
i7o B E S C ' H H Y
A\ 1706. dan van myn. heel huishouden op Batavia,
waar tegen ik.egter, alzoo ik mede in die
maal-ßroom was, niets doenkon, zynde
die een van de gereedfte middelen,omcen
eerlyk man in korce tyd te bederven, en
ioi de grond.ioe uit te mergelen.
\ , s Den 4. dito wierd ik door Radin gaftra
^agara.^cn eenige andere Madureefche
.Princen, bezogt, die my in körten tyd veel
bier en Franfche wyn afdronken,hetbeft
%F9k zynde, jdac zy tny niet lang bvble-
yen.
Tegen den ayond quamen ’er nog hulp*
troepen van Toeban, Cidajoe, Rembang,
Daflem, en Greflicaan, onder welke 00k
Sedjana Poera, Landvoogd van Japara,
Biet zyn volk was, fchokkende op zynen
.(¡)hfant al zagtjes-voort, tot hy, digt by
. ons zpde,.aftradven verwellekomtwierd.
ver predikt ^ cn ? predige ik hier weder, en
hier weder.doopte, op zyne helydenis, zekeren Inländer,
Thomas Francis genaamd; dog
p p de waarheid te zeggen, zoo was de
dienft van een Predikant onder deze ruwe
pn onbcichaafde gemeente van zoo weinig
nuttigheid, dat haar Edelheden, iodien
3$ dat zpp wel geweten hadden, als ik het
ondervonden heb, my, nog eenig ander
Predikant, daar noit na toe zouden ge-
Zonden hebben, alzoo men een Predikant
niet alleen geen gelegenheid tot bet waar-
nemen van zyn dienft, gelyk hetbehoor-
de> geeft, maar in tegendcel hem de zel-
ve, onder deze en gene voorwendmgen,
^ffnyd, daar men niets tegen doen kan,
4an, zoo men al klagen wildem zieh zel-
ven veel mpeite op den hals haalen, datim-
mers een wakker Predikant maar tedenen
.van te zugten geven moet.
Nieuwe Den 6 zagen wy de troepen van SamÜ
S p tnanap, Pamacafläm, Toebao, Cidajoe,
wing. Ladern, Rembang, en Greflic, op de
Pascebaan, onder welke ik ’er zeer veele
m t fnaphaanen vernam. De andere waren
met Ichilden, pieken, en kriflen ge-
wapend. Hunne vaandels waren van rood
Armozyn j en zag ik op een van. dezelye
een Arabilche fpreukgefchrevenftaan. Op
’t vaandel der Sammanappers, hen van
haar Hoog-Edelheden van Batavia ver-!
cerd, was tuflehen de geelp ylammen in,
inet Duitfche en Javaanlche letters, Sam-
manap gelchrcven.
j Z y waren vyfhonderd, endievanPa-
inacafläm drie honderd manfterk,maken-
de met de andere , by opgave, maar drie
duizend mannen uit, hoewel zy waarlyk
veel Herker waren.
. De befchöuwers van deze troepen waren
de voomoemde Princen en Leger-
Hoofden, waar by zieh 00k de Pange-
rang,of Prins van Coedoes, de Temang-
gongs van Jawana, en Pati, de broeder
van Sedernja, Hoofd der Sammanappers ,
pn, 00k eindplyk d.e Depati van Japara,
IT I -N' G E "vA ii
met een grootgetal van zyn düns-hoeren, Ak'iyoii-
o f vrouwen van zyn gevölg, bevond. !
W y wierden toen weder, eerft zeer dc$-
tig met theecn copfitutipen, enopdemid-
dag met een vorftelyke maaltyd/, Zoo heer*-
lyk als oit tevoren, ©nthaald, moetende
weder bekennen, dat ik noit op een maaltyd
zoo veel lchoone vrugten gezienheb,
verbaaft’er over ftaande, waarmen diein
zulken menjgte, daar wift te bekomen.
Den 8-September vertrok Jan Faber ,
Hoofd -van de Treins-vloot, met de Stf—
fänna, gelyk mede de Hartloop, en Be-
keftyn met hare Schippers Cn Boekhou-
ders Hugtenbroek, de W it, en Dayemah.
Den >9 dito vertrokken de Heeren van Het leget
Bergen en Sergeant met hare Brigades van «Pj&op.
Soerabaja na het dörp Cara, datontrerit"* ",n
twee mylen van (fear, weil aan die zelyp
Rivier legt , dog zy is daar nog wel ddfe-
maal zoo breed, als vöör* Soerabaja, en
doet zic dierhalven daar 00k zeer luftigen
vermakelyk voor ’t 00g op.
W y deden hen totop het Rysveld bui-
ten Dortsmans bergje (eöi zeer bekende
pfeats buiten Soerabaja) wel een kleenuur
verre te paard uitgelei, en zagen hen njjg
«n ltuks wegs vol moed heben trekken;
hocwePcr by waren, die ’t daar 0$, efee
lang maakten. — -
Den ao dito vojgde de Depati van Spp-
rabaja met zyne troepen, nevens de Prin-
cen zyne drie broeders , ‘en den 11 dito de
Heer Knol met de Brigades van de Hiee-
reo Bintang , de Bevere , en van derHorft,'
onder welken Heer Opperbevelhebber ik
mede beicheiden was,-gelyk ife,geduren-
de dezen veldtoet alleen de eer gMioted hfi>
van by zyn Ea. en in zyn tent myn ver-
Wyfte hebben.
Ik had wel de vrye tafel van dien Heer,
maar ?t verdere dat op deze togt voor mv,
myne twee flaven, en twee Hollandfcßc
oppaßers van nooden had, moeft ik zeHs
verzollen, -dat my ('gelyk men. wel denken
kan^ al vry groote onkofteninzob een
leger gaf, daar ik vopr een qikel zonte
vifchje, en zoo na evenmatigheid ,mrt andere
dingen, die men van riooden had,
eef1 Ryxdaalder heb zien geven, en dat,
wilde.ik' het hebben, ik zöo wel als-een
ander, betalen moeft, cn nogdikwifeniet
krygen kon, gelyk wy nader in ’t ver-
volg zullen zeggen.
W y vertrokken van Soerabaja ten ZcVen
uuren ’s morgens alle te paard, waar van
00k myne oppaflers en flaven,om my tß
können völgen, veorzien waren, hebben-
de ieder overfte ( en ik: mede) een zbker
getal van Batoors of laft-dragers, om on?^
goederen na te torflen , en dök eenigeby-
zondere Javanen, om op enze paardqi te
paßen, en gras en water voor de zelve te
versorgen, da* in eerft juiftzoo grifniet
ging, alzoo ik toen nog maar zeer weinig
Komil te
Cara.
£0 te Sa-
pandjang.
Ö R: Ö O T
Ä?.i7°«.. jayaajjfch geleerdh^d jmaarna datik wift,
la? ■ e^a - Soekat gras, en
Bäanjoe water betekende, zoo begonden
w^malkanderen beter t e verftaan, en ik
wierd van heb als een Prins gediend ,zoo
dat ik myn qppaflers, eh flaven nü maar
enkel vpor de ftatie haä, en om het 00g
^3lirWaC °P ™yne gQederen te houden.
W y quamen ten negen uuren ontrent
het dorp Cara, daar wy met önze paarden
£?* I??!vei: w.egen denjbuifc in de Rivier
Jprongen, die daar wel zeer breed} dog
> daai; ,w$ .doortrokken, niet
“ er dicP,i^ Het dorp was in zieh zelven
niet veel, waar van wy , alzoo wyhetter
regterhand lieten leggeri,zeer weinig kon-
dog »t gezicht der Rivier was
W j quamen .pntretit elf uuren, na dat
WYdogr ieer vermakeljike Ryftvelden ge-
trokken warei^, aap ’t dorp.Säpandjang,
daar ons de Heeren van Bergen, eh Ser-
geaht, te paard quamen vefwellekdmeh.
. . .W j floegen ons"hier by de Kjye. Ri-
vier , als die van Sperabaja, en die..hier
ootyan ^e zelve breedteVals voordieftaä
^ is, met ons Tcg« neder." De pÄ V d a a r
.wy ragen,was feici; dogwatvanhetdoip
,at, dat mede niet zeer groot was, enwac ‘
lanqwaard in JasS
Kapw” "'- PW.TOor onse kfln^ had Rapitein i
TO A r ft Kebbende,
whjelyk en wat; fterk vitn een junge ca-
laTOus gedronken, ’ waar 'door hy Sui de
¡«fing, een Tooft vah'gräauwelobpTeri
^l^gjnzel yan zyn dood ,geraakte, en o’u
Teeds:?oq Ker vefzwakt was, dat hv de
Zelve man niet geleckt '
■van Bergen.
ranPange- kregen door Irigabei Wiragoenä, |
taug Dcpa- e^n t-ninees van Pangerang Depau, tv- I
tiAaom. drng, dat die Prins metongenegen was
tot qns qvp te komep , indien men hem
W M m m m sM i berdeUen, enditmet
t MaatfcHappy be-
veftig™ wilde: deg; ds,t hy'ähders Sfera-
I ? noore.n, eh hem .akkynbohdBe.
nqot, en onderfteuher'^'van zynereetvfir-
^äige zaak | v'ah' atlek' eerif kennis geven
moeft, alzoo hy beloofd had hem met te
Ü yerlf.cn, eh; zöo ras hy hem oht-
bood, byhem te zullen komen.
Zoo ras W.y in aantogt waren, verhamen
wy van den eerften avond af al zeer
. groote vuureh op’t gebergte dat na by, en
°P . i f Antang ofRadjoena, datver-
dera gelegen was, dienende eenelyk.om
aan de bondgenooten van onze vyaiiden
kennis van t aannaderen van onsleeer te
Wy blercn den n dito hier noe'leKf
e l e Ä ' H1r" * . Kän‘ta* n ™ ^ BJ s
' a f e n lo r f t e n “ ’ d ‘ - , ° P h u n
Tyding
J *A' V j Ä ;
Wy beronden de-Rivieren hier zeerA-.i7oî.
vilchryk, van welke de Prins van Ma-
dura’er ons eenige toezond, en enderan-
dere een Balida-vilçh, die zeer groot, veti
en b.yzonder lekker was.
Ik raakte van myne Batoon ’er mede ee-
m & m ^ac wy ons middag-maal
geruit en wel gedaan hadden, quyt} dog
krçeg die w^loopers kort daar na weder,
. Den iz dito braken wy weder np. £)e
Fanombahan ,ende Soerabajaïche Princen
3 nr (je,?ec^anB met hunne troepen
hadden de voortogt, en wy . volgdeb
henseen uur twee pF diie daar nà.
| Het .dorp, daar wy na toe gingen, was
boka genaamd, cn lag ’eronttent tweeiny-
len af. W y trokken dan .eens over een
gioote vlakte. ( op welke wy zeer groote
b ö S “ “ door eenfthoon
H W y waren ’s morgens teri drie uurenkomftt*
Py t blazen van ’tpucdal ln de weerge-Solu’
weeft, en npgtans ten zeven uuren eerft
vertrokken, en van zeven tot twee uuren
toebezrg, eer Wy in onze rutt-plaats op
bolta quamen. Men kan daar by gifTen
z e v e n 'wo-een weg van twee mylen
zeven mylen beziggeweeft zynde,en maar
voetje voor voeqe onder een fehrikkelyk
opftuivendftof voorttrekkende, indezon
■gebraden hebben. Indieq wÿ niétzomtyds
oen weinig brandcwyn (dat anders mÿn
drank met. was, alzoo hy my te ilerk n)
genomen iiaddcn, wy zouden her zeker.
lyk met goed gemaakt, en bekaeid hebben;
maar’tverwonderens-waardkfte.dat
ik bevond, was, dat de brandewyn zyn I
meefte kragt quyt, en door de bitte zoo
“ P. »Is water, in onze zakkengeworden
hvAeiS„ T i onsr hii!r.ncdergenagcn haddeiHoewy
by een kleen ipruiqe, beten wy denbere hawini
van Radjoenaof Madjapait wat ter linker- Z 'îî “*
hand, en het bergje van Gacapper recht
voor mtleggen; hoewel wy dien cerften
dit fpruitjc na de zyde van Cara toe en
de Hollandfche, en Soérabaiaze troepen
lagen aan de overzyde na de kant vm c l-
teegan, o f Kamm, alle, dat zeer fiaei ftond
m cen regte hme gefchikt.
. D uuVeId'Hccr. Kno1 vefttbrgde ons
s middags in ’t eerft een goede maaltyd
W m mw. “ ns däags aten, en alledè
zzyvni tatel hbaSddd en, maarwdyc ïb eRvoanadde nm cddacr
het hier merkelÿk begori krimp t ® #
den,alzoo allés metäneen evendier.ma»
00k emdelyk zoo fchaars wietd, dat het
dede> by m nicEmcér
tt bekomen Was, alzoo dit leger in wéim'e
dagen zeer veel verflönd. ® ™ S
Y * ' ........... ’ 'Hieii