
i 7 i „ I T T eT v e
A-1401. Waar op Mief Timoerhcm^ volgenszyn
eigen vonnis, 00k eyen zoo zou hebben
genandeld.
0f | ^ ’Ändere zeggen, dat hy, op zekere tyd
fchamper ®ct Bajafet aäri tafel zittende, en hem
behan- fterk aanziendc , geläcchen, en Bajafet
ddtheb- daar op zou gezegt hebben-, dat hem,
en' hu overwinnajir zynde, niet voegde, en
’ t niet edefmoedig was, met een gevan-
en Vorft zoo fenamper te lacchen, en
ein te befpotten, waar op hy tot ant-
woord gegeven zou hebben : ik lacche,
o ! Bajafet, niet om 17, maar de reden pan
tnyn lacchen is over ons beiden, en viel deze
, boe die vjyzeGod den aardbodem 'zoo
vjonderlyk helft könnengoedvindente vefdee-
len, van de twee grootfedeelen van dien aan
My, en U t tvoee zoo mhmaakte menfehen,
van welke de een kreufel, en de ander fcbeel
isy te geven, daar ’er immers zoo veel an-
_ dere wölgemdakte menfehen na den itchame,
en van een veel verhevener\ en deugdzamer
z ie f alswy 'een'van beyden bezitienyendie
deze groote gunfi veel beter, * dan wy, ver-
diend hebben, in de wcreld gevonden werden
.D
aar zyn ’er öok, die zeggen,-dat
Mier Timoer, uit klein Allen weer te Sa-
marcand gekoiheh zynde, zagte wegen
ontrent Bajafet te vergeefs gebruikt heb-
bende, op zekeren dag belaftte , dat men
1Bajafet in zyri yZere koye in het verfrek,
daar hy met alle zyne krygsoverilen at,
• brengen zou, en dat hy toen in zyne te-
genwoordigheid Defoina9 (die andre Mi- j
iieve, ‘ dog andre - weer Maria npemen)
zyneGemalinne, en-Keizerihj^Doch-
ter van Lazarus , den VörÄ! vänServiehj
‘(dien hy, vbor zyri huwelyk yerflagen, '
'en in itukken gekapt heeft) een briiten-
‘gemeen fchöon menfeh, eri de lieffle
:van alle zyne Vrouwen, mede had doen
komen, die hy niet alleen, als een verachte
Slavinne gekleed, hen aan detafcl
had doen dienen, mäar 00k y om hem
uitzinnig te maken, en als met geweld
te vernederen,de kleederen yaq Jiarennavel •
:a f na beneden toe doen weg ihydeny en
haar zoo naakt de fpys aanbrengen dede.
. .Dat Bajafet^ daar door als wanhopigj
dög egter niet ve^nederd geworden j ein-
delyk tot zulk een dolle hertriekkigheit
vervoerd wierd, dat hy, om geengroo-
ter imaadheden af te wagten, zynhoofd
200 läng tegen de tralien wan zyn koy
geilägen zou hebben, tot het gebroken,
cn hy het beftorven was. Waarbynog
gevoegd werd , dat de Turkfehe Sul-
thans, om diergelyken fmaadheit in het
toekomende te ontgaan, na dien tyd geen
egte GemaUnnen meer genomen zouden
hebben;
Andre zeggen, dat hy zieh zou verge-
ven hebben, en hem dit vergif op een
veragte' wyze door een Slaaf toegewor-
pen zyn. : -
N S D E R
; Van deze aanmerkenswaardige geval- A. *401.
len virid ik in de Chroqyk' der groote Blykt niet
Mogols, en in ’tbyzonderindebefchry-
ving van het leven van Mier Timoer, gecn f^rohyk.
eene letter aangeteekend j maar weT, dat
gelyk hy een zeer goedertieren, cn me- i
doogena Prins in ’t algemeen was, hy
daar van alle bedenkelyke blyken aan
ì Bajafet, zyn Gemalin en Kindercn, van
tyd tot tyd gegeven heeft, behalven dat
het geenzins zyne gewoonte was, ge-
vangenen , veel min zoo gröoten Prins,
die hy alle foorten van beleefdhedèn be-
wees, en aan een en'de zelve tafel dage-
lyks mél zieh eeten liet j in zynongeluk
te befchimpen j o f zulke gevoelige
imaadheden zyn onnoofele Gemalin aan
te doen. :
W y laten dan ider de vryheid , om waaroni
daar af het zyne te gelooven j maarzeg- wy.
gen volmondig, dät het by ons geen ingang
virid j om dat wy het niet leezen in
dit naeukeurig verhaal van zyn leven,
daar alle andre aanmerkenswaardige ' ofn-
ftandighéden in aangeteekend flraan , en
daar dièrhalven oök alle deZe^ -Waren zy
waarägtig, niet zoüden vöörbygegaan
zyn. Als 00k om dat-geen der Schry-
vers, die dit vahhémgetuigen, ons können
överhalen, om dit op hun zeggeri
aan té ifetnen.
Want het komt my het waarfchyne- ’tVoor
lykfte voor, dat dezé of gene Griek, een eenver-
bitter vyand van Bajafet geweeft zynde j
■dit voor een volkomene waarheit aan de °Pnemen;
nakomelingen opgegeven heeft ^om dien
■'VOril,: die hénzoO bitter gepläag<fhad:,
zoo ; veel meér imaad eri fehandé , door
déze aárdigé vond vanbeípotting, aan té
doen. : Immers ’t is zeker j -dat'\yy de
gelobfwaardigiìe beichryvirigvanzynlé-
I ven nietby Türken, Arabiers, o f Grié-
ken, mäar by de Mogolders, daar zyn
Stamhuis is, moeten zoeken.
Ik vind alleen aangeteekend, dat Ba- Bajafet’s
ja fit, ’t zy uit fpyt van ovcrwonnen, en dooi -
gevangen te zyn, en te blyvenj ’t zy
uit weerzin, die hy in’zyn-leven begoh
te krygenj ’t zy' wel ora eenige andrfc
ons onbekénde reden, zieh met vergif,
dat hy zelfs by zieh had, om ’t leven gebragt
heeft, welke dood 00k niet zeér _
lang daar na door die van Mier Timoer
gevolgd is, hoewel die. ons met geheel
andre omflandigheden-, en door aridfe Timoer.
voorvallen veroorzaakt, als ons de- Eii-
ropeifche Schryvérs gemeenelyk opge-
ven, omflandig en klaär in dezeMbgol-
fehe Ghronyk voorgedrägen werd.
Hy had (zoo men daar leeft) op ftraffe
des doods aän; alle Tartaaren, groot en
kleen verboden, zieh zelven in die bloei
dige fpiegel-fchermutfelingen-i waar in
zieh ae Ruiters^, - bende tegen bende,
dagelyks bezig hiejden, voortaan meer
te
G R O O T E
A. i4öi.te.oeffenen, om dat ’erdoordezelveeen
groot deel van zyn volk, en meer als
door ziekte, quam te finelten.
'N Ondertu&hen had Mieroen Sjah, de
derde Zoon van Mierftmoery zonderzig
J aan dit bevel vän zyn,en Vader en Op-
‘ perheer te llobren , regeb echt daar te?
gen aangegaan j ¿eilende zieh als Hoofd
• van zbo een Troep Tartaaren, en flaan-
de tegen een andre met zulkeri drift,dat
’er aan wederzyden weinigen waren oyer-
gebleven.
Dit was zoo geheim niet gefchied, of
Mier Timoer quam ’erachter, ennamdit,
■ v b ö r al van .zyn Zobn, hoe zper hy hem
00k beminde, zoo qualyk, dat hy zig
niet bedwingen kon, bevel tot zyn dood,
tot tweemaal toe (alzoo hem de liefde
wederhield) te geven.
Terwyl hier dan de Vaderlyke teedere
liefde vbor het leven van zyn- Zopn, en
2yn gekreukte ec r, en zoo ziehtba^r
M O G O L S f 17}
bvertreden bevel, voor het rcchttotzyn A, 140J,
dood pleitte, en hy dus in een Zee vari
driften» die tegen malkanderen aanbruift-
ten , .lag te dobberen zonder tot een
vaft . beiluit te kpnneq pverflaan j
wierd ), yermits hem beide deze bewegin-
gen al te levendig en gpvoelig troffen,
zyn verouderd en zwak lichaam zòo fterk
door de zelve aangetaft,: dat hy ’er ziek
van wierd, welke ziekte door zyn hbpgc
jaaren, de hittè der lugtftreek^- de ge-
ftadige yenpoeijingen ) en een groote
droefgeefiigheit, hier uit ontftaan, en
door fware Koortfen, daar pp gevolgd, in
’t körte Zoo fchielyk toenam, dat hy niet
lang daar na j 66 jaaren pud ,, quam tq
fterven, na dat hy (volgens die Chronyk)'
maar ósjaaten, P maanden, en udagen Zynori-
gèregeetd had. Üit al het welke ons klaär derdom
' blykt, dat zy de jaaren van zyne regee- t^ eer"
ring eerft met zyne laatfte veroveringcri
in Hindoeftan beginnen..
Daar zyn ’er, die andere redenen vari
zyn dood opgeven, als, ’t boeleeren van
zyn lieffte W y f, Golbana met een over-
fpeelder, die zyn wraak ontquam, hoewel
hy zig genoeg aan haar met hare dood
wreekte, nog byVoegende, dat een
. van zyn Landvoogden van Chebak met
Enfterfi cen groote fchat doorgingj ,dog,ik kän Enft
aan geene van die zaaken eenig geloofgc- j aar a .
ven 5 tnaar houde my aan het gene de t4oj.
Chronyk daar af zegt.
Hy ftierf A. Heg®. r.8o5 , o f A. C.
1405*, niet, gelyk fommige willen, te
Otrar, pf te Anzar, op de Mogolfche
Y j grea