
B A T
Ik vond daar een tafel, eenige ftoelen,
cn ook twce banken, voor hunne Prie-
fters', die by hen Santali, o f op zyn Chi-
nees Hoi Sijö, genaamd werden. Daar
Waren ook aan wederzyden vandezetrant
cellen, en kleene kamerkens voor hen,ge-
lyk ’er na en dan al een uit te voorfcbyn
quam.
Wat dieper ingegaanzynde,quam men
by een breedevoet, die in *c vierkant rond-
om een opene plaats liep, in ’c raiddenvan
welke een groot yzer offer-vat mettralicn
ftond, ontrent 4 voecen hoog, eni£ voet
in ’c vierkant breed, dat op een plaats
ftcnd, die ontrent 7 of 8 voeten breed en
lang was.
Als men nu wat dieperingaat, ontmoet
men een hangend kasje, 4 voeten hoog,
en z breed, waar in een zeer aanzienely-
ke Chinees met een rood en deftig aange-
zicht, met een fchoone Chineefche rok,
en met een gröoten baard zieh vertoont,
zynde by wel twce of drie voeten hoog,
hebbendc ter zyden twee fchryvers kleener
beeiden, met fchryf-tuig in de hand,
en ter regterhand ziet men twee oppaflers
o f lyfwagtep van de zelve groote.
Dit groot beeid is een van hurtneGpden,
Calamija genaamd, en E. E. gemerkte,
zynde een Begunftiger van die gene,.die
hem aanroepen.
—Ter zyden dat kasje hangt nog eeö ander
ter regterhand, dog platter, 0/.,on-
diepfir,en in eenmenigte van kleeneilaad*
jens verdeeld, waar in veel lofle Chineefche
papieren lagen.
Regt tegen Over deze hangende :fcä&, aan
de ooft-zyde van die vierkant open vak ,
hangt nog zulk een kas, waar in maareen
zittend beeid is, wat kleener als Galami-
ja, verbeeldende mede een Godheid,dog
gelykende wel een Orang Chodja-, of een
Guzeratze Moor, rood van aaogezicht;
dog zoo pragtig niet gekleed, alsrCälami-
ja , nog zoo deftig van poftuur. Zynnaatn
was Talmd. En de zelve gemerkt G.G . a.
Als men nog wat verder gaac, komt
men, pas voorby die open plaats, längs
die breede daar omloopende voet, eerit
recht in den Tempel, al waar men eerfteen
breede tafel ziet, waar op ik eenfehoon
donker-verguld, en als half gebronft ze-
dig vrouwen-beeldje , ontrent 1 voeten
hoog, en zeer fraei gemaakt, ftaan vond.
Dit was mede een Godin, Quam lern
Hoediogenaamd, en welke H.H. b. gemerkt
is. Agter haar ftond een wierook-
v at,z voeten lang, en 1 voet breed, zynde
met de afch van haar wierookvervuld.
Aan weerzyden ftond een porcelyne be-
ker met bloemen.
Ter zyden dit vrouwen-beeld was een
dikke houte ronde trom, gelykende wel
een ftieren-kop ;ook zag men daar ontrent
twee geluk-houten leggen, van een rond-
A V I A. 1 0
agtige wortel gemaakt, zynde in de raid-
dellyn 4 duimen dik, waar mede zy ge-
woon zyn hun geluk tebeproeven,nadat
het hol van deze houten onder o f boven
valt. >
Als men nu voor die tafel ftaat, is ’er vlak
agter u, ontrent agt voeten hoogeendui-
ftere hang-kas, waar in- zieh drie groote
vergulde, cn vlak’er voor eenige kleener
beeiden, mede Godheden van hen, ver-
toonen.
Vyf o f zes treden ter rechterhand van
deze tafel ziet men weer een andere hang-
kas, voet diep en hoog, en 9 o f 10
voeten lang, en aaar in 9 beeiden, o f go-
den, ieder voet lang, en elk een. by-
zonder zeldzaam poftuur hebbende , en
zoo heeft men ter linkerhand nog een kas
met p andere diergelyke beeiden. Deze
zyri ieder met de letters F. F. a. en F. F. bi
gemerkt; dog met hunne naamen nietbe-
kend, en daarom by ons onbekende Go-*
den genaamd.
Daar na voorby die käs ter regterhand
van die tafel tredende, ontmoet men 3
of 4 treden verder een zeer groot zittend
verguld beeid , wel 4 voeten hoog , met
een zyde Ghineefche rok bekleed, hebbende
nog verfcheide kleene beeiden by
zieh, Die beeid zit als in een alcove, die
wel drie voeten diep is. Dit was een vrouwen
beeld, en deze Godin voerde de riaam
van Quanteja, zynde met de letters H. H . a.
gemerkt.
: Vlak in ’c midden achter die tafel, als
men met de rüg’er na toe ftaat, ziet men
een zeer groöt fterk verguld beeid,5 of 4
voeten hoog, mede in zoo een alcove zit-
tende. Dit was de Godin Mintolo, die
verfcheide minder Goden o f porcelyne
poppen, een fpan groot, en wat hooger,
aan wederzyden en beneden haar zitten
hadj en G. G. b. gemerkt was. Dog vlak
voor haar had zy een verguld vrouwen-
beeld van r£ voet hoog. Deze was Map
io genaamd, die by hen voor de Godin';
die voorfpoed en geluk jop zee geefc, ge-
houden werd.
Vlak beneden die grootfte alcove, na
giffing f voeten hoog zynde, ftaat, ontrent
z voeten lager, weer een reuk werkstafel,
die ontrent 4 voeten. hoog, ylang*
en 3 a 4 voeten breed, en van een kleeri
wierook-vat, een wierook-beker,enmeer
andere fnuifteryen, daar toe behoorende ;
voorzien is.
Als men nu, vlak daar voor ftaande,.
ter linkerhand wat opgaat, heeft men in
dien hoek, mede vry donker, een groot
verguld vrouwen-beeld, 3 voeten lang,
zynde de regte Matzö, of de Godin der
zeen, cn winden, en agter en ter zyden
haar, een grooten drora van kleene vergulde
zittende vrouwen-beeldjens, ieder
1 voet hoog. Z y is gemerkt met de letters
I I.I.a. I i 3 Aan