
Â.^n.verkreeg die , hoewel maar voor een
korten tyd : want hÿ wierdnietlang ’cï
na, zoo op de klagte van Koekeltaas Chan,
dien hy by zyn bezoek, icho.on een groot
■gunfteling des Kcizers, zéer vuilgeichol-
aen had, als ook op meer andere blyken
En werd van zyp vuileri aard, onthalft. W y ver-
onthalll toonen' dien Pmns na ’t leven afgebeeld
by de letters D. D.
Den iften April ging de Heer Ge-
zant by Souilficaar Chan , om hem over
de zaaken der E. Maatfchappy eens te
fondeeren. Hy beloofde hem een goed
gevolg, nam die zaak als eigen over > beloofde
ten eerften hem een àudientie by
den Keizer te zullen bezorgenj had de
eere j van üit zyne hand Betels te ont-
fangen, ,en nam toen zyn affcheid.
. Den i den dito begaf zyn Ed.* zig met
de zynen-, om de fware huishuür te ver-
myaen, weer na buiten na de thuin,
daar hy te voren zyn verblyf had.
Een zeker Ràdja ineende dicn in te nein
en 5 doch Souilficaar gaf den Gezant ’er
kennisaf, en deed het den anderen belet-
ten.
Afbcel- y eelen van zyn Majeftcits vriénden wier-
ding van den ook kort daar. na zeerverhoogd j ge-
desnicu- lyk uit deze navolgende lyftdergeadvan-
wen Kei- Werden door Djehàan Daar Sjah blykt.
zersgun* ; A ..j ftelingen. ''-HAAam. JamaJ^Jjtl, ., Aa[recfu i. LrQ» ^f?f e-t j andj ers Affed Chan genaamd, was gewordeflTfö^ -
çureur Qeneraal, o f algemeen verzorger
der Pleit-zaaken, groot Zegelbewaaraêr
des Ryks. Met een inkomea van twaalf
duizend Maniel^ (iëder duizend op zes-
tien honderd en vÿftigRopyen gerekend)
en twaalf duizend Ruitcrs, ter maànd j
■ tot ’s Keizers laft. W y beeiden dezen
Heer af by de letter V .
Entier ul Ammeraww , Bhadur Nesret
Jeng Sepeh Salaar Jour Wofadaar , o f
Souilficaar Chan , (^anrelier desRyks^mpr
tien dinzenO. Maniel, en zoo veel.Rui-
ters. W y beeiden dezen Heer âfb y de
letter W .
. Chan Djehaan, Bhadur Nesret Jçng Sepeh
Serdaar Kokeltaas, eerftë Bakfi Gene-
raal, o f Monftcrheer der Ruiteryy Da-
roga o f Opziender van ’s Keizers flaveny
had agt duizend paarden, en ook zoo veèl
1 Dezen Heer werd afgebeeld by
de letter R. ;
Chan Douraan Bhadur, tweede Bakfi
Generaal, trôk zes duizend Maniel, ' en
had vyf duizend Ruiters. Dezen Heer
beeiden wy af by de letter S.
Morteza Chan Bhadur, derdedito Generaal)
had vyf duizend Maniel, envier
duizend Ruiters; Dezen Heer beeiden
wy af by de letter T .
Chaje Ho [fein Chan-, vierde Bakfi Generaal
, trok vier duizend Maniel, en
had drie duizend Ruiters. Dezen Heer
beeiden wy af by de letter V.
oeuraar Loan jsoaaur, jooD v^nantta-A
I ka Dp’oga, o f Overfte der Artillery,
had vier duizend Maniel, en drie dui-
Zcnd.Ruiters. *Dezen Heer beeiden wy
na Y leven af by de letter X.
. Bberemend Chan, algemeen Eik-meeA
fter der Paarden van ’s Keizers Ruitery j
en eerfte Ceremonie-meefter , ofte fn-
leider van alle vreemde Gezanten , had
van ieder mede zoo veel. Dezen Heer
vertoonen wy in prent by de letter Y*
Saad Ullah Chan Mdatèkid, ’s Keizers
huisbezorgerj had vy f duizend Manfei,
en .vier duifend Ruiters. Dezen Heer
vertoonen wy by de letter Z.
Soffer Chan, Daroga Fiel Channay o f
opziender Generaal der Olifanten) had
vier duizend Manfei, en drie duizend
Ruiters. Dezen Heer Vertoonen wy by
de letters A. A.
Haftet KaelliChàn, Afptabelka Daroga
j o f eerfte Stalmeefter der Paarden,
had vier duizend Manfef, endrie duizend
Ruiters.
Achlaas Chan, algemeen Requeft-mee-
fter, of voordrager der Verzoek-fchrii-
ten, enz., had drie duizend Manfei, eh
twee, duizend Ruiters.
. Ragie Sebhasjed Duivan, o f tweede vati
den Ryks-Cancelicr, had Paarden, eh
Maniel, als boven.
~^dShohaandaar. JCnclJi ChßPi ^arngii .der
eer-kleeden , had van beiden *t zelve. 'r
Serbra Chan , algemeen Schoüt j trok
dit mede.
Nobet Chan, Daroga Her Keteltröm-
men had drie duizena Maniel, en twee
duizend "Ruiters..
Abdul Semede Chan, Sedder, o f Sé«
nen-meefter Generaal, had"het zelvé.
Seriet Chan, Cazi Generaal i o f Gee-
lyke Richter , had al mede het zelve; '
. .Mattum Beek Chan, Boekhouder vah
aen Generaal Eik-meefter der Paarden
van dfe Kèizèrlyke Ruit-cry, had vyf-en
twintig hohderd Manfel y -jenyyftienhon-
dérd.Ruiters.
- Johan Whelo, Sèrdaar Frengiaart, ö f
Kapitein der Europianen in ’s Keizers
dienft , trok mede zoo véel MànÌèl ,
doch had maar vyf hondert Ruiters.
Molla Mobhammed Aaliy Sercheyl vah
’s Keizers Moeder. Was de laatfte der
begunftigden, dien wy by de letters C .
G. C. zeer fraai n a ’t leven verbeelden. !
Den 7den April ging de Heér Ge- ]
zant, Ketelaar, met zyne Adjun&en, ter z:
gehoorj en wiérd aanftonds in de Aada- v
let, o f gehoor-tent der Ammerauwenge-®
bracht y en in den rang der Grooten een
hooger plaats, dari by den vorigen Keizer,
aangewezen.
Zyn EcL* wenfehte toen den Reizet
veel geluk, en kreeg, door ’s-Keizers
laft j van des zelfs gelubden Betejs \ eeh