
2<*4 L E V E
Ä.1663. Hy zit däar öp ecri Sofa tegen een
kuflen, en op zyn knien met de beenen
achter uit leggende by zyn lieffte W y f ,
die hy by de handen vat, terwyl een
Hofdame van agter bezig is om haarhair.
te zuivcren. Zy is met geen andre eiernden
dan met fnoeren van peerlen otfi
den hals , en met arm-banden opge-
cierd.
Terwyl hy deze Vrouw begluurd is
een Slavin agter hem bezig om hem met
'¿en Paauwenftaart te waaijen en te ver-
koelqn, en een andre, die agter haar ftaat,
wyft met de vinger öp de mond, zooals
die waaifter na haar omziet, vantezwy-
gen. Wat lager ziet men agter Mier
Jemla, (of Sumela) verder beneden aan
wederzyden eenige Vrouwen bezig om
met fpeehuigen dien Prins enzynbemin-
de te vermaken. De naafte äan hemflaat
de maat met de vingers op een trommd
(zynde dit recht een trommclendemaagd)
en die agter haar zit klapt in haar handen
, om de vallen van de maat noch >
klaarder aan te wyzen. Die beneden de-
i ze twee by dat theeftelletje zit, is bezig
om op een byzonder Mogolfch fpeel-
tuig} zynde als een guiterre,te fpeelen ,
terwyl die twee regt tegen over haar aan
de andre zyde bezig zyn, de eene met op
een dwars-fluit te fpeelen , en de andre
om een kopje Koffi ö f KaWeh- (zöo zy ’t
noemen) te drinken. En die twee-, die
zig boven haar vertoonen,zyn mede met
het een en ’t ander doende , dp agierfte
een Slavin, en de andre mede een van
zyn Wyven zynde. Men ziet daar oojf
de fleflen met-haare vogten en de-verdre
gereedichappen, tot het waflehen ver-
eiieht, behalven dat men hier in ditver-
trek 00k een fchets van hunne nette
bouwkunde, en een zeer fraaije watcr-
tank met de End-vogels’erinzweinmcn-
dc zeer luftig voor ’t gezigt ziet* en in
deze prent zelfs was alles in dit gebouw
Zeer fraai o f met verguldfel, o f met hc-
melsblaauw opgecierd, en zoo wonder-
lyk aanlokkena en cierlyk gemaakt, dat
men mylen yerre gaan zou, alleen, om ’t
gezigt van dit veriieven en prächtig gebouw,
hoewel dezen Heer ¿elf het fraai-
fte van deze ganfehe prent, eneenonge-
meen fraai Mogolder is, in wiens wezen
men veel deftigheit, en een groot ver-
ftandziet doorlchitteren.
i Gelyk hy nu Eurangzeeb meenigmaal
had doen beven, alzoo was het de aan-
genaamftetyding,die men hem brengen
kon, dat hy dood was.
Hy bequam (volgens ’t lot der Groo-
ten in In^ n> Sie hun goederen aan den
ichat Vorft moeten laten, die’er de Erfgena-
men maar zoo veel af geeft, als hem
goeddunkt) een onnoemelyke fchat aan
Juweelen by des Nababsdood, behalven
N S D E R
dat men zeide, dat hy aan goude en zil- A f a i
vere ropyen, mitsgaders, aanöngemilht *
geld, zeVen ennegentig Milliöenen, en
vyfmaal honderd auizend Pagoden (a jeder
pagode 6 gülden) o f , in Hollandfche
munt, drie honderd en negentig Millioe-
nen naliet , waar af de zynen maar zo a
30 tonnen gouds kregen j al het welke
men wil, dat tuflchen A. 16 6 1, en 1663
voorgevallen j en dat toen deze Emier
Jemla , geftorven zy j hoewel anderen
meenen, dat hy wel tot den jare 1666
leefde, en by zyn overlyden een Man van
8y a 85 jaaren'was.
Niet lang na de geruftc bezitting van
zyn throon liet hy zekere Ropia’s mun-
ten, op welke hy zetten liet (gelyk wy
onder de munten van Indien aanhaalen)
deze munt is door Eurangzeeb, innemer
van de wereld geflägen in dewereld,die
zoo rond als de volle maan is. c • -
In ’t jaar 1663 (of', zoo andreftellen, Eür
A. 1661) kreeg Eurangzeeb moeite met zeebkrygt
een van zyn Hof-bedienden, Seva G i, moeite
(Heer Seva) genaamd, een Ideen man,™.etScvi
(in zyn lands-taal een man als een Rot ge- x^6 '
naamd j ) doch groot van daden. Je-
meah was dezes Seva Gi's geboorte-
plaats, eride dit was van ouds hier de Setei
der Köningen van Decan, onder welke
zyn Vader Zegelbewaarder was 5 ’t
geen Eurangzeeb by de verovering van dit
Koninkryk aan hem overgaf.
Deze Seva G i, de uitftekenfte ende
machtigfte der Berg-Koninkjens, is af-
komftig van een- oude linie der Raja?s j
-ende van de Stam de Bonceioes, een zeer
Krygs-kundig en dapper geflacht. Zyn
Grootvader is in groote achting onder
Nifam Sjah geweeft, welkersnaamī;^
Vingoe G i, gelyk die Van zyn Väder
Raja Sjah Gi was, welke onder dien zeigen
Koning Opperbevelhebber van ’t Leger
geweeft is.
Dat zy met hun drien Broederen ge-
weeft Zyn, ende dat de z andre Samba
Gi , ende Ikoe Gi genaamd waren, heb-
ben wy onder de zaaken der Köningen
van Vifiapour al gezien.
By den val des Konings Nifam Sjah,
begaven zig de Vader van Seva G i, en
zyn andre Zoons als loontrekkers onder
den Koning van Vifiapoer, by den welken
zy zeer groote beaieningen bekomen
haddenj doch Seva Gi zogt altyd moeite
• weshalven de Koning van Vifiapoer
hem met een Leger onder M u l Chan
aantaftte , welken Seva Gi zeer. lii-
tig bedroog, ende verraderlyk ver-
moorde , te gelyk de fterke Stad-Pan-
gala overwinnende. Dezen Seva Gi’s
Ampt bragt mede, dat hy met ’een zil-
vere ftok, als de Vorft uitgihg, voor uit
moeftryden, om ruim baan te maken.
Dog deze, in ongunlt geraakt, en van den
Vorft