
458 B A T A
Tot tweemaal toe wierdend^ trommeis
geroerd, en daar onder tweeklokken ge-
luid, om de Borgery eh Soldaten by naal-
kanderen te roepen, zyncfe- ’s. nagts be-
vörens de haarn BATAVIA met witte ver-
we geichrevehi, o f gefchilderd boven.de
poort aart: de galdery, van het nieuwe huis
Mauritius, waar -vöQr eeri kleed was gehangen
, ’t welk, na de byeenkoqiftedes
volks ,opgelicht, of afgenomen wezende-
Wierd hun de daar over genomen refolutic
openbaar voörgelezen, mitsgaders de.Qffi-
cieren.cn alle andere belaft , zieh in hun-
ne geffchriften eh t’zamenkoutingen, daar
na te fchikken.; Dit zoo yerrigt zynde,
Wierd al terftond op elkepunt een nicuw
- vaandel opgericht,ae naamaangefchreven,
en ieder vaatidel met een kanonfchöotver-
eerd, en daar mede luidden de klökken:weder
op nieuw. Voor de Qfficieren Was,
na de gelegendheiddes tyds, eenbanquet,
o f collation aangericht,uit de zilvere fcha-
len wierd eens om gednonken, het gemee-
ne volle kreeg een mutsje, en zoo nam de-
ze dag met vrolykheid en vreugde een ein-
de. Ook quam nu tepashetfpreekwoord:
Eens 'weelde is alt yd ge en armoe. Depun-
ten o f bol werken van het kafteel Batavia
waren, of wierden genoemd als volgd.
En de vier . De Zuid-Ooft-punt, die aan o f om de
J"“*^™c’ kat was gemaakt , Weft-Vriesland (nude
naamgc- Röbyn) de Zuid-Weft- j of land-punt
Rcven. Geldria (nu de Diamant) de Noord-Ooft-,
o f zee-punt Zeelandia (nü de Safier) de
Noord-Weft-, o f Rivier-punt Hollandia
(nu de Paarl.) Hoe dit trommelen, lui-
den, en ichieten de Javanen in de ftad,
zoo. die van Bantam., als Jakatra, in de
ooren moec geklönken hebben , is licht te
denken, hoewel zedaar van niet anders
zeiden,als dat de harten van deNederlan-
ders in *t kafteel nu weder begonnen te
groejen , engroot te worden, ’t welk des
anderen daags, den 13 Maart 1619 ver-
haald Wierde door den ordinairen markt-
ganger, zynde een Inlander, de welke da«
felyx uit het kafteel op de Bazaar ging
oopen, het gene de onzen begeerden,
of van nooden hadden, ’t gene hem ook
Zonder verhindering wierd toegelaten; dog
daar tegen voeren de Javanen weder on-
bekommerd de Rivier in en Uit, *t welk
hun anders door de onzen in ’t kafteel had
könneil Worden belet,zoo datgeagt wierd
de eene vriendichap de andere waardig te
.zyn; en onder wy len dat de Koning van
JJantam, dobryeele dreigementen enlifti-
ge, bedriegeryen , tot zyn voornemen zogt
te geräken (hebbende nog onlängs door
’ zynen Sjahbandar Kijay Agoes Warga, met
adfiftentie van de onzen aldaär, zulle een
,vigoureuzeü attacque op een iomma van
30000 Spaanze realen, ende helft van ons
gefchuf, laten doen; wierd egter door de
| ©nzen in % kafteel * en de Javanen in de
V I " A • 'S;.
ftad, op de boiwerken enbatteryen be- Wedcrfeheiden
zynde, een j / j ■ j -^ ftilftand van wape• -l#u ^n t5?l v a: n nen onderhouden, die*, partyen nog noit wapcncn t
met malkanderen hadden beflooten, ofteongeacvaftgeffeld.
' > cordeerd
Den 18 Maart 1619, fchreven de on-J“^crhou*
zen voor de eerfte maal uit het kafteel Batavia,
een briefje .na Bantam, daar by al-
leen verzoekende;om fpbedig bericht van
den toeftand van zakeh aldaar, envoorna-
mentlyk höe den- Koning het overgezon-
den con traft quam.- te. bevallen, öfte op te
nemen.r , En ’s anderen daags, wanneerde
onzen, in *t kafteel verÄaanTiadden, datier
van Bantam een anderen Pangerarig Te-
manggong ha Jakatra ftondte komen,, öm
äldaar als Onder-Koning het gebied. te
voereh, zonden ze nog een nader briefje
mede, om tot hun narigt ten cerften te
können weten, wat daar yan, eri vännög
ftnige andere nieuwe tydingen, de waari-
heid mogte wezen.
Op dezen dag, te weten.; den 19 Maart P1; ° ^ n i
1619 liet zieh med& wel onvefwagt h y de
onzert in ’t kafteel Batavia vinden Tzekerrigt datde
Portugees, genaamd Antoni Vifioze j vbor- Soefoehoc-
gevende van Tsjeribon te komen,endoör nan bcrei^
den- Koning aldaar afgezonden tezyn , öm ^ d p e n ! *
de onzen bekend te maken, hoe de Soe-
foehoenan Mataram te rade geworden, yvasj
zyn Gezanten na Jakatra af te zendent,qni
met de Nederlanders aldaar te handplen
van vrede en vriendichap* en om de zei-
ve tegens alle hunne vyanden te befcher-
men en te hulp te komen, en datdanook
kört’er aan zyn Majefteit; in perfoon, ttiet
nog wel 10Q0 vaartuigen ftond te volgen.
Dit gaf onder de nieuwe Bata vieren zulk
een wonderlyken beweging,, dat ze zplye
niet wifteri hoe ze gewend, ÖF gedrait lagen*
De meeften den gcmelten Senhor Portugees
niet aanziende als een vyand »¡gglyk
hy was; maar als uit den hemel gg^ailen,
om hun toe tebrengen zulk een blydert ty-
ding, en aangeriamen boodfehap. 'Anaei
re waren daar t^en weder bevangen met
zulk een yreeze,en zwaarmoedigheid, dat
ze den; Soefoehoenan met zyn duizendyaar«
tuigen wel wenlchten duizend mylen yan
Java, o f in het middeu van de Spaanzb
zee, en ’t icheen als of^ze hem al zagen
aankomen, om zieh te wreeken oyefhet
verbranden van Zyn ,ftad Japara, :dopr den
Gommandeur Arent Maartze, op den j j
November 1618, gqlyk hi?r vpo£.ftga&aah-
gehaald: dogeenige weinigen ^ die nog wat
verder zagen, als de; gern eene man, en
hun eigen neus lang was, kohden vanjdc-
ze tyding geen ander gevoelen hqbb^Öi afs
dat ze oorfpronkelyk afquam van den ^Ö-
ning van Bantam, en dien volse^de.,ge-
houden moeft: worden yopr een loytereliil
en bedfiegerye, niet alleen gepraftifeerd
tot uitvoering van ’t geen hy mogte hebben
voorgenomen, maar ook om te.wef
G R O N D - V
ten, W|t de. Nederlanders daar van zou-
den zeggen, of gelooven j als mede hoe-
danige mefures zy dien aangaande zouden
komen tenemen:endeondervindingheeft
. geleerd, dat (^eze laatfte, hoewel de min«
lie in *t getal, het ten eerften wel aller- 1
beft, en allernaaft hebben geraden.
De gemelte Portugees, Antoni Vifioze,
zyn: boodfehap omtrent de onzen in *t
Kafteel Batavia hebbende afgclegt,vertrok,
na verloop van z of 3 dagen van daar na
Bantam ,al waar hy zeide ’t een en *t ander
te moeten verrigten ^ dog met voornemen
en toezegging van haaft te zullen weder,
keeren, oui zieh dan vooit na Tsjeribon
te begeven, en mede te nemen zoodanige
goedereri, als hy de . onzen had opgege-
ven, dat door den Koning aldaar zouden
wezen geëifcht.
Van Bantam verfcheenop den 13 Maart
1619 tot Jakatra, en kort daar aan binnen
pns kafteel Batavia, eenen Abdul Rahh-
man , zieh mede uitgevende voor een
vriend van de Niederländers, ennuexpres
van den Koning, of regecrende Pange-
rang afgezonden , om des zelfs eigentlyke
meeninge en gezindheid, aan de onzen by
monde, bekend te maken. Ook bragtende
Bantamze vrienden mede tweebrieven, ge-
dateerd den 18 en 20 dezer, waar van de
eerfte, die, om eenig voor o f tuflehen-
val, twee dagen na de ondertekening was
opgehouden, by na niçt anders quam te.
bevatten, als een omftandig verhaal van het
misnoegen des Konings, wanneer hem
was vertoont den inhoud van het overge-
Banttm*11 2on(^en» 60 ^ cr voot geinfereerde con-
dat de Ko- » waar me^e by hem in geenen deele
ning zieh had können, nog willen confbrmeeren j
met de om-zieh inbeeidende zoo veel weldaden aan de
contraften ^ e^er^anc^ers bewezen te hebben, dat ze
S e t wilde ^ rd o o r moeften overtuigt wezen van
conformée-2y° g°ed hart en genegentheid, en met
reo. een van hun eigen ondankbaarheid, dat ze
hem niet quamen te betrouwen. Wegens
het vierde part van alle de Koopmanfchap^
pen der Ë. Maatiçhappy , in ’t kafteel be-
ruftende, ’t welk men hem by contraft
wilde toeleggen, daar van begeerde hy by
gefchrifte geen mentie gemaakt te hebben,
alzoo het ichynen zoude, als o f zy zyne
liefde, affeélie en hulpe wilde verkoopen,
en belooft hebben ; daar hy nogtans niets
anders begeerde, als Y geen hem vrywillig
zoude worden gefchonken en vereerd.
, . ^pit het eifichen van Oftagiers zeide hy niet
anders te können befluiten, als dat men
hem zogt in ’t net te krygen, of te be-
driegen; en met de zel.ve Oftagiers, wanneer
de Heer Gouverneur Generaal met
zyn magt zoude weder gekeerd zyn, te
dwinsen, zonder van al net beloofde iets
na te komen. Hy begeerde niet anders als
vriendichap, en dat de onzen hem zouden
betrouwen, dewyl zy wiften hoe getrou-
E. S T I N G. 4^9
welyk hy met hun had gehandeld, wanneer
ze het Fort al aan de Koning van Jakatra,
en de Engelzen by contraft hadden
overgegeven; hy had dengemelten Koning
van Jakatra, zyn broeder, om onzen t Wille
uit het Ryk geftooten, en het fehlen
hem nu tot een verwytenfchande te ftrek-
ken, dewyl hy moeft hooren, zulx ge-
daan te hebben, ten befte gevalledergec-
nen, die hy nu bevond zoo ondankoaar
te wezen, en hem, behalven het eifichen
van de gemelte Oftagiers, nog dorften ver-
gen met hun fchriftelyke verbintenifle en
contraöfcen aan te gaan, het gene by den
gantfehen adel opgenomen en aang^jgn
wierd , voor een vaft teken, dat de onzen
met hen endeverdereBantammers gantich
geen goed, maar veel eer alles quaads in
den zin hadden«
Op dusdanig een wyze zou de Koning
zieh, voor de gemelte contra&en hebben
uitgelaten: immer de Sjahbandar Kijay
Maas, en anderen, hadden het zoodanig aan
de onzen van den Broeke en Houbraken
verhaald, en die fchreven daar en boven
nog van anderen (zoo ze vertrouwden on«
ze vrienden) verftaan te hebben, dat alle
de Bantamze Grootcn, over de dagelykzfe ^cn ®an-
verfterking van het kafteel, als mede de“®ico
quade bejegening en dreigememen, doorfi"«^.“
de onzen aan de Javanen tot Jakatra, op de e e n
Nederlanders. zeer verbitterd waren, en by *ort aan tc
den Koning zeer hard aanhieldcn, dat h y “®'“-
hen wilde toelaten het Fort te mögen be-
vegten, hebbende daar toe al bekomen de
toeftemmingvan den Bantamzen Erf-Heer,
of jongen Koning, die nog zoo lang on-
ze vriend was geweeft, zulx het maar alleen
wierd tegen gehouden door den Koning
,o f regeerende Pangcrang Aria Rana
di Menggala,endiewasnogzeerbedugr,daci-,
bet wel op een bakkelayen yegtenmogtaan-
komen, by aldten die voornoemden adel alle
(kn jongen Koning quamen toe te vallen.-
De onzen dit gehoord hebbende van een
perlbon, die ze.alleen den vriend noemen,
hadden hqm gevraagt, waar mede zulks
zou können voorgekomen worden,en.tot
antwoord bekomen, daar toc geen ander
raiddel te zyn, als het afwerpen en Hegten
der boiwerken, of punteh van ’t kafteel:
en als de onzen daar op weder had-
deo gcantwoord, dat zuk niet zoude ge-
daan, nog toegelaten worden, voor de
komfte onzei fchepen, zoo dieixle by (na-
melyk de vriend) daar weder op, dat de
Pangerang aan datuitftel geen geloofkon-
de (Jcllen; dog liet zieh eindelykzoonpr-
re uit, dat verklaarde van den jongen Kd-
ning laft te hebben, om over deze zaak
met de onzen te fpreeken, en waar opde
Bantamze vrienden mede wat nader toe-
traden .(feilende hun halzen en leven daar
onder te pand, dat, by aldien de Koning
de onzen in ’f kafteel in vreede wilde ls?
Mmm z Een