
B H f i gli
Antoni Willem van Zorge.n, wie'rd het-
nu-, en lag Ao.- 1720 aari ’t Vierkant. *
Gabriel Overdyk, was'7 nu geworden,
lag Ao. 17io aan de Nieuw-poort ,eri in
September ,Ao. 172, inog.
1 Ao. 1720.
Philip Stukkens, was ’t nu geworden,en
lag in September 1721 aan het Vierkant.
Benjamin Kaaskoóper, 7 nu ook geworden
zynde, lag Ao. 1721 in September
aan de Dieft- poort.
Theodorus Morin, 7 nu ook geworden
Zynde, lag Ào. 1721 in September aan
de Utregtze poort.
A°. 1721.
Gerard Huircher,wierd het nu,enlagzoo
. aan ’t Vierkant in September de^esjaars.
. Egberttfs Broek huizen, wierd het nunic-
e° lag zoo, in September dczesjaars
aah de bJieuw-poort.
Willem Jurgen,het nu geworden zynde,
Jag zoo in September aan de Rotterdammer
poort.
A 0. 1722. .
In V Kaßeel.
Elias van Stadeii. -
Nicolaas Koppen oli.
Kornelis vandcr. Eike.
-Willem van Qjen.
Kocnraad Pypef.
Karel Henrik van den Enden.
Hofmeeßer van zyn Edelheid.
Chriftiaan Jooftcn.
Aan 7 VierkantL
-Willem. Willemszoon Pienink.
Antoni deB/uin.
Jacob Thuinman.
Aan de Nieuwpoort.
Jan Fluit.
Philip Stukkens.
Aan de Dießpoort.
Jan Henrik Mars man.
Antoni Willem Van Zorgen.
1717.
1720.
1 7 2 1 .
172 2 .
172 2 .
172 2 .
1 7 1p .
1716.
1.722.
172 2 .
176 9.
1 720.
1 Aan de Rotterdammer-poort.
Jan Kelderman.'
Egbcrtus Broekhuizen.
Aan de Utregtze poort.
Antoni van Breemen. *
Willem Jurging.
Qp Jakatra.
Karel Milaan.
1709.
17 18 .
Adriaafl Wellplate.
Op Angke.
Rudolf van den Berge, (overledenj
- Op Tandjong Peera.
Henrik Holfcher.
A,°. 1.72^4;
P*andrigs in 7 Kafteel.
Willem Ojen.
Koenraad Pyper-.
Katel Henrik van den Ende; ,
Chriftiaan Jooften, Hofmeefter Van
zyn Edelheidi
. . Aan 7 Vierkant.
Antoni de Bruin. i
Jacob Tuinman.
Aan de Nieuwpoort.
Jan Fluit.
Philip Stukkens.
Aan de Dießpoort.
Pieter Gommares.
Gerrit Jan Rengers.
„■■. Aan de Rotterdammer-poort\
Jan Kelderman.
Egbertus Broekhuizen.
Aan de Utregtze poort.
Antoni van Breenen»
Wülem .Jurging.
Kornclis vandetEikc»
Op Jakatra. ""
Karel Milaan.
1717.
»72f.
1718.
1 1 7 2 1 .
1 7 18 .
1721.
É Ü
1 7 * * .
1722.,
172 2 .
1
171-9.
Ì72 2 .
ï f i x .
Î709*
1720.
í 718.
im i *
*7 *7 -
1721.
1718.
2 72 1*
J 7JU*
Op ■Ari' ter Forine Zevmhosk. t
ytf
w
---— UWlkUIUgtU
Wondh«- Gilmer Vosburg, geworden Landvooed
«rftete-; van Malakka Ao. 1691. en buitcnge-
dicningca mecn Raad van India Ao. 1,696.
van Indien Pieter Roozelaar , Landvoogd der Moluk-
opstile- kos Ao. 1 70 0 , ;van Malakka Ao. 1706
*“ • en buitcngemeen Raad van Indien A“.’
* 7°7 gemaakt.
Gerard van T o l, Landvoogd van Macaf-
lar, tor Ao. 1707 geweeft.na datookbe-
vdhebber .van Gale, gelyk.hy ook Op-
perkoppman van ’t Kaiteel zedert Aö.
1707’geweeft is.
Joannes Harrenberg, Bevelhebber van de
kuft van Malabar Ao. i7i6,enGouver-
neur van'Ceylon Ao. 1723 denzj-Junyj
En extraördinaris Raad van Indiagcwor.
'fc^den. . . ’ ;
Magnus Wich'elman, Bevelhebber van
Jacob Schulting,
* ■ ; Op Tangerang.
Abraham Wcftplat©.
TT Ë T Op Tandjong'Poera.
Henrik Holieher.
O N D H E E L E R S,
Tot de eerfte Bedieningen van IN D IEN opgeftegen
tÿ ii .
'V Ï -
Malabar rotAo. i?D,,,enmidienWB^
ftierder van Perfiem.
Komelis Lardy» ^ A p i y n tot/JapahsX3b-
pcrhoord gevorderd. . . rS
Abraham BoudensBevelhebber A’»/ ¡6§z
van Sumatra’s Weftkuftgemaak&T i
Walraven de Lely , Kobpman, cnOpper-
hoofd vanPaiimbarigAs; 1 7ckJ geworddn.
Pieter/de Lange, die Opperkoopman en
twcedebpdeikuftvan Ghoromafltfei^, en
Ao. 1666 Hoofdivan Mazulipatnam ge-
w.eeft.i?.
Frederik TwyilH, KoopraamenHooH op
Honimoain Amboimj daarden iqijuly
171.7 igelyfc men .ondir ’dioEandvOog-
?, dyzien iian) geifeorven is.'
I En meer.andcre, die wy.voorby gaan.
z t e s -
Z E S D E B O E K.
E E R S T E H O O F D S T U K .
BAtavia’s Grondvefting. De Stad Jakatra befehreven. De oude Bataviers. tieríe-
ven in O oft-Indien. De Holländers coniraäeeren met den Koning van Jakatra. De
Heer Koen tot Gouverneur Generaal aangefield zynde, krygt ordre om op een bequa-
me plaats een generaale verblyfplaats voor de E. Maatfcbappj te fügten. Voornemeri
om de onzen tot Jakatra Veenemaal uit te roejen. Aanflag hier toe in 7 werk gefteld,■
mislukt. De Koning van Jakatra tragt zieh te ontfcbuldigen. Zyne aanbiedingen,
om de contrbñen te vernieuwen. Diegeoordeélt werden op nieuw verraad te zien. JVaar
tegen zieh de onzen^ zoo veel deenelyk is, hoeden. En op Jakatra bunne wooningen
in ftilligheid verfterken. Nader beßuit van den Generaal en Raad deswegen. De
onzen wreeken 7 berooven onzer Logie tot Japara, en verbranden de Stad 7 welk die
van Bantam en Jakatra verbaaft maakt. Werden door de Engelzen aangemoedigt j en
maken zieh meefter van ons febip de Zwarte Leeuw. De Engelze Zeevoogdverklaart
openbaar vyandfcbap, hebbende den Koning van Jakatra en Bantam op zynzyde. Siegte
toeftand onzer zaken.
BATAVIAS GRONDVESTING*
Ba tav ia's
grondve*
8*
De Stad Ja-
katra befehreven.
■V T A dat wy de ftad Batavia met alles,
j \ j 't gene wy daartoeoordeelentebe-
T ^ hooren, befchreven, en aangewe-
zen hebben, hoe zy jegenwoordig geftelt
is, zal ’c nu tyd werden, dat wy ook eens
gaan toonen, hoezydoör de Nederlanders
gegrondveft, en hoe hare eerfte aanleg
een doorflaände beWys van haar aloude
dapperheid is.
Bevorens in önze beichryving van het
Koningryk Jakatra hebben wy aangewe-
zen, hoe verre zieh dit Ryk uitftrekte;
en van dit Ryk was wel eer de ftad Jakatra
de hoöfdftad. Deze ftond onder een
byzonderen K.önihg, diens Ryk ,en hoofd*
ftad , in de oude tyden de naam van'Padja-
djarang droeg, een ftad, die van oiids 12
mylen landwaard in, ter pläatze, daar“nu
nog een zeer oude gro'ote offer-fteen met
zeer vreemde oude” Lamponze letters en
woorden gevondeh werd (gelyk wy in ’t
verhol van de zaken van Java breederge-
zegt .hebben) gelegen heeft.
Deze ftad, met dat ganfeh R yk , wel
eer (zoo oris toefchyht) onder der Köningen
van Bantam geftaan hebbende , is n^-
derhand onder een byzonderen Koning ge-
komen, diens Ryk (gelyk mede deze
hoofd-ftad in de later tyd) van zommigen
Jc Koningryk Van Jakatra, en van andere
weer dat van Sunda, en de ftad zelf
Jakatra, of ook Wel Sunda Calappa ge-
naamt wierd. Sunda (zoo men wil) na
de rondom gelegene, meenigvuldige bergen
(alzoo het dit in ’t Javaanfch betekent)
en Calappa na ’t groot gecal calappus-boomen
, daar ontrent vallende.
Dit was een groote en zeer wyd längs
ftrand uitgebreidc ftad, die met een rede- i
lyke muur aldaar verfterkt was, en onder
den Jakatraanzen Vorft, Widurk, of"Wi-.
dißk Rama, in de later tyd ftond, van
welk Ryk,met de hoofdftad, de Pange-
rang van Bantam zieh ontrent A°. 1619
(gelyk wy in ’t vervolg nader zien zullen)
zeer liftig heeft weten meefter te maken.
Wanneer de Nederlanders eerft in Indien
gekomen waren, hebben zy , gelyk
wy onder de ftofte van Bantam gezien
hebben, zieh van eerften af aan op Bantam
fragten vaft te maken, en daaral van
de eerfte tyden af een vaft comptoir ge-
had j dog de Engelzen ons daar , gelyk el-
ders, daar zy maar konden, hinderlyk,
en de Pangerang van Bantam beide voor
ons, eh vöor de Engelzen bevreeft zyn- '
de,en wenichende van ons beiden ontlaft
te zyn, begon ons, voor al ten tyde dat
de Heer Jan Picterszoon Koen daar. lag,
zoodanig te quellen, te benaauwen, en
zoo veel moejelykheden aan te doen, dat
het niet langer voor ons te dulden was.
Het is een oude eigenfehap van de al- De oude
oude Bataviers, nazaaten van Claudius Ci- Bamicis} ]
vilis , dat zy uit hun eigen aard wel een
zeer geru ft en vreedzaam volk zyn; dog aan
deandere kant ook zeer jaloers over hun-
ne vryheid, en van niemand daaringaar-
ne geftoord ofmishandeld zynde, laten zy
zieh ook van niemand gaarne zarren, of
tergenj maar zyn van ouds af altyd ge-
woon geweeft dit openbaar, en dapper te
wreeken. Zy voerden een Leeuwen-huid
op een lande in hun wapen, ten teeken,
dat zy een leeuwen-hart hadden.
Geen volken der aarde, hoc groot zy
ook mogten zyn, tornden oit aan ’t ftuk
van hunne vryheid,1 of maakten maar de
G g g % al