
làïz.
Een V e -
Pfting od,
Pelioe
gebouwd
D e onze
tragten
d e T s jineezen
tedwin-
gen.
44 /■ A A K
Dierhalvcn wierd’er befloten van dSar,
weer na rehoe, of de fbicadorrs, t’zeyl
te gaan, daar zy den 12 dito weer by;
nunne mafckers ten anker quamen, alwaar
zy ons Volk bezig vonden, om een ttdrk-'
te op te werpen, die vier punten hall, en
mar op zy twintig ftukken Gefchut
pläatften.
Zy vonden hier ook 3 Schepen meer,
als z y ’er gehten hadden , te wesen, de
Goude Leeuw , de Samfon , en ’t Jacht
Singapoera.
De plaats, daar men hier ontrent deze
Vefting invoer, was de Zeepunt genaamt,
op welke zy voornemens warcnS ayltak-
ken te ¡eggen, Dcze fterkte lag 18 my-
ten ' ’an OTacauw, en was- zeer dienftig
om den Handel tuflchendenTsjineezenen
de Spanjaarden af te ftiyden.
Haags na de komit dezer Schepen, of
den m dito, qüamim hier n ö g i j t e e n
Van dt Küft van - , ---- .— *T ..s.j..i.n..a , «dvgo gm dei en ahoaadednen
een Schip, dat op die kuft Äblevfen was,
afehteigelaten, waar van ’s Volk, en Gel
ä u t , geborgen was , waar mftSh de
Tsjineezen ved hatp bewezen hadden.
~;Doze Jagten , eigentlyk äitgtzonden,
dtn fc zien , o f men in Tsjihi Handel'
’ wicrden' door de Tsjioeezen-
eertt lapg (Volgens hùnne géwoonte) op-
É^hquaèn,- en eindelÿk met- belofte weg-
gezonden, dat de Tsjineezen (gelyk zy
bevorens meerraaalen toegezegt hadden)
eenGezant, ôtd nader ôve? aeze zaak xè
ijpreken , na de Pifcadores zoudem afeen-l
den, gelyk zy eindelÿk deden, , maar daar
• S ^ g ^ den Handel niets ta;- wereld
befloten j zoo* dat de onzen wel merkten,
dät zy hen daaf met begxtden te hebben’
e» dat zy' ons- door Iift%e rcdenen maar
zogten të bewegen, omook deze plaats
feverlâtén, dat dé onzen niet kondengoed-
vinden.
Men befloot dan den 18 O&ober met
acht Zeylen na d»Kuft van Tsjina teloo-
pen ; om te zien, o f wy hen door ge-
Weld-, en uit vreeze, tot den Handel niet
zouden können dwingen, dog zy quamen ,na
de Rivier van Tsjintsjeoe loopende, drie
mylen te laag, en terwyl drie van hunne
makkers van haar afdwaalden , zette-
den de y andere het in een Baey, daarzy
wel 60 a 70 Jbnken verbrandden; dog
terwyl ons volk bezigwas met zgenomen
Jonken aan boord te brengen, wierdenzy
door de harde wind niet alleen genood-
zaakt het Voor-anker te moeten zetten,
maar hadden ook het ongeluk om ’s nagts
van hunne ankers te fpillen, hebbende
de Schuyt en Boot by zieh.
Deze^dreven, met zg Holländers, en 2
Tsjineezen, weg, zonder dat die van het
Jagt ViÊforiaj dat by hen lag, hen hek
pen konden.
Terwyl nu de eenejonk wegdreef. be-
E- N ‘V a • n - i
gayen die;ait de andere Jonk, die met i& i .
" “ n. ze,®en warvn,- zigiftide Boot,- ftaken-
’iLr T n1" ’ wierpen, alzoo zy:
de Böot qualyk zeyt konden vocrcZ
O? op een Lager-wal waren, hare Hres
mt; dog ± nnren-daar »* brak hun-Dree- Voll!»«
gen-Touw, en daär op dreven zy met f e
vens-gevaar aan de^Waf, afeoo in ’s f t r a n -Ö '
aen hunne Lonten nitgeraakt waiew, bui-le«l.m
tm-dat zy., maa,- 4 jg,,, L| 1 jonaeasla,i^
fe rk, te weinig yolks waren , o m S - T c ’tT
grooten meemgte, als- zy daar « verwagh 3 ”
ten hadden^. . -'c
ändern,- däri een-jama
merlyk emde, voor otajen zirnde, bade»
God om ecngemdigeoitko«it, blcvenmec
grooten angft de»mo'tge%iBde Boot zittpn
verw^en., wamrer z y | nog vöcjr d'efl
dag jeemge Tsjmeezcn na de Boot hoa.
rcnde komen, de Zabel in de vuift # d
pen, en met hun Ichreeowen en tietduefe
zelye, die wegess de duifternis niec zien
konden. , hoc veel Z y in >t getal waren,
B S E K raS dreven, dat zy voor een
goeä voorteeken opnwiai.
Met het aankomen- Van den dag vcrlie-
ten zy de Boot, alzön die te verre op 't
Land veryaMen , en V k a o n naM Ä i
wasr die an. Zee te brengen.
Hus- gingen zy met ’t Masket op den
Wsen met.dcZabcl op dezyde, tcL n d ,
en trokken zoo sa de Rivier van Suh-
mitjoe , da® bna t i Ä Jachten: woor hr
gen/' J '
De zq man, met de andere lonk weg-'
gedreven, wierden van de T s^ n eSenl.
vangen genomea, van. deweli,e e ttd ä iF
jaaren tfaar na> maar een man te reche ge-
komen is; dog de onwn konden noa lonk.
nog raal, vogeemg teefcen vaa . h u n l S
kcn.ZIC" ’ wesblvea’ ZT maar voorttrok-
Eenige Tsjineezen, hen ziende, qua.
men op hen aan, en zonden twee imm-
S JZ°C Ult i om -met hen K fpreken:
dog de onzen, hen met vertrouwende, lei.
den hunne Musketten op hen aan, wes-
halven zy hen, geruft liefen voorby gaan.
Onder weeg- vonden zy een huisie met
een Man en Vrouw ’er a i fe g p t welke
zy hunne Lonten weer aanftaken , Biin
Geweer , door natheid in ’t fttanden on-
klaar geraakt, herftelden , en van dcMan
war- Ryft te eeten kregen, waar. na zy
hem bedankten, voomrokken , en op de
weg hier en daar wel 6 a 7 Tsjineezen op
Itrand, ten proy der honden en vogelen.
dood zagen W en ,d ie de onzen, na aHm
lehyn doodgeflagen, en waar door zy
f 661« ^ ter W,ere^ * maar wel een be-
droefd einde, uiPwraakoverhunne mak-
kere, van de Tsjineezen te wagten hadden.
Zy zagen daar na een troep wel van
100 Tsjmeezen, die alle de vlugt voor
neu namen.
’sNaontfteld,
en ’er zeer bevreelt voor waren,
weshalven zy de onzen de Vrede, en alle
vriendlchap aanboden, en hen in hun Dorp
verzogten te komen.
Z y traden daar in, en vonden’er Wel
oooo Tsjineezen ftaan, die hen met groo-
te verwondering aanzagen, en geen Ne-
derlanders meer fchenen gezien te hebben.
Z y ’bragten hen in een Tempel, alwaai*
Zy hen eeten, drinken, en Tabak, gaven;
dog zoo , dat de onzen, geduurig op hun
hoede zynde, zieh wel dicht by een , en
butT Geweer altyd klaär hielden, omniet
ovemllen te werden.
Terwyl zy daar zaterf, raakte hun Lont
al brandende ten einde, weshalven zy
ftukken van hunne Hemden fcheurden,
en daar af nieuwe Lont draeyden. -
Dus trokken zy weer met dankzegging
uit dit Dorp , gelukkig zynde, dat niemand
hen vervolgde, alzoo zy geen vier
ichooten kruyd meer hadden, en raakten
aan nunne Jachten.
Ondertuflchen hadden de Tsjineezen de y j
Boot van alles beroofd , die wy den % Nö* gevallen
vember door ’t Jacht de St. Nicolaas, ten derouze.
dien einde, daar zy lag, gezcild, weder j
kregen , waar op de onzen den 4 dito v^r-
fcheide Jonken verbrandden.
Den 9 dito verloren daar de onzen <Jo
Boot van ’t Schip de Beer , waar in de
Schipper, Jan 'Jcmszjoon, met nog 1 y man?
nen, was.
Den 29 dito fchermutleerden de onzen
nog eens met de Tsjineezen , en verloren
den Wondheeler van ’c voornoemde Schipi
zonder te weten, of hy gevangen , 4an
o f hy dood was ; ftaken twee Jonken^
en een Dorp in brand, en quamen m$i
veel kleene Verkens, Bokken, en Hoen-r
deren, aan boord.
Den 2 December plunderdcn /zy nog
een Dorp , en verbrandden dat ; waar
op de Tsjineezen ons 2 brandende Jon-
F 3 ken
T A Y O U A N o
161z. 5s Namiddags quamen zyrby onze Jachten,
Ichooten eenige malen, om van hen
r; gehoord, en afgeh^ld te werden, dog in
; plaats dat ons Volk hen zou komen hel-
. pen, ofafhalen, quamen’er, opdatfehie-
ten, 7 a 800 Tsiineezen op de ’
f F Ö R M O S A. 4j
niet 'dan de dood, te gemoed zagen , om 1622;
’t welk , na hun uiterfte vermeiden, te
beletten, zy eenige reizen ’er op inichö-
ten, en dezelve, ziende, dat de onze;befloten
hadden hün huid wel dier te ver-
koopen, terügdreven, dogZoodanig, dat
egter eenigen van verre bleven ftaan , en