
170 L E V E
A.1399- u heeft durveh aankanten. Gy hebt aan
Perfien, er, Syrien wetten voorgefchreven,
Üf| na u bet Land, uwer gehörte, tnet alle
de ¿angrenzende Ryken, zoo dapper onder-
/ worpen te hebben, zyt gy verder in flaa t,
om alles te overwinnen. De Tartaaren hebben
noch noit hunne vyanden recht leeren
kennen, om hun eenigzins te vreczen, om
dat zy u alomme tot hun Hoofd haddenj
maar wat wil dat zeggen, dat gy uw Sol*
daaten nu als beveeld, om bevreefi te. zyn,
terwylgy ben belaß a fte treiken. Gaat gy
vluebten voor een oproerig leger van onge-
oeffenße en verwyfde 1ndiaanen, die qualyk
gewapend, noit wel-geoejfend, en van een
Hoofd voorzien zyn, dat by U niet te ver-
gelyken is? Gy zult moeite hebben, om uw
kven zoo te behouden, en, dus voortgaande,
Zeierlyk bet zelve, met al de roem van
uwe vorige veroveringen verliezen. •
Deze woorden, met een grootc vry*
inoedigheit, en als met een kracht 'van
geeftdiyving, en voorzegging, dooreen
gemeen man voortgebracht, hadden
de gedaante en fchyri van een goddelyke
aanblazing. Ider befpeurde op ’t aan-
gezicht van zyn makker als een afkeu-
ring van zyn vorige blooheid, en . laf*
hertige vreeze, en Mier ttmoer, die waar-
fchynelyk zelf dezen kft aan ¿en Muil-
dry ver gegeven had, bediende zieh van
deze gelcgenheit, om al zyne bevreesde
benden weer een nieuwen moed in te
fpreken, gelyk ’er aanftonds onder hen
een geheel ander leven, met een ipyt over
hunne be|oonde kleinhertigheit, dpor-
fchitterde.
Hy over- -D a a r op taftte hy de Indiaanen ophet
wind Ra- onverwagtfte aan , verdeelde zyn befte
na. volk ontrent zekere engte, , daar hy den
yyand na toc wilde lokken, veinsdedaar
pp de vlucht te nemen, bracht dus de
yyand ter plaatle, daar hy hem hebben
wilde, en daar hem zyn groot Leger
geen voordeel gaf, vermits het zieh
daar niet uitbreiden kon. Toephyhem
verre genoeg had, keerde hy wederom
met de Sabel in de vuift, hakkende alles
vanwederzyden, terwyl dezen Rana met
de zynen tuflehen beiden was, in, de
pan.
Enwerd \ Door *t winnen van dezen eenen flag
Mecftcr wierd Mier ttmoer Meeller van dat Deel
van dat Yan Hincloeftan , dwingende Rana de
Indien^ € £ 1 1 °P zulke voorwaarden, als hy hem
voorichreef, aan te nemen, en jaarlyks
een zware fchatting op te brengen. Welk
voorbeeld van dezen magtigen ennu ver-
wonnen Vorft al de mindere Indilche
Koninkskens zonder eenig bedenken vol-
gen moeften.
Hy ftelde in de voornaamfteyeftingen
yan Indien Tartarifche Landvoogden,
en voor al te Delll, de Hoofd-plaats toen
van Indien, welke vefting onder een
N S D E l
Mohhamraedaanfchen Patan, o f Berg-A. 1400.
Koning, ftond.
Dusvertrokbyzegepralende, en over-
laden met den ryken buit van het mag-
tig Indien, weder na Samarcand, gelegt
hebbende de grond van een nieuw Ryk,
dat alleen, van zoq,vcel andre veroverdc
Staaten, in zyne Familie gebleven is.
Ik zal my nietinlaten, omallebyzon-
derheden van zyne veroveringen, gölyk
ik. wel zou können doen, te melden,
maar moet egter Yan dezen Grondvefter
van het Mogols Ryk noch iets zeggen j
’t geen hem , en alle van, dit Stamhuis,
te veel glorie byzet, om het met ltil-
zwygcn voor by te gaan, behalven- dat
het tot zyn leven (fchoon niet als Keizer
van Hindoeftan aatigemerkt) behoort, ja
de grootfte peerl aan zyn Kroon is.
Het is die beroemde overwinning op d’Aanleiw
Bajafet denlften, welke ik hier bedoele, ding van
en de zaaken, die daar toe de eerfteaan-^n.en
leiding gegeven hebben. .
, Hy genoot van alle diegrooteverpve- fet delftc;
ringen zeer weinig vruchten : want-,behalven
dat hy zieh zelven weinig ruft
gunde , waren ’er nu en dan 00k
voorvallen, die zyne oorlog-zugtteveel
tzarden, om ftil te zitten.
Ibn il Awis y van welken w y te voreri
gezegt hebben, dat hy door ttmoer uit
zyn Ryk van Bagdad na Egypten ver-
dreven was, ley daar den eerften grond
tpe.
Deze, gelcgenheit bekomen hebbende,
om zieh door hulp van den Sulthan van
Ägypten tcherftellen, had zieh niet ont-
jzien tot Iraac in Perlien in tevallen , al-
waar Mier ttmoer ¿ynen Zoon^ Miroen-
Sjah,* tot Landvoogd gefteld had.
Dit quam zoo ras niet ter ooren van
Mier ttmoer, o f hy trok, fchoon reeds
zoo oud, met alle wakkerheit, en kracht
van geeft, die men van eenjongenfterk
man verwachten kon, uit Samercand ,
om hem als een onweder op .het lyf te
vallen.
Hy verdreef dezen wederipannigeneil
vermeten Vorft niet alleen uit Periien j
maar dwong hem odk ten tweede maal
zyn Land te Vertaten, na Anatolien te
vluchten, en by Sultan Bajafet den Iften-
hulp te verzoeken.
ttmoer,by deze verovering niet beruf-
tendc, trok na Bagdad’s verwoefting,
tot aan Damafcus in Syrien door, welke
Stad hy niet alleen innam j maar onder-
wierp zieh 00k alles daaromftreeks,ma-
kende zieh alomme zo.gevreeft, dat de
Sulthan van Egypten zelf nu voor hem
beefde.
Alleen Bajafet, die noch zyne macht
niet gevoeld had, icheen hem niet te
vreezen, alzoo hy zieh niet ontzageeni-
ge Princen van Caramanicn y bondgenoo-
ten
^ G R O O T E
A. 1401. ten van Mier-ttmoer, vyandig dan tetaf-
ten, en de Gczanten, die hem \At Mier
, ; -Stimoer's naam vriendelyk totdevredege-
^^noodigd hadden, zeer trots, enveragte-
' /dyk te bejegenen^- n
De glorie vm Bajafet ', die dagelyks
met zyneveroveringen aangroeide., maak-
te hemzooopgeblazen , dat hy zieh dpor
de Sülthans van Egypten 00k Keizer van
Griekenland, en'j: ’t geen noch verwaan-
der was, Ilderim j dat is, den;donder’,
,of den blixem. des Hemels, noemen liet.
Den eerften titel matigde hy zieh aan,:
dm dat hy den Griekfchen Keizer Erna- ,
nuel, by zyne belegering van Konftanti-
f nopel, reeds gedwongenhad, omaande
rMohhammedaanen. een Voorftad. v,an
Konftantinopel over te geven, en daar in 'j
, een Mofque, erieenMohhammedaaöich i
Richtcrte: dulden-
Al deze uitfpattingen vah' Bajafet aan
de eene, gelyk Mier Ttmoer’s mededoo-
gen met zyne verdrukte bondgenooten,
en vooral met Keizer Emanuel, ¿an de
andre zyde, zyn de voorname oorzaak
geweeft, dat hy de wapenen tegen hem.
, opgevat heeft, te gelyk 00k niet könnende
verdragen, dat in Afien,ofelders,
een arider .over winnaar, dan hy jzyozou,
.te meer, dewyl hy voprtging metEma-
nuel, die Mier ttmoer's hulp zeer ernftig
verzogt had j te benaauwen, dat al ee-
hige jaaren geduiird had. ,
Hy rukte derhalven ten eerften ria klein
Alien, näm Sebafte in , daarBajazet's
Zoon; Oxtobul niet alleeri gevangen,
maar 00k onthoofd werd, ’t geen de
oorzaak was, dat Bajafet het beleg van
Konftantinopel opbrakj en hem tegen
trok, om zyn Zoons dood te wreeken -y
hoewel de Marfchalk de Boucicaut met
1 zoo Franfchen, die hy by.zich had, 00k
zeer veel toegebracht heeft, om heqä van
dit beleg te dpen afzien. , ,
; Hy tall Mier ttmoer nii, dit hoorendei trok
hem met een Leger vol moed dien opgebla-
zen Vorft tegen, die door zyne over-
winningen in Hongaryen ^ Bofiiien, en
Croatien, en door ’t verlläan der Fran-
, fchen, Burgiindicrs, Duitichen, en Hun-
garen in die beroemde flag van Nicopo-
fis (waar in hy Jan. Grave, van Nevers,
Zoon van PhilipsJ, Hertög van Biirgun-
dien gevangen nam) nu niet te genaken
was j doch gelyk ’er zyn ganlch Leger
-door een ongemeene vreugde beipeurd
wierd, alzoo was het te yerwonderen,
¡en quam het de zynen dierhalvenvreemd
te voren, dat hy alleen nu, zeer ftil, en
ongeruft was.
Zommige fchreven dit aan zyn hooge
jaaren, andre aan zyne bekommering
over den onzekeren uitflag Vandeze-aan-
ftaande Veldflag toe, die hy nu tegen
Zoo grooten overwinnaar, en zulken
M O G O L Sv 171
mächtig Vorft, als Bajafetyondernemen A* 140»?
ZOU. Ondier zyne Capitcinen was ,’er een,
die -}iptn. in»’t raidden van een drom vah
andre-Pfficieren na dg reden van. zyne
ongeruftheit met eerbiedigheit vrpeg. .
J De reden, zei Mier Timper , van mynf --
ongeruftheit is dezeom dat ik bekommerd
ben, of ’ik onder ü alten wel een Man zal
können vinden , die bequaam is , om ’/ ger
wicht van dat Ryk , dat wy nu. gaan over-
winnen, te können dragen , en om in. Bar
jafep’s befiier, dis myn Onder-Koning i tf
treden, v^„r .
. Dit antwoord j Vol yan een vaft vex> Inde;i
trouwen van de overwinning, gaf aan vlakte.v^n
alle de, Tartaaren een zeer groote moed, hx?!™-
tot zoo yerne , dat hy- het leger vän ,Ba- aan*
jafet", diqn blixein des Hemels, op de
vlakte van Angora, o f Ancyra in Amalien;
by den berg Stelia, 01 indeviäkte
van Caiilbvalfi, ontrent de grenlen vah
Bithynien en.Galatieni5, . als_.gen andre
geeftel Gods', met een groote woede,
en geen qiinder geluk, dan wel eer Pom-
pejus Mitbriddies, ach Komng van Pon-
tus aantafttc..
De-flag duurde een geheelen dag. De Kry^t
lucht wierd met pylen, en degröndmet hemgcr
.dooden vervuld, • alzoo de ftrydaanwer vangea.
derzyde zeer. hartnekkig, en zeer lang
in dien ftaat was, dat men niet w ill, aan
wat zydg de evcnäax der oyerwinning
zoude overflaanj maar eindelyk raakten
de Türken aan het deinzen, en de Tar-
taarifche Ruiters begonnen ’er met de
Sabel in de vüift nü ¿00 louter op in te
kappen, dat zy ’t ganlche leger van Ba-
\ jafet ten eerften in een onherftel bare wan-
I ordre hielpen , waar door een ,grooteme-
nigte van vlugtende Türken nedergeia-
beld, en niet alleen Mußafa , een vah
Jlajafcfs Zoonen, gedood, maar hy zelf
tpok met zyn Gemalin, en huis, levendig
gevangen wierd,, ’t geen dan. te ge>
lyk den Keizer Emanuel volkomen red-
de. v ^
Men wiljdat dit gevangen nemen van
Bajafeth A. 140* voorvid; hpewel. aiy-
dre dit een jaar latef, en weer andre t wee
jaaren eer Hellen j doch waarlchynelykft
is ckt A. 140z gefchied-
Daar zyn ’er die willen, dat Mier ttr Dog dai
moer , na lang allerlei zachte middelen be- hyhem ia
.proefd .te hebben^; om dezen Vorft., te fen yzerc
vemederen, en tot eenige erkentenis van omgeda«
de^ hdeefdheden, hem van zynen ;oy6§- gen.
winuäar bewezen, te brengen, ziepd^,
dat alles te vergeefs was, hem eindplyk
vraagde wat Äraf hy hem zou Jhebben-aan-
gedaan, Indien hy den flag gewwmen,
en hem gevangen bekomen had?, ik zou
u , zei Bajafet met een groote trotsheit,
en verontwaerdiging , in een yzere koyge*
zet , en alomme ten fpot omgevoerd hebben,
; T i Waar