
¿et al te
Bchts een vreezelykc T y g e r , dien zy,
«n zyn tintelende oogen, zeer klaar door
icnige reeten, en gaten, gezien hadden,
ondom dit Huys had komen waaren, en
jruîlen, ’tgeenhaar, hoewel zy terplaat-
* daar z y zieh onthielden, geen noodter
vereld hadden, egter zeer ontzet had. De
ïVacht had’er verîcheide malen wel op ge-
choten, dog den zelven o f niet, o f altoos
«jo veel niet getroffen, dat meneenigbloed
ér a f vemomen had. Dit was oorzaak,
fat die Juffers ten eerften weer na de L o rie
quamen , niet langer in zulken gevaar-
[yke plaats hebbende durven blyven.
Ik vond hier ook den Zoon van Juffr .van
Quaalberg(7£ggz Juffr.) want men wift toen
aogvan geen eene Mevrouw in Indien, en
ge-
Schenkenberg
genaamt, was my van zyn Mam? zeer
emitig aanbevolen, met verzoek van zyn
fpoedige overkomft na Batavia ( gelylc de-
de) by ’ t Opperhoofd te verzoeken. Ik
zer van Djava vereerd waren.
T erwy l ik hier w a s , moeft ik , alzoo
de Heer de Hertog my wegens ’t g root
gezelichap van de Heer Thim, en zyne
Familie , mitsgaders dat van Juffr., de
Weduwe van Vltet, onmogelÿk logeren
kon, na een goed henen komen, wilde ik
aan Land blyven, omzien.
Ik gcraakte den eerften nacht by een Des
Lieutenant, daar ’ t Logys vry Hegt was; ScW - . ,
maar quam naderhand ten Huyzç van den y S í 1^
Twce-
Helsdingen, riïedegegeven.
Op dén Tocht na Japara, ontmoetedeik
twee Vaandrigs , Michiel Ram, en N .
Lamsweerde, die by den Keyzer van Candi
kort te vooren geweeft, en tot verwon-
dering van allen, ’er behouden ( tegen zyn
voorige gewoonte, alzoo hy d ie Gezan-
ten daar gevangen hield ) te rag gekomen,
en daar op van Sergeanten tot Vaandrigs
gevorderd waren.
Geduurende ons aanwezen tot
Hertog, Opper-Koopman in dienil derE. 1686.
Maadchappy , ons veel vriendfchap, zoo
aan zyn Tafel, als met ons op zekerendag
in ’s Compagnies Thuyn , een myl of
de Logie gelegen , te onthalen. _
den ’s avonds al v ry laat met ee-
nige Flambeauwen weer van daar; dog de uftfpan.
Juffr s. van Vliet, enTfww, waren’ s nachts, ning.
uit vreeze voor ongemak, ’ t geen haarop
daar in die
vry verhe-
U Y T- tu Ï ’H ü Y S-R E Y Z E. 105*
wagt op den Berg van Japara ’s nachts
door een T yg er van zyn poftgehaald, die
met hem door een fchietgat van boven den
Berg na beneden ( een vervaarlyke hoog-
te ) gefprongen was.,* we&halven de Ja-
1686. TweedenPerzoon, den Heer fan Steen, op '
een en dezelve Kamer, daar de Heer Ka-
piteyn, Maurits vanHappel, 00k zyn ver—
hlyr had, en genoot van dezen braven
Heer Steen zeer veel beleefdheid, die my
zoo veel te beter, o m ’t gezelichap van
de Heer van Happèl, beviel , alzoo die
Heer zeer groote kennis van deMaleytfche
Taal had , en dezelve ook in haare Letter,
te weten, de Arabifche, zeer wel wiít te
lehryven. H y verhaalde my ook zeer om-
flandig, hoe deze kennis van die Taal en
'Letter , hem gelegenheid gegeven had,:
om, terwyl hy nog minder Officier, on-.'
der den H/ser Kapiteyn Ruys, was , den
vermsardcnSjeich fo z e ft die zoo grooten
aanhangop. Java , Macaflar, en elaershad,
en yan al de Mohhammedanen, daar, en
elders, als eenHeylig geëerd wierd, zeer
lift ig , zieh zelven voor een Mohhamme-
daan uitgeyende, en met veel L o f van de
Hollanders íprekende, en hem goed ont-
haal j en zekerheid voor zyn leven belo-
vende, gevangen te krygen , die naderhand
na de Kaap gezonden; en daar op
Zeker ftuk Lands geftorven is, alwaarmen
zyn Graf nog zien kan.
, By. myn tweede Tocht na Indien heb dit
Sqm-Orar niet verre van een Hoeve van
D . Kaldenaldaar, Zandvliet genaamt, gezien,.
en verftaan, dat korten tyd te vooren
alien, die van zyngevolg daar b y hem
aan de Kaap geweeifc zyn , permiffie bc-
komenu hadden^om iederweer na hun
~ ; Land ite keeren, *t geeö zy ook'allé aán-
; jnamea, qitgenom<meeftMaaæflàarifëDog-
. . . Setuelu geâaàmt,: dié'dòe- fhet dòti al-
‘ •• gebanncn ' Koning ’w n Tambora getroùwd,
en daar by haren man gebleven
was , gelyk ik hen op de Woning van
den Heer Gouverneur Willem Adriaan van
der-Stel, Ver gelegen , beide toen oök ge-
iproken heb.
• Den %% Maart vertrok de Heer Thim
met zyne Familie van daar per Boswyk;
na Ternate. Zoo als hy vertrok, waey-
de hem, alzoö’er een fehoóne koeltewas,
de Hoed v a n ’t hoofd a f, en hocwel ons
die Heer wel en ordentelyk meinde te
groeten, was het egter zoo niet gemeind,
KiSea* deze gròete voor hem zoo
«pjapa- ontydig , en zoö diep doen zou , dat’ eira
yoor- geen hope , van zyn Hoed weer te krygen,
gevaílen. werbleef.
Nevens hem véitrok o o k ’ t Schip Rot-
terdam, e n ’t- F lu y tje ’t Woudtje.
Voor zyn Ed. vcrtrek prcdikte ik op
Japara ook eens, en doopte by die occafic
't Kind van den Bandafchen Fifcaal, Gys-
bert van Rykpl, die nevens den Winkeher,
Tobias Laps, eenigen tyd daar na ook per
deMoer-Kapelna Banda, gelyk deKrank-
bezoeker Hoogeboom , en zyn V rouw , na
Tei^mte, ecnige dagen voor ons vertrok.
Korten tyd bevorens was een Schildvaanfehe
Landvoogd ettelyke duizenden
Javanen met Pieken voor den dag dèe komen,
om den Berg, en dien T y g e r , door
allengskens malkanderen met de Pieken,
digt by een om hoog gehouden zynde,
te naderen, te bezetten, gelyk zy hemein-
delyk, niet zemder eerft nog eenige Javanen
te verliezen, en na ettelyke vrezelyke
brullingen en fprongen in de lu cht, op
hunne Pieken vingen. Men vond het lyk
beneden, dog hoofdeloos, en wat verder
’ t hoofd, geheçl uitgezogen, leggen. Hoe-
danige gevallen men hier wel meer heefb
- Xerwyl w y hier hog lagen , floeg de
Schuyt van het Schip ae Graaf, zòo als
de Sdiipper met de Brieven na Land-
quam , t’ónderfle boven, waar dòor H y
niet alleen tegen de klippen géffagëh ; -en
aequetít, maar nevens verícheídé Ríi&ren
m groot gevaar gebragt wierd-; gelyk die
nog twee a drie mannen ’t leven koftte.
. Ik meine, dat zekere Monir. Abraham
Holfcher daar toen mede by geweeft is, en .
dat hy ’t zelve gevaar toen-met hem. gelo-
pen heeft.
. Ook zag ik daar tu flehen de dfie Ei-
landenin, voor Japara leggende, de Fluyt
Ooit-Blokker'op zekeren middag , doör een
lek ,: zirpen;: Aan zulke Schegeii ^er-
ttouwd men zoo veel zielen- en goetferen.
t Ik had hier grooten toegäögby éên V rÿ -
man, Prafler genaamt, die daar een fchoo-
nen Zaagmolen bpgerigt had , en die öok
een Zoontje \ Tsjmees liet leeren fchry-
v en , dat ny al fraey dèe. De Fiicaal Reyer
woonde b y hem toen ook.
W y gingen, voor ons yertrekvandaar,;De
eerft op de Fluyt Voorichoten , yolgens Sdiryvjrr
ordre van haar Hoog-Erdelheden, zoo' als Saat °P
w y op ’ t Schm Maçaffar gewoeft waren, derSäip
te weten, Juffr. van Vlie t, ik , en Lef- over na
zang , gezamentlyk over. Z y had haar Amboi-
verblyf alleen in de Kajuyt, en de Schip-
per, aan welken ik een zeer emftigen Brief
van den Heer Direóteur Generaal Antoni
Hur dt, met laft van my-wêl te handelen,
hadde, plaatfte näy ( hoe brüsk anderzins
deze Noorman was) met een buitenge-
meene Ñoordfche hoflykheid , in zynKa-
mer. , .
W y vertrokken den 31 Maart A o .i 685. ^p3¿ec*
van Japara, fiepen (alzòo ’ t Sayzoen der Reyze
Winden verloopen was) längs deKuft van voorricL
E n d e , Timor (dat w y veel langer, dan
’ t in de Kaart legt î bëvonden) en meer
andere Eilanden, zukkelden wel t o a i z
dagen van ftüte outrent ’ t Eiland Qmbo,
kregen een dooden,- zynde een Slaáf van
den Fiicaal Lofzang, die eenige dagen bÿ
ons Schip dreef, niet (gelyk7 jpig-àfti el-
O 3 ders