi- I I
O f hy broeders o f zufters heeft? Den Keizer heeft maar eenen brqeder,
gÄhaamt Ulfius, en eene zuftcr, met de
naam van Helena bekent.
O f hy gene kinderen heeft?
O f
Den Keizer heeft drie zoonen, welker
na- üI
S P
«
m