
A% x680. geven, waar op hy,. by fchry vens.vah den
Kofliogj cn van de Engelfche Maatfchap-
py, in July 168a daar voor erkend, en een
uitdrukkelyk Gezant met gefchenkenvan
dien Vorft, en met laft, om een nader
verbond met hem op richten, is gezon-
den, dat.by nader Ichryvens der Engel-
fchen den 7 July 168z vernieuwd , en weder
aangeboden isv
' In die zelve jaar ging 00k de Heer Jo-
han van Hoorn, extraordinaar Raadvan
Indien, als Gezant na Bantam, om dien
Koning nader te begroeten, en veel ge-
luk op zyn throon te wenichen, die egter
nog zoo vaft toen niet ftond, gelyk
wy in ’t vervolg zuUen zien.
Ondertuflchen vond de jonge Koning
niet geraden , zig op de oudeHove-
lingen. van zyns vaders aanhang te ver-
trouwenj maar wel op eenige nieuwe,
op welke hy meer ftaat kon maken, zon-
der de ouden egter te beledigen;.., .
Misnoegcn Dit fpeet deze oude.Hovclingen zeer,
legenden wanneer Zy ditden ouden Koning bejo^
en o-jtentj maatfen, nam die dat niet alleen
zeer qualyk; maar zag het aan als een
hoon, hem zelf'aangedaan, dat zyn zoon,
na zoo grooten gunft, nu zoo veel ag-
ting niet voor hem had, om die groote
oude en ervarene ftaatsbedienden, die hy
hem zoo ernftig aanbevolen had, in eere
te houden,en zig van hunnengoedenraad
te bedienen j maar dat hy zieh zelven ver-
fteuten dorft, hen met de nekaan tezien,
en nergens in te gebruiken, latende hun
als verfchovelingen maar dood eeten, zon-
dereenig ampt van belang aan hente geven.
Waarop Dit deed den ouden Koning, diedage-
ToonKcmd °° r <^eze gehoonde grooten meer en
hemweer meer tegen de jongen Vorft wierd opge-
aftezetten, zet, in ’t geheim hier over morren , en
wrokken, en gelyk hy doch noit ruften
kon, en altyd woelen moeft, nam hy
van dien tyd afvoor, zynen zoon weer van
den, throon te ftooten, en of zelf weder te
regeeren, of een van zyne andere vier
zoonen op den throon te zetten;
Hy kreeg 00k onder de handeen gfoo-
ten aanhang,alzoo veele tegen den joogen
Vorft 00k. zeer misnoegd waren, ,0m dat
hy hen met een nieu we fchattingbezwaard
had, dat h y , om de laften des Ryks te.
dragen (alzoo zyn vader nog zeer groote
inkomften voor zig bedongen,en behou-
den had) egter genoodzaakt geweeft was
te doen.
Hoe ftil nu dit by den ouden Koning,
en zyne fchepzelen, bedifleld, en opge-
ftemd wierd, egter quam’er de jonge Koning
ten eerften agter.
Hy iprak ’er den Koning, zyn vader,
over aan, die zig in ’t eerftgeheelonkun-
dig hield ¿en het daar op nam,dat hy wel
gewenfeht had, dat de jonge Koning zyn
oude Mantri’s en Raaden.zoo veragtelyk k&iiia
niet behandelde; maar de jonge Koning,
zig daar over niet verder? willende inlaten,
zei vlak uit tegen zyn vader, dat hy beft
doen zou, dat hy zig met de zaken van ’t
Ryk nu niet mieer bemoeide, die maar aan
hem, liet, en zig geruft hield in Tirtajaf-
la, of anders een reize en,hedevaart na
Mekka deed, of dat;hy, zoo hy zig weer
met zyne regeering bemoeide,. of eenige
aanflagen met zyne. vyanden. tegen .hem
iineedde (gelyk hy zeer , wel; wift gefchied
te zyn, maar dat hy ’nu nog overftapte)
zig genoodzaakt zou. vinden, zoodanige
■ maatregels ontrent hem en zynen .aanhang
te nemen, als.met de ruft enzeker-
heid van zyn kroon beft zouden overeen
komen. i iWflTlT'ffiCT
Dit waren woorden, die.de vader niet
konde verdüwen, en die hem als.uitzin-
nig maakten , zoo dat h y . onverzettelyk
voornam openbaar uit te yoeren, dat hy
met de zynen nu al eenigen tyd in het geheim
beiloten had. Hy-verfterkte auch
daar op ten eerften in Tirtajaflä, vergade-
rendezoo veel wapenen.en volk,als hy kon.
De jonge Koning,. die .van alles net bericht
kreeg, zat mede niet ftil, en het ten
eerften door Pangerang Wiragoeria , een
gewezen Metzelaar ,en redelyk goed bouw-
kutidige, een Vefting.in.de ftad maken,.
in welke hy zieh,, in tyden van nopd,
zou können verdedigen.
Eindelyk berftte het vuur-, dat nu nog
eenigen tyd onder.deafch had leggen fmeu-
len, met een heldere.vlam hetdak uit.
De oude Koning. quam Aoi 168a Taftbcm
in het begiri zeer ftoüt te Veld, vericheen
voor de ftad Bantam met een groot heir-vbi^j*’
leger, ftak de zelve alomme in brand,enfud,
noodzaakte den joogen Koning , die inu
eerft zag, wie zyn vrienden of vyanden
waren, van zyn meefte onderzaten .ver-
laten, met zeer weinige van zyne getrouw-
fte vrienden des zelfs woede in dit Kafteei
den Diamant te optwyken.
Na dat nu zyn vader de Stad, verwoeft En bclegan
had, quam hy hem in zyn Kafteei hele-dc Vorft in
geren, en maakte het hem daar met zyne
bateryen en gefchut zoo naauw, dat'het
niet lang, te harden.was,. ’t geen de jonge
Koning wel bemerkte,zoo raslhy ge,
waar.wierd, dat de Epgelfchen.en Dee- 1
nen zig by zyne vyanden geyoegd had- .<
den, en zig tegen Hem Jieten.gebruiken.
Hy weerde zieh-, ondertuflqhen zeer '
deftig, voornamelyk door eenen Jacobde
Roy, dien hy als zynen: Kapitein aange-
nomen had, en door Pangerang Wiragoe-
na geholpen zynde; maar deze, zoo wel
als de Koning, te gemoet ziende, dat;zy
dit niet lang konden uithouden, riedden
den Koning, dat hy door een van zyn
getrouwfte vrienden haar Edelheden om
hulp verzoeken zoude.
Daar
A*. i6i%, Daar op Zond hy teneerftenPangerang
Wiragoeiia zelfi^zoo men wil) of altoos
een van zyne befte vrienden, die, na veel
gevaar uitgeftaan te hebben j den i 0 Fe-’
; pruary op Batavia quam.
Vorft maalete zyn hoogften nood,‘
om liiilp - .^s niede ’t gevaar van onzen Koopman,!
Totzockt.. Comptoir, en goederen aldaar, aan haar
; •.. Edelheden bekend, biddende zeer ernftig^
. bat haar Edelheden hem, .harert bondge-i
f noot, dog in dit uiterfte wilden byfprin-
' g«n> _. tag
, Haar Edelheden , het. gevaar van dezen
Koning, en.te gelyk 00k haar eigen hier
j by tc gemoet ziende , wierden nog nader
f.hterr.af door onzen-Koopman ^den Heef
Willem Caaf, verzekerd , die met gröot
Ygevaar Van zyn leven naBatavia quam vlug-
r ten , verhalcnde-,- dat de oude Koning
..onze Logie verwoeft, al onze goederen
weggerooid^.hem m- ’c uiterfte levensge-
. vaar gebragt j ,en het kafteei van den :jön-
, gen Koning i.öo naauw bezet had, dat het
; die Vorft, mqt het kleen getaltmanfehap,
daar binnen, niet. lang tegen ’t geweld van
- zoo een groote jmeemgte zoukonnen gaan-
. de . houden, gelyk die Koning met eeri
riieuwen verzoek-brief, haar : Edelheden
f weer bekend maakte.
Dicharc , | Na rype berading over deze zaak, die
bemidde- ^ ¡jggj. teeder, en van een groot inzicht was,
blScm" en dierhalven. wel een diepe nadenking
t yan alles, wat daar op' volgen kon, ver-
eiiphte, begrq^cn haan Edelheden het wy-
%elyk, en net in den haak , zoodanig als
. het van: welberadene mannen- ontrent bii
ftuk begrepen kon werden.
Zy namen een befluitj om de zyde van
. den jongen Vorft, hoe zeer hy -hen 60k
bad» nog niet teltiezen; maar om harebe-
middeling tu flehen den vader en zoon eer ft
aante bieden, om teizien, o f zy dietwee
-Vorften niet zouden können bevredigen.
Zy fchreven .dierhalven .twee brieven,
een aan den vader, en een. aan den zoon, en
_ men verkoos den Heer; Majoor Sr. -Martin
als ’t Hoofd der genen, die deze brieven te
water brengen , en niet die; Vorftdn daar
over nader handelen rzouden. Men vond
egter niet goed deze tGezanten vöor 'de
woede des vyandsi bloot te (teilen, alzoo
¡ . men. niet wift , of zy wel als vriendch ont-
iangen, en als.Gezanten,'volgens’t:regt
. der Volkeren, veilig toegelaten en gehöord
r zouden werden, ibi
Mart^laft ^ cn zond dierhalven voor af drie wel
gegevfn, voorziene bodems, de Alexander^ de ge-
aisVeld- kroonde Vrcde^ iRoemerswaal-, en een
He«. Hoelter, op den 4,Maait,en by<zelfvolg-
de den 6 ditd met ’t fchip Europa , waar
: op 3 Kapiteinsi qn zoo man, belialvende
. Matroozen , en waar door zy in ftaat waren,
zieh wel, tc verdedigen. Ijlier me-
j de vertrokken zynde , quamen zy den %
N op de Rheede van Bantam,väardigdcndie
twee brieven van haar Edelheden ten eer*. A*. i<lt.
ften aän die beide Vorften af, en boden barer
Edelheden bemiddeling aan j die dien
Heer te gelyk Veld-Heerover ai ons vo'lk,y
en bin onze zaken aldaar te verrichten,
gemaakt had den.
Na dat zy riu eenige dagen na het ant-
woord van den ouden, Koning ge wagt had-
den, en geenbefcheid opdien brief,ofop
deze aanbieding kregen, en in tegendeel za- ,
gen , dat die Voifthct kafteei.even fcl be-
ichieten Het (waar onder men zeide, dat andere
Europeers niet weinig rpeiden, doende
den vyand van kruit en lood rykelyk on-
derftaridj zoo vonden de onzen goed ,.een -
troep volks na dien Koning af te zenden,
om te hooren, wat hy op dien brief en
aanbieding zou gelievente;antwoorden.
Deze, daar op afgegaan zynde, qua*
men eenige Europeers te . gemoet , die hen -
door een Engelsman afvraagden, wat zy
met de gefcbilten van deze twee Köningen te
doen hadden, en waarom zy zieh daar me-
de bemoeiden ? Zy gaven rot ant woord, dat
zy qif amen als vrienden f om die beide Vor-
fien, waar ’/ mogelyk, te .verzoenen.
Dit gcleek hen niet aan te ftaan, behal - fl
ven dat ’er ten eerftenzecr veel volks by
een quam,en alles vervaardigd wierd,om
de onzen (gelyk uit de gevolgen bleekj aan
tetäften , weshalven zy onverrigter zake
weer na boord keerden ,zeggende , hoe zy
gevaren waren, en wat zy gezien hadden.
Wanneer men danzag , datde.oudeKo- Haar Edel-
ning zig niet verwaardigde,omonsteant- hedenge-
woorden, en dat men zelfs niet ontzag, venj^*
vuur op onze fchfepen te geven, en dej0l)Ocn k0.
jonge Koning ons weten het, dat Jiy ’t ning tc helniet
langer harden kon, zoo quam ’erlaft Pe0*
van Batavia, om dien Vorft ipoedig uit
zynen nood te helpen.
Daar op begon de Heer St. Martin.alles
gereed te maken, om te landen ’y maar ge-
^ k die Heer in al zyn doen., en zelfin
zyn; fpreeken , zeer laßgzaam was, en dit
veel wakkere Kapiteinen verveelde,alzoo
-hy riu (zoo men my gezegt heeft) al 3 maan-_
den voor die ftad gelegen had, om te lan-
den (willeride dat doen vlak vooj de Ri-
vier, daar. het toegeheid was) zoo maakte
Kapitein Jonker haar Edelheden in (hüte
bckend,dat, zoo ’er geenand.ere laft van haar
Edelheden, en geen ander Hoofd quam,
de zaken des jongen Konings (die in den
uiterften nboa was) en vap de onzen daar,
wel een (legten üitflag könden nemen.
Daar op zonden haar Edel heden den Heer
T a k, om hem te raden (dog onder de Heer-
: St. Martyns gezag) die de derde dag, na zyn
komft ,ons volk den 7 April i68l op een
pläats ,daar men hem niet verwagtte, landen
dee, den vyand opfloeg, en den jongen
Koning uit zynen nood verlofte^ V
. De Heer ; S*. Man in ? die hier över zeer
misnoegd. was, en wel denken kon, dat
de