
n o b .e s c h r y
A*.«¿77. dja, breeder.yan Pangerang Poerabaja. •
Radin Tapcen Sara, gehuwdkmet Radin
Soeranata, zoon van den ouden Pati
Poegar, en een neve van des Soefoehoe-
nans väder, of van Soefoehoenan Ingalaga.
" Aria Wira Menggala,. gehuwd men
Radin Aria ^ira Menggala ,tweedezoon
van Pangei^ng Poerabaja.
Radi^sClating Coening, die ongetrouwt
ftierfo En Radin Totiapo, die van den
muitcr Taroena Djaja ontfchaakt wierd.
Zoo ras zyn dooa alomme bekent ge-
maakt wierd, bragt dit het land in een
groote verwerring, dat in ’t eerfte dor-
, zaak was, dat veele zieh onder Taroena
Djaja weer begaven.
De He« De Heer Speelman ftuitte dat egter ten
speclman eerften door zyn beleid en groote dapper-
rdena Dja- heid , rukte met zyn leger na Japara, alwaar
ja. des Soefoehoenans oudfte zoon, Pangerang
Depati Anom, of anders met de naam
Van Amangkoerat beft bekend, op de ty-
ding van ’s Veld-Heers komft, den 17
September 1677 by hem vericheen.
H y - de oudfte Prins zynde, nam de
nqqm yan Soefoehoenan aan, verkoos cn
verzogt den Veld-Heer tot zynen befcher-
mer van onzen’t wegen, belovende niete,
dan met zyn beraad en voorweten,tezullen
doen, als ook de verbonden te zullen
vernieuwen, zoo de Hollanders hem op
den wettigen throon van zyn vader hielpen,
cn dit drong hy zelf te meer aan, om dat
zyn broeders, die ieder een deel van het
R y k , volgens zyn vaders verdeeling (zoo
Zy voorgaven, en die hy loochende)eifch-
ten, hem geizamentlyk dat recht, van §oe-
iöehoenan en Keizer van Java tezyn, Wilden
komen betwiften.
Steld A\ Eer de Heer Speelman zieh voor A-'
**77 mangkoerat verklaarde,had hy eerft naeu w-
k “ «£ls keung onderzogt, ofhy ook het meefte
Keizer van recht tot de kroon had, en, gehoord heb-
ja va vo o r . bende, dat hy door den Keizer kort voor
zyn dood als Erfprins verklaard was, heeft
hy hem in ’ t laatfte van A°. 1677 als Keizer
van Java yoorgefteld.
•sKeizers Hy liet zig, na zyne verheffing tot de
°ernaam kroon > a,dus noemen: Soefoehoenan A-
*Crna * mangkoerat (welken naam ook de twee
vorige, dog zoo doorgaans niet als deze,
gevoert hebben) Sinapati Ingalaga Abdul
Rahhman Mohhammed Din 11 Cobra.
Het welk ten deele in *t Javaans , ten
deele in ’t Arabifch, zoo. veel betekend,
als, de verhevene Amangkoerat, een wet-
nig geboorne Mogcndheid, die door de
befnydenis,heilig, vernuftig, onverwinne-
lyk, goedertieren, en den vermeerderaar des
Mohhammedaanfchen gelopfs is. En hier
voor wierd hy ook van zyne dus verre
tot reden gebragte en veroverde onderza-
ten erkend.
Om dezen groote dienft nu aan de E.
Maatfchappy te vergelden heeft deze
V I N G E V A N
nieuwe Soefoehoehan aan de zelve ver- A*. U7*.
fcheide zeer aangename gefchenken gedaan
; als
1 Een gefchrift van den .19 en zoÖc-voorreck-
tober 1677, waar by ’t vorig verbond wndoor
goedgekeurt, en de fçhuld van drie honderd
en tien duizend ryxdaalders, en van fchappy"
de 3000 laften- ryft, erkend werd- «fchon-
2 Een gefchrift, waar by dezen Vorft «n.
van het recht op ’t Koninkryk van Jaka-
tra niet alleen afftaat; maar waar by hy
’t zelve tot aan de Rivier van Pamanoekan
vergroot, en aan ons overgegeven heeft;
voegende daar by ?t regt om Amftoen en
kleeden te verkoopen. En was dit den 19
Oitober A°. 1677 verleend.
3 Dat de inkomften der zeeplaatfen tot
afkorting der lchuld zouden moeten ge-
bruikt werden, ’t gene den 13 November
1677 gemaakt,en den 24 January A°.
1678 hernieuwd is.
4 Een voorregt aan de E . Maatichap-
py wegens den zuiker-handel ,metuitflui-
ting yan alle andere verleend^
7 Heeft hy den 15 January A°. 1678
de Landvoogdy vanSamarang, en ’tdorp
Calligawe, met alle de landen en dorpen,
daar onder behoorende, aan de E. Maatfchappy
gefchonken, metpaagt, oln daar
een Javaanichen Landvoogd, cn andere
bedienden, na haar zin te ftellen; mits dat
zy de tollen voor den Keizer inzamelèn ,
die tot afkorting van zyn fchuld jaarlyks
gebruiken, cn dat dan de E. Maatfchap-
py zyn verdere inkomften daar ontfàngén, -
en aan zyne bedienden weer overgeypi
zoude.
Na dat nu de Heer Speelman dezen De Heer
Vorft op den throon geholpen had,quam
de Heer Opperlandvoògd Johan Maatziii-, 0p ’
ker te fterveñ, en daar op wierd den . 18 Batavia.
January 1678 befloten de Heer Speelman
van Java op te roepen, om het ampt van
Direóteur Generaal van den handel van
Indien te aanvaarden, en het oppergezag
in ’t leger tot nader laft aan de Heer S'.
Martin te laten.
Den 24 April quam de Heer Speelman Wyzevaa
behouden op Batavia, en wierd met ze- inhaling
ven kanon-fchooten, en drie charges van °m'cnt , * . . 0 Kadcn van de musquettery, verwelkomt ; wsjar n e -^ * ,
vens haar Edelheden den 23 dito ook
goedvonden, om voortaan alle ordinare'
Raden van India even zoodanig^ en de
extraordinäre met vyf kanon-fchôoten
(mits uit oorlogs-togten weerkomende) ib
te haalen.
Hy bragt met zieh des Soefoehoenans
Gezanten,Temanggong Ingawanga, Da-
mang Lacfamana, en Rama Titadjeuwa
met een brief van den Keizer, en deed
verflag van ’t gene hy op dien togt verricht
had. ’s Keizers brief keuren wy beft hier
niet by te voegen, alzoo’er zaken in voor-
komen, die iéder cen niet weten mag.
Zoo
G R O O T
Ati l67*- Zoo ras was de Heer Speelman niet weg,
taroena 0f Taroena Djaja, nu nergens voor vree-
bren« 2endc» ft?,de ?c g lich e land in rep en'
weer veel roerj( dwingende nu weer alles onder-zig
plaatzen te buigen. De Soefoehoenan gaf daar af
onder zieh, bericht aan de Heer St. Martin , en die
Heer weer aan haar Edelheden, verzoe»
kende nader laft.
Daar op vonden haar Edelheden den 17
Jooncnee- ^ ay goec^ » alle'de Baliers en Maleyers,
»igeSolda ^Ie mec Heer Speelman mede geweeft
ten. waren, op een byzondere wyze te beloo-
nen, gevende aan ieder Soldaat 17 ryxdaalders,
en aan hudne Hòofden mede een
fraei gefchenk.
Wat nu ’t werk van Java betrof, den
6 July wierd daar over nader geiproken,
en rypelyk overlegt, wie men daar natoe
als Hootd zenden zou. - -
denH«r n. Ì-e keden der höoge Regeering
Hurdt ’t Itelden die zaak aan * t wys beleid van den
opperbe- Opperlandvoogd, en van de Heer Speel-
windovcr man, die goedvonden den Heer Antoni
vanja/a Hurdc»°^inaarRäad Van India,edLarid-
op. voogd van Amboina, daar toè te verzoe-
ken, die dat ook, oiider de eernaarii van
Superintendent, Veld-Heer, en Zee voogd
van Java’s Ooft-kuft v aannam, met lalt j
om ’t nodige ontrent dien veldtogt nader
met den Heer Speelman te beramen.
Deze Heer vertrok met 3 vaandéls Äm-
bomezen, waar over de Pati van Seilale
Kapitein, Jacobus Macquelin Luitenant,
en Abraham Sapoelete , Pati van Ihà, Vaan -
drig was. Het eerfte vaandel was van 60
koppenCde Van ii° i eu hec derde vab 3/
ccaigc1 d‘c v°lk quam hy op Japara, alvaandcls
waar het. pp den berg geplaatft zynde, zie
Amboiocc-Op zyn Alfoerees kleedde, en nu en dan
o f fchermutzeerde.
gi«4.,. e nieuwe Keizer, tot Japara geko-
Die zig alsmen zynde» verzogt die Alfoereezen eens
AJfoctee- [e mogen zien, Men bragt *er dien Vorft
dcnVKZ , y i/ ° B als zy omrent hern quamen, be-
'cn o o ^ ß 0ni en ZyL°P \unne Alfoereefche horensj
> “ 01» m> hoi, hoe, hoe,T hoe te
roepen, waar ovefhy zooverrchrilcce.dar
hy de deur toefloot, en hen zoo met ge-
flotenc deuren vraagde, wat volt zy wa.
ttn. Wy zy«, zeiden zy, Alfimezm.
dn gy van onzen Heer Zeevoogi verzoet
heit te mögen zien,geeft onsna eenige men.
jenen, om die zoo levendig voor teme ooeen
ot te eelen. Daar op begonden zyop zyn
Alfoerees te tsjakahle, en fchermen, waar
door zy hem cn de Zynen nog meerfchrik
aanjaagden.
Tun “ daM C Hecr Hurdt tw“ ^kenop
haavia, & | ,vc, wa5> vertrok hy na Ba-
tavia, latende deze vaandels zoolangdaar.
lo dezen ruflehen tyd nu alles wel be-
raamd zynde quam ook de Koning van
Palakka m Oftober op Batavia, dien wy
verzogten den Keizer te willen helpen, ge-
J A V A. i n
lyfc hy ook naderhand met de zyne na Ja- *".«7».
va ging. De Koning van Goa, die mede
zyn dienft,aanbood, ging na Tsjeribon;
dog wierd vergeven , en ftierf op
Batavia, daar hy weer na toegekeerd was.
Ondertuflchen keerde de Heer Hurdt
na een maand of twee, weder na Java, en
tafte Taroena Djaja in Cadiri aan. Hy
verdeelde zyn magc in drien. Het eerfte
hield hy onder zieh,,het tweede gaf hy
Kapitein Tak, en ’t derde Kapitein Re-
nefle.
Hy liet vy f ftukken op de Rivier-kant
breiigen, en deed.nadat’er door D. Carplus
Manteau, dien de Heer Hurdt als
Leger.Predikant medegenomen had, een
gebed gedaan was, een llerken aanval op
den vyand.
Een van de dapperfte dfoeg zig Kijaij Komtwcet
Jangrana, Pnns van. Soerabaja, die met°Plava*
zynpaard,cn met hei pittool in devuift; I",“’?“1
in de Rivier fprong, en regen äl -t fchiel
ten des vyands zeer verwoed intfrong.
Vy f dagen ’er na namen de onzen Gidi-
n , m t begin of ontrent hdt midden van
December.in, in welkeii ftorm diedappere
Ftins yan. Soerabaja in de ftadspoortdood'
bleef. Men kreeg Taroena Djaja bynage-
dog W. had twee Varren Set
geld by zag, die hy zeit hier in daar on-
derweeg ftrpide, en waar door hv het te
paard ter naeu wer nqod ontquatn.
OndertnlTchen quatn, by ’t iadringen
yan t volk in Cadin, de Trein-meelfcf
Jeremias yan vliet met zyne Matroozen,
en de Macaflaarfche Liiitenant, Crain
Mantoeh met zyn Volk by dehfehatvan
Taroena Djaja, die anders gemeenelyk
Boekit Peirac, olden zilver-hcuvel, L .
naamd wierd. Deze was van lyd toteyd
daar u,r yerzameld, dar ieder Javaan van
deitramjen en bovenlanden jaeilyx ecq
b S r t r toi fchatting had moeten
Men vond daar een uhnemenden grooten •
W S M VCrfCheide v'erkante kaßin «a^ioow
, Spaanfche matten, en zilvereen gouifclia[8c*
tje itaven in zulken menigte. dar de Sol 'vondc“
daten die malkänderen met hoeden toe-w“ d’
maten. Want zy hakten die kafl'en maar
opcn.roofden al war zy vonden ,en brae-
ten ook alles weder door. ' - ^
Mr^fHS.° f?Ch0Cmn nietanders,alsde
geroofde fchalten van de kroon, en voor
al de zoogenaamde Madjapahitze kroon,
verzoeken, fchenkende verder al den anderen
buit aan de Soldaten.
Zeker Kapnein, die deze kroon gezien n.
heefc, zeidemy , dat zy de gedaante vad i.- ^
d r k o o r en1SeflingCrde de koppen na voren toe, dzryankdcne hvaznd , zmuie.6t1C“™" Cb.e.
M ?nW, C goud’ “ er op zyb
Manilha’syan dik draatwerk gemaakt en
metheerlyke paa-lcn en diamanten bczeL
| Men zegt, dat zeker Soldäaf'vän Kapi-
teia