
2 ¡6 L E V E
A. 1654. Prins aanvielen, taftten He twee andren
Dora Sjekoeb aan, en wierpen hem ter
aarde , ' terwyl de Nafir zyn flag waar
mm, om hem in eene reis het hoofd af
te kappen. Men bragt het zo bebloed
in een ichotcl by Eurangzeeb , d ie ’t
met zyir neusdoek en wat water afwifch-
te, ora tc zien, o f hy *t 00k was.
Hy erkende het voor het hoofd Van
Dara Sjekoeb, begon te weenen, en be-
laftte, dien ongelukkigen inhetgraf van
Ilomajm, ’t geen in oud Delli is, te be-
graven.
Zyn af- vertoonen dezen ongelukkigen
bedding , Prins bier na’tlevcnzeerfraaiafgemaald,
en die van bp Z. Z , , en zyn Zoons Zoon Sepe Sje-
zynZoons koeb op G. G.
oon' Zyne Dochter, een zeer fraaije Princes
, wierd in het Vrouwen-Timmer,
doGh naderhand by Begum Saheb 9enSjab
Djihaarty op huh emftig verzock, be-
field, en Sepe Sjekoeb^ zyn Zoons Zoon,
N S D E R
bracht men na Gualeor.
De verrader Gionkan wierd door E a -ld o ^ L
rangzeeb heerlyk beloond , en weer na denverra-
zyn Land gezonden, doch eer hy daarde.r» RaJ*
quam, in een Bofch om hals gebracht,Gl0Dkan*
buiten twyflel door befiel van Eurangzeeb
$ die, hoe aangenaam en dienfiig
hem dit verraad was, den verraderegter
verfoeide , en aan alle andre verraders
leerde, hoedanig het einde der geneis,
die hun handen aan Vorften, o f hunne
bloedverwanten, durven flaan.
Godlöös wierd die dappreSlots-voogd
van Tätabakat gehandeld : want nadat
men hem, door een Ware, ofafgeperfte
laft van Dara Sjekoeb y tot hetovergeven
van de Vefting gebracht had, hielamen
hem de toegeftane voorwaarden niet,
en hy wierd door beftelling van den Stads*
voogd, Kalil Ullah Chan, zoo als hy in
de Stad Lahor quam , in ftukken ge*
kapfc.
S E V E N D E H O O F T S T U K .
Eurangzeeb trag ook Meejhr van Soleiman Sjekoeh te werden. Dien hy mede ge-
vangen zet. L ifl van Eurangzeeb, om Sulthaan Möraad Beg van kant te helfen. De
Prins, Moraad Beg, Werdook ontbalß. Eurangzeeb’s geveinsde handel met zyn Fader.
Noer ul Tadjoe afgebeeld9 benevens Begoem Saheb. Hy dryft Sjah Souiä
ftit Bengale na Arrakan. Gevatlen van dezen Prins aldaar. Zyn aanßag9 tegen des
Konings leven 9 mißukt. Zyn vlugt na Pegu, en zyn dood. Zyn Gemalin, en Rinderen
, gevangen. Haar deerlyk einde. Hhamed Mahal , en Noer Begoem afgebeeld
Eurangzeeb met zyn Fader bevredigä. Dood van Sjah Djihaan A . 166f . Eurangzeeb
XHde groote Mogol al zederd A . k 6 p . Zyne verzoening met de PrinceSy Begum
Saheb. Bewys van Eurangzeeb’s regeering van A . 165-7 uit een Fimaan* o f Gunß-
B rief ¿tan den Nederlandfcben Gezant, A . 166z. Eurangzeeb^ verdre handel met
den Nubab , Emier Jemla, die den Koning van Aflam flaat. De Nabab in zyn wafch-
buis vgrbeeld met zyn Frouwen. Emier Jemla’s dood. Zyn nagelatenßbat. Eurangzeeb
krygt moeite met Seva Gi. A . 1665. Dien wy hier na 7 leven verbeeiden, en die in
de Provintie van Guzeratte alom ßroopte. Hy trekt met een grootenbniiaf. Eurangzeeb
beloofd Seva Gi yergifenis. En de derde plaats onder de Ryksvorß'en. Het welk hy aan-
neemd. Laat zieh in een korf met vrugten uit de Gevankenis drageh. Fergeeffcbe lifi
van Eurangzeeb om Seva Gi weer aan 7 Hof te krygen* - Ferdere Gevallen met Seva
G i , en zyn Nazaaten. Eurahgzeeb veroverd Arrakan; Mißeid de Nederlanders en
Portugeezen. En bdengt den Koning van Golconda geheel onder zieh, A . töSy. Als
mede den Koning van Fifiapeer. En het verdere Ryk van Decan , en de Landen van
Camatica. Oorfprong der Nederlandfche moeijelykheden met den grooten Mogol zedert A .
1700. Door 7 nemen van een Surats fchip, door een Engelfchen Roover. En egter op
de Nederlanders zeer onregtvaardig gezogt. Ferbandßbrift in Suratte onze bedienden
afgedwongen. Die in hunne Logie bezet worden. Dog een Moors fchip nemen, waar in
de Aalmoefenier van Eurangzeeb was. Qp wiens verzoek, de Holländers in Surattegeldr-
geerd wierden. En dii onbillyk contra ft.weer kr egen. A . 1707. De Heer. Six 'er weer
na toe-,'groote fchade voor de Nederlandfche Maatfchappy. De Heer Grootenhuis 'er
A : 1706 na toe gezonden. Zedert hadden wy dadr rüfi) en ontzäg.
Eurang- "tOt dus verre was Eurangzeeb het ] Serenagucr, na welken hyop den raadvan
teeb tragt cc-.o« • ftuk aan dezen kant nu ten naa- eefligefi zyner hoofüen , die hem daäraa
ß«vwC" : JL ften bX Mceftcr> vermits ’er nog zölf plunderden, eneen Olifantmet
Soldman -/ .r: . nu niemand van Dara Sjekoehs goude'föpyen ontnamön, onthouden had.
Sjekoehtebuis^ die hem hinderen kon, over was, Hy liet dezen Vorft w d van verre onwerden.
dan alleen de Prins, Soleiman Sjekoeh^ deftaften, en groote bdloften doen, örii
die met zyn Wyven, en Kinderen tot hem dien Prins in handen te leveren >
noch toe zig by bet Berg-Koninkje van maar h y , die een gruwel van vetraad
•'iiad,
G R O O T E
A.'i^54.bad , floeg ditedelmoedigaf, ftoutzyn-
de op zyn ongenaakbaar gebergte, daar
hem Eurangzeeb wel voor eentydbezoe-
ken quam > maar de Radja befpotte hem,
wel wetende, dat hy met fchande zou
moeten opbreken, gelyk ook kort daar
na gefchiedc. .
EvenweL, hoe afkeerig deze Vortt
’er in ’t ecrft was, öm den Prins overte
leveren -,wift men eindelyk door ’t vofie-
vel hem egter te bewegen, om het te
beloven j maar de Prins, onder de hand
gewaarfchouwd zynde, vlugtte na ’tge-
^ ^ e r g te , en ’t Land van Tibet,, daar hy
~ onderweeg gequetfi, en door den.Zoon
• van dezen Radia Serenaguer gevangen ge-
^ nomen wierd, die hem na Delli voeren
b e t, daar hy voor eerft op 'de vefting,
Selimgier, geplaatft wiera.
Naderhand liet Eurangzeeb hem voor
zig komen, alwaar h y , niet zönder tränen
van velen, aanichouwdwierd, voor*
namelyk van de grootfte vrouwen van
die over den ftaat van dezen
jongeling zeer bewogen waren.
Eurangzeeb zclf was eenigermaten ’er
over onthutft, o f ten minftenhyveinsde
het, vertrooftende hem, dat hy goede
moed zou hebben, en dat hy hem wel
handelen zou 3 dog wat zyn Vader aan-
ging, dien.had hy doen fterven, omdat
hy een Gafir, en ongeloovige, was.
Hier o p jfeed de Prins de eewoone
groet, o f serbied van Staat aan den Vörft,
beftaande in ’t driemaal buigen van zyn
handen zeer diep na de aarde, endanaie
weer boven ’t hoofd verheffende tot driemaal
toe, en verzogt met een edelevry-
poftigheit, dat, zoo hy fterven moeft,
men hem dog dePoeft.(ofdeafgeichrap-
te heul, ofmaan-kopis-bollen, s’nagtsin
*t water geweekt, en • die allenskens de
dood veroorzaakten) niet wilde te drin-
ken geven, alzoo hy liever aanftonds de
dood ondergaan wilde.
„Dien hy Dit wierd hem van Eurangzeeb toege-
mede gc-^egt, en hy, na ’t nog eens Salammen,
¿^sen o f bewyzen van Eerbied , en ’t bcant-
woorden van eenige vragen over die twee
Olifanten met goüde,. en zilvere Ro-
pyen, hem ifi het trekken na Serenaguer.
ontnomen, däags ’er ahn al mede
M O G O L S ,
hem te ontflaan, aan de hand wantee- a . i ^
nige Kinderen van eenen Seyed (of Na-
bloedverwand van denPropheet Mohhamr
med) welkers Vader, te Hhamed Abad
woonende, door bevel van Moraad Beg,
zonder iets misdaan te hebben, gedood
was, quamen, door Eurangzeeb hier toe
eerft aangezet, openbaar voor ’t gerigt
over de onrechtvaardige dood van hun-
nen Vader klagen, en regt eiflehen.
na Gualeor gevoefd.
Nu begon Eurangzeeb om Moraad Beg
te denken, en na middelen om. te zien,
hoc hy, onder fchyn van regt, hem ook.
uit de wereld zou können helpen, aan-
gezien de ftraf wegens zyndronkenfehap
m ’t 00g van velen reeds al te zwaar was,
om zoo lang op Gualeor gevangen tezit-
ten, zoo dat ’er ai waren die begonnen
te fpreken , van om zyn verlomng te
verzoeken.
H y , veel zwarigheit hier in ziendc,
kreeg een gewenfchtmiddcli omzigvän
IV . D e e l .
Hy deed de zelve verfchynen voorzy- L,-ft Van
nen Throon, in een vergadering, daarEurang-
al de Omra’hs, en grooten van ’t R y k zce^ * om
tegenwoordig waren , om welke tc eer
te. verftrikken , en de dood Yan zyn Broe - geg Yan
der van zynen op hunnen hals te fchui- kant te
ven, hy deze Kinderen eerft zeer be- helpeh.
weeglyk .vertoonen deed, hoe hun Vader
onrechtvaardig door den Landvoogdvan
Guzeratte’s bovel, zonder nochtans iets
tegen ’s lands wetten misdaan te hebben \
om *t leven gebragt, enhoehen,fchoon
Seyeds Kinderen, altyd de deure des regts
voor het hoofd gefloten was, maar dat
zy overtuigd van ’s Vorften gerechtig-
heit, aan hem nu klagen, en regt hier
over op het eerbiedigft quamen vorderen.
Daar op bet hy hen wat ter zyden gaan,
fprak onaertuflehen met deze en gene
Grooten, en vraagde o f zy kennis aan
deze beden, o f aan hunnen Vader, en
van het voorval, hadden. Z y , die mede
van hem daar toe opgemaakt waren,
en wel zagen, hoeby het geernc had,
zeidenyo, dat hun Vader een vermaar-
de Seyed, en zeer godvrugtig geweeft,
maar op zekeren tvd , zonder nogtans
iet misdaan te hebben, door laft van den
Landvoogd, die dezen ongelukkigen in
zyn dronkenfehap ontmoette, terneder-
geiäbeld was. En wie is, zei hy , dat
dronken beeßgeweefi ? De Omrahs, uit eerbied,
zwegen wat ftil. Zegt my9 zei
hy , wie doch bet recht in dit Rykzdoheeft
durven krenken, en noch dus lang9 zonder
geßraft te zyn 9 in 7 leven gebleven is ? zy
dotßen9 zeiden zy , zyn naam nietmemen9
alzoo zy vreesden den Forß te vertoornen.
Hy bet dan de Kinderen van den Seyed
weer voor hem roepen, en vraagde hen
door wiens laft hun Vader gedood was.
Zy gavCn tot anrwoord, dat MoraadBeg9
's Forflen Broeder, noch Landvoogd daar
zynde, hem had doen nederfabelen in hooge
dronkenfehap. MynBroeder, eenMofb-
maan, een geloovige,, heeft zieh die,
Landvoogd zynde, zoo dronken gedron-
ken, en zulken onrechtvaardigheit aan
eenen Seyed gcpleegd,wife zou dan van hem
vry blyven, zoo hy Koning was- Wat
oördeeld gy Heeren en Omrahs ■, zei hy ,
van zulk een bedryf, ik wilt en begeer,
dat gy, zonder eenige vreeze voor my9 of
zonder eenig inziebt voor mynen Broeder te
hebben 9 deze lieden recht doen9 en dat gy
K k ook