
XI I B E S C H R Y
A®» ,4678. tein Tak deze kroon bequam, die 00k v$r-
klaarde,dat toen hy de zelve aan zynKa-
piteindverleverde, de groote fteen, die
’er naderhand uit, gemift wierd, ’er nog in
Was ; yoegcnde daar by, dat hy die zelf
' zoodanig en pngefchonden aan zyn Kapitein
overgeleyerd had.
Waaruitde Echter wanneer de Heer Tak die we-
fteen'c ^crS?C#was die fteen’er uit, en hyzeide,
R dat hy verder daar niets van berigtenkon,
0 alzoö hy die zoodanig bekomen had. Genocgzaam
bewys ontbrak hier, want op
’t zeggen van een bloot Soldaac,konkmen
een wakker Kapitein met geen goeden
grond aantaften.
Wieby Het zy daar mede, zoo ’t w il, ’t zy die
voordZCC ^°^aat “ et l°og,het zy de Heer Tak hier
dadcr gc- Suiten de waarheid Jpräk, dit is altoos zc-
houdcnis. ker» dat.de Keizer’er zeer moejelyk o-
yer was, dat die fteen uit deze kroon ge-
mift wierd, en dat hyden Heer Takvoor
den man, die ze ’er uitnam, en daarom al-
tyd zulken wrok tegen hem gehouden
heeft,, dat hy niet ontzag Ao. 1686 (¡ge-
lyk wy nader hooren zullen) zieh daar
over aan hem te wreken.
Watbuit Onder den buit wierd 00k veel oud
dePicdi- kraakwerk gevonden, dat de Soldaten en
kam Man- Overften niet eens wilden aanzien,en dat
teau ceg. p j jvianteau meeft voor zyn deel gekre-
gen heeft.
De Heer Nadat nu Cadiri zoo gelukkig door den
fao'om ¿ f e Hurdt (die anders zoo niet, als wel
Keizer van ^ eer Speelman gevreeft wierd ) vero-
Javamec verd, en de Ryks-kroon bekomen was,
die kroon. wierd eenige dagen daar aan, dit Keizer-
lyk pieraad op ’s Keizers hoofd, ten over-
ltaan van zyn Ed: gezet,doendehem binnen
Cadiri als Keizer van Java in *t ge- 1
zigt van ’t ganlch leger kroonen.
Een daad die (gelyk 00k de aanftelling
dezes Keizers A°. 1öyyjdoor de Heer Speelman
) weder een overtuigend bewys van
’ c vermögen der Holländers in India, en
een klare preuve is, hoe dat gering volk,
door Gods zonderlinge genade, door zyne
gevreesde dapperheid, en ’tgeweldvan
zyne wapenen daar, zoo hoog in vermögen
gerezen is,dat het niet alleen Köningen
, maar zelf 00k Keizers maken, en die
de kroon op hun hoofd zoodanig zetten
kan, dat zy met volle genegenheid van ’t
gezag harer Edelheden, als hare Beicherm-
Heeren, als afhangen, om dat zy zon-
der hunne hulp ook niet een oogenblik
vaft op den throon zitten zouden ;zonder
dat haar Edel heden zigegter in dezen iets
aanmatigen, ’t geen niet volkomen met
het welgevallen van die Vorftengelchicd.
Bekomme- Ondertuflchen waren haar Edelhedcn
ring van op Batavia zeer bekommerd, hoedanig dit
heden o^cr mec c Heer Hurdt (die geen oor-
dc zaken r logsman was) üitvallen zoude.
van Java. Zy fpraken ’er den z y November met
yeel ernft over, toonende, hoe de Ban-
V I N G E v a n
tammer maar op zyn luimenlag, om
zien, hoe dit üitvallen zou, en om ons
dan op ?t ly f te vallen. Zy overwogen
ook,voor hoe grooten gevaar Batavia, met
alle de Oofterfche Landvoogdyen, bloot
bleef, zoo de Heer Hurdt eens geflagen
wierd , en in wat belemmering wy verder
geräken zouden, indien Taroena Djaja,
lchoon al geflagen zynde, het quam te
ontvlugten, aangezien wy dan nog meer
moeite, als nu, hebben zouden.
Men vond derhalven goed, om de Heer
Majoor Poleman, en de HeerCamphuis,
een zeer ervaren Heer, met het opperge-
zag boven den Majoor met een lcheeps- '
magt, en eenig volk na Soerabaja te zen-
den, om aldaar buiten eenig gevaar hem
de opperbevelen te geven.
? Ook namen haar Edelheden de Heer
Majoor Poleman, by ’t verhandelen der
Oofterfche zaken, als een buitengemeen
lid in Rade van India aan, alzoo hy zelf
: *t werk daar by woonen zoude.
r DaarbenevenbeflotenzydenHeerHurdt
te verzoeken, om ’t oppergezagteblyven ,
behouden, zoo lang zyn Ed: eh den Raad
dat. dienftig zouden oordeelen, ftellende
by zyn Edroverlyden de Majoor Poleman
als Hoofd aan,en hem belaftende,dit werk
zoo ipoedig,als 'tmogelyk was, teeindi-
gen; dog verboden hem ook verder niets
te ondernemen, dan ’t geen hy met onze
magt, daar nu zynde, kon uitvoeren.
Ook yondenzy goed den Soeföehoenan
ernftig tot zyn pligt, en tot behertiging
van zyn eigen zaken, aan te maanen, '5tl-
zoo ’t ons alleen onmogelyk was, om zoo
grooten werk uit te voeren; ’t welk- zoo
hy niet met meer ernft, als wel tot nog
toe, behertigde, zoo zouden wy genood-
zaakt zyn hem te laten dryven.
Een zware fteen egter ging van haarer Dank-
Edel heden hert, toen zy hoorden, dat de “ gg^g
Heer Hurdt t -j • Cad1i rix m et zoo v„e el dapper-yoevzcorv ed-e neid ingenomen had, over welkeveroye-ringvan
ring op den December Ao. 1678- het Cadiii.
kanon van ’t kafteel op Batavia geloft,en
den 26 dito een plegtelyke dankdag, met
’t aanfteken van vreugde-tekenen des
avonds,enandermaal loflen van’tgefchut^
gehouden is.
Ondertuflchen was Taroena Djaja, enWaarTa-
Crain Gliflon, ieder met zynen aanhang, 5ocna Dj4*
na ’t gebergte gevlugt, de eerfte na datjj^vlu£t.
van Antang, of Radjoena, en de laatfte
na Cacappar, daarzieh ieder van hen weer
op nieuw vaftmaakte. '
Daar op rukte de Heer Hurdt met veel
ipoed, en met grooten buit , na Soerabaja
, daar nu de regentyd, zoo als hy ’er
quam, begon.
. Haar Edelheden, oordeclende, dat daar De Heer
voor den Heer Hurdt vooreerft niet veel Hürden»
meer te doen viel, ontboden den a i Ja-Bawvi*
nuary Ao. 1679 zyn Ed: weer na Bata-
via,
A*. 1S7?
Die zyn
gezag aan
de Heer
Poleman
•Ycrgaf.
En naBata-
via ver-
uok.
De Heer)
Poleman
' veroverd
GhlTons
veiting.
G R Ö O :
tavia, ftellende den tyd van ’t komenaan
zyn eigen believcn.
Daar op vericheen ook de Heer Majoor
Poleman te Soerabaja , om ’t gezag van
dien Heer over te nemen.
Deze öude eri ervaren Krygs-held
quam hier ter rechter tyd, hocwel tot zyn
ongeluk , aan. De Heer Hurdt, r zoo
krygskundig niet, als dezen Heer, zou
met de vyanden, op lofle beloften ■, vrede
gemaakt hebben} aog de Heer Poleman;
hunne bedriegeryen, om maar tyd te win-
nen, kennende, raadde dit den Heer Hurdt
vlak af, gelyk hy daar in niet medeftem-
men wilde, waar op het ook ftekenbleef.
Daar op vertrok de Heer Hurdt den > 9
Maart na Batavia , quam ’er den a April,
daarhy byzonder welontfängen wierd,en
de Heer Poleman taftte de vaftigheid van
Crain Gliflon by Sipandji, eenige mylen
van Soerabaja, aan, die hy ook verover-
dej maar niet lang daar na had hy ’t on-
J A V A . u j
geluk, van den hoogen oever dezer Ri-
vier, in de zelve Ipringende, door het
fteigeren van Zyn paard agter over in ’t
water te gcraken , welke val hem zoö
trof, dat hy aanftonds te water na Soerabaja
gevoerd wierd, alwaar hy den 31 July
quam té fterven. Ik hebde plaáts,daar
dit voorviel, met een fmertelyke herden-
king van ’s mans droevig en beklagelyk
eiride gezien.
Die wakkere Held, die de E. Maat- Zynongc-
íchappy zeer veel dienften, zoo op Ma-Iukkigc
callar als op Malabar j daär Wy hem mede do°^
ontmoeten zullen, gedaan had, liet hier
zöo onverwagt zyn leven, • krygende, ge-
dureride zyn ziekte,de fmertelyketyding,
dat de Heer Coeper hem quam vervangen.
Hy wierd in een fraci graf in de Pagar
der E. Maatichappy te Soerabaja begra-
ven, en men ziet daar op de zarkvanzyri
Tombe dit volgende Gedicht.
G R A F - S d H R I F T
V A N D E H E E R
C H R I S T I A A N P O L E M A N ,
En Graf- v In zyn E. leven Sergeant Majoor in dienfi der E.*Maatfihappy, en Lid van den
fchrüt. uigtbaren Raad des Gerichts des Kafteels Batavia, overleden den 31 July - .
des Jaars 16 7 9 .
Hier ruft) en legt, wie ruß, en legt? bet puik der Helden,
Dat India ontfing in zynen bruinen fchoot,
Van d'een tot d3ander Pool men noit zoo'n P O O L M A N melden}
' Waar door dees ftaat van V land zoo goeden dienft genoot.
Javaan, en Macajffdar, Madrees, en deze landen
■Zoo wel door hem geperfi, gevcid, als V lyf vereerd,
Ojf'ren hier aard en plaats aan hem, die door zyn banden
Wel eer heeft ßad en firand, van hen in vuur gehe erd.
Hy wierd i Indien deZe Heer nog maar eeri körten
na zyn tyd geleefd had, zou hy ’tvermaakgehad
dood,
Riad van
Indien,
hebben van te hooren, dat de Heeren in
’t vaderland hem,tot belooning van zyn
dappere daden, Raad van India hadderi
gemaakt, dat hy al lang verdiend had.
Dog de tyding quam eerft na zyn dood,.
dat hy in Oilober daar na met de Heer
Antoni Parve daar toe verheven was. Zyn
twee zoonen, waar van de een nu nog
Predikant op Batavia is, onder de voogdye
van de Heer Mattheus van den Brouke,
Burgermeefter der ftad Dordrecht, gela-
ten nebbende.
Ondertuflchen quam de Pari Van Sei-
lale, Kapitein der Amboineezen, te fterven,
zynde op de kruis-vloot gezet, om
op den vyand aan de uitgangen der Ri-
IV. Deel. 6 5
Kapitein
Jonkcr,
Viereti te pallen, waar op Kapitein joh-
ker van Batavia ontboden w ierd, om voort-
aan daar als Höofd der Amboineezen tc
Ook Was Radja Palakka, na dat zyn En Radja
Macaflääreri het lang zeer wild aangefteld ^a,akka .
hadden, den 17 July van Batavia met aljava^N?
zyn volk na Java vertrokken , daar hy den O.kuft, *
Keizer geen kleeriedienfteii gedaan heeft.
De Keizer liet ondertuflchen den zoju- ’s Kcizcrs
ny 1679 door zyne gezänten aan haar E -^1“ ^0 .
delheden voorftelleri, om voor dezee-tölr ” ,C'
len der Mataramze haVenen beweften Ja-
para, in een jaar na dezen 4000 Ryxdaal-
ders aan de E. Maatichappy op te bren-
gen, briiten de gewoone geregtigheden,
den Soeiöehoenan daar toekomende,'Welke
4000 Ryksdaalders tot afkortirig van
P ■ zyno
ding;